Jesaja 41 vers 10,13,14
In Jesaja 41 roept God drie keer tot zijn volk: “Wees niet bevreesd!” Lees het hele hoofdstuk zodat u de context van deze drievoudige bemoediging kunt zien.
“Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt” (vs. 10).
“Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u” (vs. 13).
“Wees niet bevreesd, wormpje Jakob, volkje Israël, Ík help u, spreekt de HEERE, uw Verlosser is de Heilige van Israël” (vs. 14)
Er zijn zeker genoeg redenen voor angst: ziekte, zwakte, persoonlijk onvermogen of zelfs mensen die tegen ons zijn. Daarom geeft de Heer ons belangrijke redenen waarom we niet bang hoeven te zijn. Toen Hij afscheid nam van Zijn discipelen, zei Hij: “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking; maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen” (Joh. 16:33).
1) Wees niet bevreesd, want Ik ben met u
De belangrijkste reden om niet bang te zijn, is de belofte van onze God: “Ik ben met u.” Hij is zelf bij u en zorgt voor u. Als iemand de telefoon gewoon opneemt met de woorden: “Ik ben het,” moet deze ons zeer goed vertrouwd zijn, anders zou hij zijn volledige naam geven. Zo riep de Heer Zijn discipelen midden in de nacht op een stormachtige zee eenvoudig toe: “Ik ben het.” Hij zou ook graag zo vertrouwd met u zijn, zodat de verzekering “Ik ben met u” voor u volkomen genoeg is. Wat kan dan troostrijker zijn dan de ervaring van de gelovige: “U bent met mij” (Ps. 23:4)? In vier andere uitspraken verzekert de Heer u, wat Hij voor u is:
- “… wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.” Er gaan twee gezichtspunten voor je open: als je rondkijkt, zie je mensen die moeite doen, of moeilijkheden waarvoor je geen oplossing hebt, of een ziekte waarvan de uitkomst onzeker is. Dit en nog veel meer kan zich als hoge golven om je heen opstapelen en over je heen slaan. Het totaal andere, gelukkige gezichtspunt wijst naar uw God. U voelt zich als een klein kind, dat zijn moeder uit het oog heeft verloren en pas weer rustig wordt als het zijn moeder ziet. Zo zult u ook rust vinden, wanneer u uw blik omhoog richt naar God.
- “Ik sterk u.” De Heer heeft je misschien een taak toevertrouwd, die moeilijk is en veel doorzettingsvermogen vereist. Hij zal het niet zomaar van u afnemen, maar u de kracht geven, zodat u het vervullen kunt. In Hebreeën 11 vers 34 wordt ons verteld over gelovigen, die kracht verkregen uit zwakheid en sterk werden in de strijd. Net als Paulus moesten ze leren: “Heel graag zal ik dus veeleer roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij woont” (2 Kor. 12:9).
- “… ook help Ik u.” Als een stagiair vastloopt in een taak, kan hij het zijn leermeester vragen. Deze zal hem niet zomaar de oplossing geven, maar wijst stap voor stap de weg naar het gewenste resultaat. Als u in een zaak vastloopt, kunt u de hulp van uw God inroepen. Soms zijn er echter momenten nodig, dat wij aangemoedigd moeten worden om Hem ons te laten helpen. Tegelijkertijd vereist dit, dat wij ons onvermogen inzien en toegeven.
- “… ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.” Juridische vragen zijn een bijzondere beproeving voor gelovigen, omdat we niet willen aandringen op onze rechten, maar onze Heer daarin willen navolgen. Hoe rustig kan ons dan de bemoediging maken, dat de Heer Zelf ons zal steunen en ons een begaanbare weg wijzen kan. Wij hebben steun nodig, vooral op oudere leeftijd en bij toenemende zwakte. Ook in deze levensomstandigheden wil God ons steunen. Je komt vaak oudere mensen tegen die zonder een stok lopen en zeggen: zo oud ben ik nog niet. Een stok zou hen daarbij de nodige zekerheid geven. De Heer geeft ons de juiste ondersteuning, die we nodig hebben. U wilt toch niet zonder?
2) Wees niet bevreesd, Ik help u
De Heer roept u voor de tweede keer toe: “Wees niet bevreesd, Ík help u.” Wanneer iemand ons onverwachts iets groots belooft, hebben we de neiging om te vragen of ze het serieus nemen. De Heer kent die twijfelachtige vragen in ons hart. Daarom verzekert hij ons opnieuw van Zijn eigen hulp. Tegelijkertijd neemt Hij onze rechterhand. Het gaat ons dan net als Asaf, die getuigt: “Ik zal echter voortdurend bij U zijn, U hebt mijn rechterhand gegrepen” (Ps. 73:23). Ja, soms grijpt God in ons leven in, omdat Hij ons voor een val bewaren wil. Opdat wij niet bang worden, roept Hij ons toe: “Wees niet bevreesd, Ík help u”. We herkennen dan: dit is van Hem uitgegaan.
3) Wees niet bevreesd, wormpje Jakob
“Wees niet bevreesd, wormpje Jakob, volkje Israël, Ík help u, spreekt de HEERE, uw Verlosser is de Heilige van Israël.”
Opdat u er absoluut zeker van kan zijn, herhaalt de Heer voor de derde keer: “Wees niet bevreesd.” Jakob is maar een worm, Israël maar een volkje. Is dat mogelijk? De onoverwinnelijke Jakob wordt vergeleken met een worm? Het trots Israël is slechts een volkje? Onze God weet hoe zwak we zijn! We hebben weer twee gezichtspunten. Als wij naar onszelf kijken, zien wij ons eigen onvermogen. We zijn niets meer dan een worm en een hoopje ellende. Dit gezichtspunt maakt ons ongelukkig. Daarom is het beter om op onze Heer te zien, Die van Zichzelf zegt:
- Ik ben de Heer. Deze titel herinnert ons aan de Heer Jezus Die gisteren en heden Dezelfde is en tot in eeuwigheid (Hebr. 13:8).
- Ik ben uw Verlosser. Wat een wonderbare kennis om voor eeuwig Zijn eigendom te zijn!
- Ik ben de Heilige van Israël. Hij is Degene die trouw is aan Zichzelf en aan Zijn volk.
Onze Heer wil dat wij, net als de discipelen na het oversteken van de stormachtige zee, zeggen: “Wie is Deze toch?” (Luk. 8:25). Wanneer Hij Zijn heerlijke Persoon voor ons groot maken kan, verdwijnt de angst en maakt plaats voor de lofprijzing:
“Maar ú zult zich verheugen in de HEERE, in de Heilige van Israël zult u zich beroemen” (Jes. 41:16b).
Markus Furrer; © www.haltefest.ch
Jaargang: 2018 – nummer: 3 – bladzij: 3
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW