Liefde
Spreuken 31 vers 12:
“Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven.”
De eerste zorg van deze vrouw is haar man. Pas later volgen kinderen en huispersoneel. Dit is ook de door God bedoelde volgorde. De jonge vrouwen moet worden opgedragen eerst hun man lief te hebben en daarna hun kinderen (zie Titus 2:4). Zo zou (geestelijk toegepast) liefde voor onze Heer boven alles in ons leven moeten staan, inclusief liefde voor de “huishouding van het geloof.” Want broederliefde kan alleen oprecht zijn als er liefde in gevonden wordt (2 Petr. 1:7). De bruid in het Hooglied moest worden aangemoedigd: “O, bewoonster van de tuinen, metgezellen slaan acht op uw stem, laat Mij die horen!” (Hoogl. 8:13).
De liefde van deze vrouw zoekt niet dat van haarzelf, maar het goede voor haar man. Ze vraagt naar zijn wil. Zij kent niet alleen zijn geboden, maar ook zijn verlangens. Er zijn dus dingen die de Heer niet beveelt, maar zeker verlangt. We moeten niet rusten tot we zeker zijn van Zijn welbehagen.
En hoe lang handelt de liefde van deze vrouw zo? “Al de dagen van haar leven.” In de dagen dat “de liefde van velen koud is geworden” en de gemeente als geheel “haar eerste liefde heeft verlaten” en “lauw” is geworden (zie Openb. 2:4; 3:15,16), wanneer allen het hunne zoeken en niet wat van Jezus Christus is, moedigt het voorbeeld van deze vrouw ons aan tot het einde toe lief te hebben.
© ww.bibelstudium.de; Marco Leßmann
Online in het Duits sinds 06.12.2013.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW