8 jaar geleden

10. Uit het leven van Abraham

Het geloof van Abraham wordt geproefd

Genesis 22

Sinds de verhaalde gebeurtenissen in Genesis 21, is er een tijd waarover ons niets bericht wordt. In deze tijd is het geloof van Abraham gegroeid. Hij is zo sterk geworden dat God hem beproeven kan. Jakobus schrijft erover: “Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen valt, daar u weet dat de beproefdheid van uw geloof volharding bewerkt” (Jak. 1:2-3). En Petrus zegt: “… nu een korte tijd bedroefd door allerlei verzoekingen, opdat de beproefdheid van uw geloof, veel kostbaarder dan die van goud, dat vergankelijk is en door vuur beproefd wordt, blijkt te zijn tot lof en heerlijkheid en eer bij [de] de openbaring van Jezus Christus” (1 Petr. 1:6-7).

Heel plotseling wordt Abraham beproefd. Op precies het juiste moment zegt God tot hem: “Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal” (vs. 2). Is dat niet een slag die Abraham de adem beneemt? Hoe moet er een storm in zijn hart gewoed hebben! Hij heeft vast en zeker in stilte zijn gedachten voor God geordend. Dan neemt hij de zware beslissing: Ik gehoorzaam! Hij zegt niet alleen: “Zie, hier ben ik” (vs. 1), hij gaat ook.

Abraham aarzelt niet. Hij staat ’s morgens vroeg op, treft voorbereidingen voor de reis en gaat naar de plaats die God hem had genoemd. De reis duurt drie lange dagen en vele uren van diepe oefeningen voor zijn hart. Hoe moeilijk zal het voor hem zijn om zijn hand tegen zijn zoon op te heffen, ook al twijfelt hij er niet aan dat God hem uit de dood zal teruggeven (Hebr. 11:19). God neemt de moeilijkheden op de weg van het geloof niet weg, maar Hij geeft wijsheid, moed en kracht voor elke stap. Abraham kijkt in geloof naar God en niet naar de omstandigheden. Daarom is hij een aansporing voor ons om alles getrouw te doen, wat God ons vraagt om te doen.

Eindelijk, op de derde dag bereiken ze het doel. Abraham legt het hout van het brandoffer op Izak, in zijn hand neemt hij het vuur en het mes. Hoe mooi is de uitdrukking: “Ze gingen zij beiden samen” (vs. 6). Hoe spreekt hij over wederzijds vertrouwen! We vinden het driemaal in dit gedeelte (vs. 6, 8 en 19).

Onderweg vraagt Izak: “… waar is het lam voor het brandoffer?” (vs. 7). Het antwoord van Abraham: “God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer” (vs. 8), heeft een diepe profetische betekenis. Hier, op deze berg (2 Kron. 3:1), zou eenmaal het ware Offer gebracht worden, dat de zonde van de wereld wegneemt (Joh. 1:29).

Merk op, dat Abraham zijn zoon “door het geloof” offerde (Hebr. 11:17). Ook wij kunnen dit alleen door geloof begrijpen. Anders zou het een aanfluiting zijn om een kind te offeren.

Abraham gaat tot het uiterste. Hij neemt het mes om zijn zoon te doden. Dan roept de engel van de HEERE hem toe vanuit de hemel: “Steek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets!” (vs. 12). Hij laat Abraham een ram zien, dat hij kan offeren in plaats van Izak.

Nadat Abraham deze beproeving doorstaan had, bracht dit hem een onmetelijke winst op. Naast de beloften die al zijn ontvangen, zegt God nu: “In uw Nageslacht (enkelvoud) zullen alle volken van de aarde gezegend worden” (vs. 18). Dit is een heenwijzing naar Christus.

* * *

1. Geloofsbeproevingen worden geen kind van God bespaard. Welke 2 “resultaten” van beproevingen worden in Jakobus 1 vers 3-4 genoemd?

a. ………………………………………………………………………………………………….……………….

b. ………………………………………………………………………………………………….……………….

2. Hoe lang laat God de beproevingen van het geloof duren? (1 Petr. 1:6)

……………………………………………………………………………………………………….……………….

3. Maar dat gebeurt ons niet vaak. Er zijn beproevingen die een leven lang duren. Waar moeten we daarbij acht op geven? (2 Kor. 4:17)

……………………………………………………………………………………………………….……………….

4. God beproefde het geloof van Abraham, maar niet dat van Lot. Wat denk je wat daarvan de reden is?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

5. God bepaalt niet alleen de duur van een beproeving, Hij weegt ook de zwaarte ervan precies af. Omschrijf waar Hij op let? (1 Kor. 10:13)

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

Wanneer de apostel Paulus in 2 Korinthe 1 vers 8 schrijft, dat hij en zijn metgezellen “uitermate bezwaard zijn geworden boven vermogen, zodat wij zelfs aan het leven wanhoopten”, is dat geen tegenstelling. Het toont ons veeleer, dat het persoonlijke gevoel tijdens een beproeving van het geloof heel anders kan zijn, zelfs bij een apostel.

6. Wat kon Paulus achteraf aan het einde van zijn leven getuigen? (2 Tim. 3:11)

……………………………………………………………………………………………………….……………….

7. God had herhaaldelijk bevestigd, dat de beloften die Hij aan Abraham had gedaan, in Izak vervuld zouden worden. Wat moest God daarom naar het oordeel van Abraham doen, toen hij zijn zoon offerde?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

……………………………………………………………………………………………………….……………….

8. Voor Izak werd een plaatsvervanger gevonden, die in zijn plaats werd geofferd (Gen. 22:13). Wat was dat?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

9. Waarvan is het gebeuren op de berg Moria een profetisch beeld?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

10. Op grond van dit offer kan God zonden vergeven en eeuwig leven schenken. Voor wie is dit van toepassing (Joh. 3:16; 3:36)?

……………………………………………………………………………………………………….……………….

© Bibelkurs.com

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW