Eerder deze maand (6 febr. 2023) werd de wereld wakker met het nieuws, dat er zware aardbevingen waren geweest in Turkije en Syrië. Duizenden mensen zijn omgekomen en veel gebouwen zijn beschadigd of verwoest; de verwoesting is overal. Iemand op de radio zei: “In dagen als deze vind ik het moeilijk te geloven dat er een God is. Als er een God was, zou Hij dan echt toestaan dat dit allemaal gebeurt?” Door de jaren heen heb ik deze vraag vaak gehoord. Waarom laat God lijden toe? Waarom grijpt Hij niet in en stopt alles? Tenslotte zijn de aardbevingen niet echt een “geïsoleerd incident;” er gebeuren dagelijks verschrikkelijke dingen.
Ik zou een lange lijst kunnen maken van verschrikkelijke dingen die in mijn leven zijn gebeurd. En we weten uit de geschiedenis, dat er de afgelopen eeuwen en millennia veel vreselijke dingen zijn gebeurd. Waar is God in dit alles? Dezelfde vragen kunnen ook gesteld worden met betrekking tot persoonlijke moeilijkheden en tragedies. Om ze te beantwoorden moeten we ons wenden tot het Woord van God, de Bijbel.
God heeft het kwaad en het lijden niet geschapen
Het eerste wat we moeten begrijpen is, dat God het kwaad niet heeft geschapen! Hij heeft geen lijden geschapen! Toen God de wereld schiep, lezen we zes keer dat Hij zag dat “het goed was” (Gen. 1:4,10,12,18,21,25), één keer voor elke dag van de schepping. Het hoofdstuk eindigt met: “En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.” (vs. 31)!
Alles was goed. Het was perfect! Maar… dat bleef niet zo. Toen God Adam en Eva schiep, gaf Hij hen een vrije wil; ze konden zelf beslissen. En toen de slang (eigenlijk Satan) Eva voor een keuze stelde, besloot zij dat het beter was naar een slang te luisteren dan naar Hem die alles perfect had geschapen. Wat waren de gevolgen? Vijandschap, verdriet, lijden, dorens en distels, en de dood (Gen. 3:15-19)! De zonde was de schepping binnengedrongen en ruïneerde Gods volmaaktheid; de schepping werd vervloekt (Gen. 3:14,17). Met andere woorden, niet God schiep het lijden, maar de mensheid veroorzaakte het. En mocht u denken dat u het beter zou doen dan Adam en Eva: Ze leefden in perfecte omstandigheden, iets waar wij geen idee van hebben, en toch faalden ze toen ze op de proef werden gesteld. U en ik zouden het niet beter gedaan hebben …
En wat nu?
Heeft God het daarbij gelaten? Nee, Hij loste het niet meteen op, maar Hij beloofde wel meteen een oplossing! In Genesis 3 vers 15 zei God tegen Satan, dat hij niet altijd zou overwinnen; zijn hoofd zou worden vermorzeld. Het Hebreeuwse woord voor “vermorzeld” kan ook vertaald worden met “overweldigd”; met andere woorden, Iemand zou Satan verslaan! Deze Iemand is de Heer Jezus, die Satan versloeg met zijn eigen wapen – de dood – aan het kruis van Golgotha. Satan is dus verslagen, maar het lijden is er nog steeds! Hoe is dat mogelijk?
Lijden in de Bijbel
Laten we, voordat we antwoord geven op de vraag hoe het mogelijk is, dat lijden nog steeds voorkomt, een paar voorbeelden bekijken van lijden in de Bijbel, en ook waarom God dit toeliet.
Job is waarschijnlijk de bekendste lijder in het Oude Testament. Job was een man die rijk gezegend was door God. Satan nam hem in zeer korte tijd zijn bezittingen, zijn familie en zijn gezondheid af. Satan deed dit om God te bewijzen, dat Job God alleen diende omdat hij zo gezegend was. God stond Satan toe dit alles te doen (Job 1:12; 2:6).
Dit is een belangrijke les op zich: Satan kan niets doen tenzij God het toestaat, en alleen voor zover God het toestaat. En als God het toestaat, heeft Hij een reden! God wilde dat Job Hem beter leerde kennen (Satan faalde overigens; Job heeft God nooit vaarwel gezegd). Aan het eind van alle beproevingen (plus het verdragen van de slechte troost van drie ‘goede’ vrienden) zegt Job tegen God: “Alleen door het horen met het oor had ik U gehoord, maar nu heeft mijn oog U gezien” (Job 42:5). God had Zijn doel bereikt!
Hetzelfde zien we bij Jozef. God beloofde hem een grote toekomst, en de volgende 13 jaar daarna waren slechts een aaneenschakeling van rampen en ellende voor Jozef, veroorzaakt door zijn broers. Maar het was precies deze reeks van lijdende gebeurtenissen die God “toestond” Zijn plan van zegen voor Jozef en vele anderen uit te werken. Jozef kon terugkijken op alle vreselijke dingen die waren gebeurd en concluderen: “Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden” (Gen. 50:20).
Redenen voor lijden
De voorbeelden van Job en Jozef tonen ons een van de redenen waarom God lijden toelaat: het is voor ons welzijn. Paulus schreef: “Maar wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, hun die naar [zijn] voornemen zijn geroepen” (Rom. 8:28). Paulus zei niet: “Ik weet,” maar “wij weten”; het is een fijngevoeligheid (vandaar: “weten”) die geldt voor alle gelovigen (vandaar: “wij”)! En we zien dit in de voorbeelden van Job en Jozef. God wilde, dat Job een dieper begrip zou krijgen van wie Hij is (en wie Job zelf was). God slaagde daarin: Job leerde. Het lijden van Jozef bracht hem naar een plaats van glorie, van waaruit hij niet alleen zijn eigen familie kon redden, maar ook Egypte en vele anderen uit de buurlanden. God slaagde: Jozef was gezegend en een zegen voor de mensen om hem heen.
Jozef is trouwens een prachtig beeld van de Heer Jezus, die moest lijden om vervolgens in Zijn heerlijkheid in te gaan (zie Luk. 24:26). Het lijden van Christus had veel grotere resultaten dan dat van Jozef: Jozefs lijden redde mensen van honger en lichamelijke dood, maar het lijden van Christus redde mensen van het oordeel van God en de tweede dood (Openb. 20:14; 21:8).
De eerste reden voor lijden is dus Gods verlangen om er zegen uit voort te brengen. In het voorbeeld van het lijden van Christus vinden we ook een tweede reden: Hij leed voor ons en in onze plaats, en nam ons oordeel op Zich. Hij onderging het oordeel van God opdat wij gered zouden worden. Hij stierf opdat wij zouden leven (2 Kor. 5:15; 1 Thess. 5:10). God gebruikt het lijden (soms) om mensen te oordelen. Denk maar aan Davids zonde met Bathseba; de zonde werd vergeven, maar het kind dat eruit geboren werd stierf toch, wat het oordeel van God was (2 Sam. 12:13-14, zie ook 1 Kor. 11:29-32).
Hier is een derde reden voor lijden: God gebruikt (profeteert) lijden als waarschuwing, om mensen tot inkeer te brengen, of om iets in hun leven te corrigeren. Denk maar aan het volk van Ninevé in de dagen van Jona. Jona kondigde het oordeel van God aan: “Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd,” en het volk bekeerde zich (Jona 3:4-10). Openbaring 6-19 staat vol met oordelen die tot doel hebben berouw teweeg te brengen in een toekomstige dag, maar helaas zullen velen dan weigeren te luisteren.
Terug naar de aardbeving
Deze derde reden die ik zojuist noemde is een cruciale factor in de aardbevingen die plaatsvonden in Turkije en Syrië. Luister maar naar wat de Heer zegt in Mattheüs 24 vers 6-8: “En u zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; Let op, wordt niet verschrikt, want dit <alles> moet gebeuren, maar het is nog niet het einde; want volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen hongersnoden en aardbevingen zijn in verschillende plaatsen. Dit alles is echter [het] begin van [de] weeën.” Hier noemt de Heer deze verschrikkelijke dingen (die op de een of andere manier nu allemaal plaatsvinden), die “het einde” zullen inleiden. Nu wil ik niet ingaan op de details van wat “het einde” met zich meebrengt, maar er alleen op wijzen, dat de Heer al heeft geprofeteerd dat deze dingen zouden gebeuren, waarbij hij de mensheid waarschuwde voor “het einde.”
Maak u geen zorgen!
In Johannes 16 vers 33 zei de Heer: “In de wereld hebt u verdrukking.” Dit is een feitelijke uitspraak; Hij zei niet: “dit kan gebeuren,” maar “hebt u.” Maar het is niet het hele vers, toch? Het hele vers zegt: “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.”
Ondanks alle onrust, onzekerheid en lijden, alles wat er om ons heen en in ons leven gebeurt, wil de Heer, dat we vrede hebben!1 Hoe is dat mogelijk? Omdat Hij de wereld heeft overwonnen! Herinner u zich dat we eerder zagen, dat God al geprofeteerd had dat Satan verslagen zou worden? Hier verbindt de Heer dat met verdrukking, met lijden. We hoeven ons geen zorgen te maken, want Hij is de Overwinnaar.
Soms zeggen mensen: “Maak u geen zorgen, weest blij!” en vaak bedoelen ze dan, dat we ons niets moeten aantrekken van wat er gebeurt. Maar eigenlijk zou dit het motto van de christen moeten zijn! Niet om zorgeloos te zijn, maar om niet bezorgd te zijn: “Wees in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en gedachten bewaren in Christus Jezus” (Fil. 4:6-7). Petrus voegt daaraan toe: “… terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u” (1 Petr. 5:7). Dus als we moeiten en zorgen hebben, moeten we die brengen naar Hem Die voor ons zorgt. “Werpen” heeft de betekenis van “gooien naar.” Als u iets werpt, is dat met het doel afstand te scheppen tussen u en het voorwerp dat u werpt. Dat is precies wat Petrus ons aanmoedigt te doen: onze zorgen op God werpen, Die ze aankan. En als we dingen in gebed bij God brengen, moeten we ze bij Hem achterlaten en de problemen niet terug meenemen!
Hierover kan en moet misschien nog veel meer gezegd worden (ook over andere redenen voor lijden), dus in de volgende editie wil ik wat meer tijd aan dit onderwerp besteden. Ik kom nu ruimte te kort, dus we moeten tot een conclusie komen waarom God lijden toestaat.
Eerste conclusie
Ten eerste leven we in een gebroken wereld (zie Gen. 3). Ten tweede moeten we beseffen en aanvaarden, dat God de controle heeft en precies weet wat Hij doet (zie opnieuw het verhaal van Job, plus Rom. 8:28). Ten derde is God geen afstandelijke, afzijdige en ongeïnteresseerde godheid, maar een liefhebbende God. Hij houdt zoveel van ons, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon voor ons heeft gegeven (Joh. 3:16).
Als we deze dingen samenvoegen, moeten we accepteren, dat de dingen in deze wereld niet volmaakt zijn – verre van dat! Maar we hebben een liefhebbende God en Vader Die weet wat we nodig hebben, en wat deze wereld nodig heeft, en Die weet wat Hij doet! God laat altijd lijden toe met een reden. En aan het lijden komt een einde. De toekomst die ons wacht plaatst alles hier op aarde in perspectief, Gods perspectief: “Want ik acht, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is [vergeleken te worden] met de toekomstige heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden” (Rom. 8:18). Meer over dat laatste vers DV in de volgende editie.
Paul Meijer; © Christian magazine for edification and encouragement
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW