“Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U. In God prijs ik Zijn woord, op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een schepsel mij kunnen doen?” (Ps. 56:4-5)
Vanaf het begin van deze Psalm is het duidelijk, dat David druk van buitenaf ondervond. Hij roept de Heer aan om genade: “Wees mij genadig o God” (vs. 2). Zijn moeilijkheden brachten hem op een punt waar hij bereid was op de Heer te vertrouwen. Net als David komen we vaak op een tweesprong, waar we ofwel op de Heer vertrouwen, ofwel blijven proberen om onze moeilijkheden alleen aan te pakken. David had hier genoeg van, het veroorzaakte alleen maar meer angst. Drie keer in dit hoofdstuk heeft hij het over zijn angst (vs. 4, 5 en vs. 12). Maar drie keer noemt David zijn bereidheid om op zijn God te vertrouwen (vs. 4, 5 en vs. 12).
David had diep van binnen echte pijn ervaren. Hij had pijn van degenen die hem naar zijn gevoel achtervolgden en tegen hem streden (vs. 2 en 3). Maar in plaats van zich door zijn moeilijkheden te laten opslokken, wendt David zich tot de allerhoogste God (vs. 3). Hij roept tot Hem die boven alle anderen staat. Hij voelde, dat de tegenstanders zijn woorden verdraaiden en tegen hem samenspanden (vs. 6-8). De beroering in zijn leven was zo hevig en de pijn zo diep, dat het David tot tranen toe bracht (vs. 9).
Maar door al zijn ervaring wist David, dat zijn God over hem waakte, zozeer zelfs dat hij het gevoel had, dat zijn tranen in een kruik zaten. Met andere woorden, de Heer nam nota van elke traan die uit Davids oog viel! David voelde de aanwezigheid van zijn God bij zich en kon zeggen: “Dit weet ik: dat God met mij is” (vs. 10). Dit doet ons denken aan de woorden van Paulus in Romeinen 8 vers 31 en 32: “Wat zullen wij dan hierop zeggen? Als God voor ons is, wie zou tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?”
Hoe bemoedigend om eraan herinnerd te worden, dat als God heeft gezorgd voor onze grootste nood van verlossing, Hij kan zorgen voor elke andere nood. Net zoals David de barmhartigheid van de Heer ervoer, kunnen ook wij tot Hem roepen en barmhartigheid vinden om te helpen in de tijd van nood (Hebr. 4:16). David breekt in deze Psalm driemaal uit met lofprijzing tot zijn God, verklarend: “In God (prijs ik Zijn woord,) in de HEERE (prijs ik het woord) (vs. 5,11).
Beste lezer/lezeres, wat er ook op je pad komt, Hij is in staat om je tranen in vreugde te veranderen, als we het net als David aan Hem overlaten. Laat de Heer Zijn kracht en liefde aan je tonen en weet, dat Hij daartoe is staat is!
Tim Hadley Sr.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW