In een klein stadje in Zuid-Wales hadden ze de “Club of the Unfaithful” (Club van de Ongelovigen). De leden ervan waren algemeen bekend door hun losbandig leven. Luid waren hun godslasteringen tegen God en Zijn Christus, en vreselijk hun opschepperij, waarbij ieder zijn best scheen te doen om de dingen van God belachelijk te maken. Maar “God laat niet met zich spotten,” hoewel Hij in lankmoedige genade de mens verdraagt.
Een van de leden werd plotseling ziek. Zij riepen de dokter en drongen er bij hem op aan snel te komen. Nadat hij zijn patiënt had onderzocht, verklaarde hij de zaak als hopeloos. Toen het tijdstip van overlijden naderde, was de stervende “ongelovige” vervuld van angst. Datgene waarop hij zich in het verleden had beroemd, scheen geen troost meer te geven toen hij steeds dichter bij de eeuwigheid kwam.
Een clubgenoot bezocht de stervende man, en zag de bezorgdheid duidelijk op zijn gezicht. Hij vroeg: “Wat is er aan de hand, maat? Hou vol.” De stervende antwoordde met enige moeite: “Ik heb te lang volgehouden; ik zink weg in de hel!” en viel dood achterover!
Aldus gewaarschuwd door God, vertrok de clubgenoot, maar weldra scheen hij die sterfbed-scène te vergeten.
Zijn hart verhardend tegen God, vervolgde hij zijn slechte koers. Op een nacht, toen hij uit het café kwam waar hij gedronken had, raakte het arme “ongelovige” lid de weg kwijt, en werd later in een vijver gevonden. Dood! Hij was verdronken …
Lezer, met God wordt niet gespot! “Pas op dat Hij u niet met één slag wegneemt, want een grote losprijs zou u daar niet aan helpen ontkomen” (zie Job 36:18).
“Dwaalt niet, God laat Zich niet bespotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten”
Galaten 6 vers 7
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft”
Johannes 3 vers 16
© The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW