De apostel komt in 2 Korinthe 7 vanaf vers 2 terug op zijn eigen betrekkingen met de Korinthiërs – betrekkingen die gevormd waren door het Woord van zijn bediening.
En na te hebben ontwikkeld wat deze bediening werkelijk was, probeert hij nu een breuk van de band te voorkomen die door deze bediening tussen de Korinthiërs en hemzelf was gemaakt met de kracht van de Heilige Geest. “Geeft ons plaats. Wij hebben niemand onrecht aangedaan …” (2 Kor. 7:2). Hij was bezorgd dat hij de gevoelens van de Korinthiërs zou kwetsen, die van hun dwaling teruggekomen waren en weer de oude genegenheid voor de apostel hadden, en zo ook in de juiste relatie met God stonden.
“Ik zeg dit niet tot [uw] veroordeling; want ik heb al gezegd dat u in onze harten bent, om samen te sterven en om samen te leven. Ik heb veel vrijmoedigheid tegenover u, ik heb veel roem over u; ik ben vervuld met troost, ik vloei over van blijdschap bij al onze verdrukking” (2 Kor. 7:3,4).
Paulus openbaart het hart van een dienaar
De apostel ontwikkelt nu niet de beginselen van de bediening, maar onthult het hart van een dienaar, met alles wat daarin is betreffende de toestand van de Korinthiërs. Men zal zich herinneren dat hij Troas had verlaten, omdat hij Titus daar niet vond die hem het antwoord op zijn eerste brief aan de Korinthiërs brengen zou, en dat hij naar Macedonië ging zonder Korinthe te bezoeken. Maar zelfs dan had zijn vlees geen rust. Hij was op elke wijze verdrukt: van buiten strijd, van binnen vrees. Maar God, die de nederigen troost, troostte hem daar door de komst van Titus, die hij met zoveel onrust had verwacht; en niet alleen door de komst van Titus, maar ook door het goede nieuws dat hij uit Korinthe had meegebracht.
De vreugde van de apostel verdreef alle droefheid, want de wens van zijn hart was om met hen te leven en te sterven. Hij zag de morele vruchten van de werkzaamheid van de Heilige Geest: hun verlangen, hun treuren, hun ijver voor hem; en zijn hart wendt zich opnieuw tot hen, om door de uitdrukking van zijn liefde alle wonden te verbinden die zijn eerste brief in hun harten geslagen had, hoe nodig dit ook geweest was.
Innerlijke smarten bij Paulus om de Korinthiërs
Niets is meer ontroerend dan de strijd in het hart van de apostel Paulus tussen de noodzakelijkheid die hij voelde om hen vanwege hun vroegere toestand streng en in zekere zin met koele autoriteit te schrijven, en de gevoelens die hem nu, daar het de gewenste uitwerking had, bijna een rechtvaardiging gebood voor de smart die hij bij hen had veroorzaakt. “Want al heb ik u ook door mijn brief bedroefd”, zegt hij, “ik heb er geen spijt van”, hoewel dat inderdaad een ogenblik het geval was geweest; want hij zag dat de brief hun, al was het ook maar voor een tijdje, bedroefd had.
Maar nu verblijdt hij zich, niet daarover dat ze bedroefd geworden waren, maar dat ze bedroefd waren geweest tot bekering toe. Wat een tedere bezorgdheid, wat een hart voor het welzijn van de heiligen! Als de Korinthiërs nu ijver voor hem openbaarden, zo had hij hun daartoe ook werkelijk gelegenheid en reden gegeven. Hij vond geen rust totdat hij nieuws over hen ontving; niets nam zijn ongerustheid weg, noch open deuren om het Woord om te verkondigen, noch verdrukkingen. Hij had een beetje spijt van het schrijven van de brief, uit angst dat hij het hart van de Korinthiërs had vervreemd; en nu, hoewel de gedachte hen bedroefd te hebben hem nog steeds smart, verheugt hij zich daarover dat hun droefheid in overeenstemming met God was geweest en daarom bekering bewerkt had.
Inspiratie en ervaring
Hij schrijft hen een brief in overeenstemming met de kracht van de Heilige Geest. Vroeger, toen hij toegewijd was aan de genegenheden van zijn hart, zagen we de apostel niet in dezelfde energie van inspiratie, die hem gedrongen had de eerste brief te schrijven, en die zij die geestelijk waren erkennen moesten als de geboden van de Heer. Zijn hart beefde bij de gedachte aan de gevolgen van deze brief, zolang hij geen nieuws ontving.
Het is heel interessant om het verschil te zien tussen de persoonlijkheid van de apostel en de inspiratie. In de eerste brief aan de Korinthiërs zien we hoe de apostel onderscheid maakt tussen wat hij zegt als het resultaat van zijn ervaring, en de geboden van de Heer die door hem meegedeeld werden (hfdst. 7). Hier in de tweede brief vinden we het onderscheid tussen de inspiratie en de ervaring zelf. Geheel aan zijn gevoelens overgegeven, had Paulus gevreesd dat hij de Korinthiërs had verloren door de moeite die hij zich had getroost om hen weer terug te winnen.
Geïnspireerd of menselijk
De uitdrukkingsvorm die de apostel gebruikt, laat zien dat dit gevoel slechts een moment van zijn hart had beheerst; maar het feit dat hij dat gevoel had, laat duidelijk het verschil zien tussen Paulus als mens en Paulus als een geïnspireerde schrijver.
Nu is hij helemaal tevreden. De uitdrukking van de intense belangstelling die hij voor de Korinthiërs heeft, maakt deel uit van zijn bediening en is tegelijkertijd een kostbare les voor ons. Het laat ons zien hoe het hart de uitoefening van deze bediening benadert. Hier zien we hoe deze machtige kracht van liefde aanpasbaar is als het gaat om het winnen en verzachten van het hart door de passende uitdrukking van wat in je hart is.
Een hart vol liefde
Als het hart gevuld is met liefde, zal het zeker op deze wijze tot uitdrukking komen, indien het passend is voor de gelegenheid; want een innige liefde erkent graag haar voorwerp en, indien mogelijk, in al haar kracht en volheid. Het geeft een smart die het hart verteert; maar een hart dat bedroefd is in overeenstemming met God is op weg naar bekering.
Ware innerlijke grootheid spreekt niet gemakkelijk over gevoelens, omdat ze aan anderen en niet aan zichzelf denkt; maar ze is ook niet bang om erover te spreken wanneer de gelegenheid zich aandient, omdat ze aan anderen denkt en hun toegenegenheid een bepaald doel, een diepe bedoeling voor ogen heeft, die elke beweging van deze toegenegenheden beïnvloedt en regelt. En het christendom verleent grootheid van hart. Bovendien vertrouwt het van nature en dat wint en geeft ongezocht een invloed die deze grootheid van hart niet zoekt, omdat het onbaatzuchtig is. Zijn ware betrekking met de Korinthiërs hield de apostel tot hun welzijn overeind.
John Nelson Darby
Geplaatst in: Christendom, Gemeente
© Frisse Wateren, FW