“En Hij zei tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: van daag zult u met Mij in het paradijs zijn” (Luk. 23:43).
“Wie overwint, die zal Ik te eten geven van de boom van het leven die in het paradijs van God is” (Openb. 2:7).
Vraag: Waar zijn de ‘zaligen’ na de dood? Waar is het paradijs?
Antwoord: De gelukkig gestorvenen zijn bij Jezus. Paulus zegt: “Ik verlang ernaar om met Christus zijn, <want> dit is verreweg het beste” (Fil. 1:23). Vervolgens spreekt hij over de tussenliggende toestand van de gelukkig gestorvenen tot hun opstanding (d.w.z. de “eerste opstanding” (Openb. 20:5,6), dat zij het “verblijf in het lichaam verlaten [1] en bij de Heer inwonen” (2 Kor. 5:8; zie ook Luk. 23:43).
We kunnen de locatie van het paradijs niet aangeven. Het woord paradijs, dat slechts drie keer voorkomt in het Nieuwe Testament (Luk. 23:43; 2 Kor. 12:4; Openb. 2:7), betekent aanvankelijk de “omheinde” of “boomtuin.” Het is de plek van het volmaakte leven en geluk. In Openbaring 2 vers 7 wordt het “het paradijs van God” genoemd. Het is niet zoals de Hof van Eden op aarde, maar in de glorie hierboven. Paulus noemt de aanwezigheid van God, de “derde hemel,” paradijs (2 Kor 12:2,4). In ieder geval ligt het niet op de aarde.
De Heer Jezus kan wel “in de lagere delen van de aarde” (d.w.z. op de aarde zelf) zijn geweest (Ef. 4:9). Maar Hijzelf ging naar de Vader toen Hij stierf. Hij riep uit: “Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest” (Luk. 23,46)! Daarheen nam Hij ook de geest (ziel) van de rover mee, die zich aan het kruis bekeerde. Die was met Jezus in het paradijs. En daarboven, in de hemel, waar Jezus is, is het paradijs. Paulus werd daar ook opgenomen (zie 2 Kor 12:1,4). Als een christen nu ontslaapt, is zijn ziel spoedig daarboven bij Jezus, “uitwonend van het lichaam en inwonend bij de Heer” (2 Kor. 5:6, 8; verg. Fil. 1:23).
Dat de Heer Jezus “in de hel” ging om daar het goede nieuws aan de doden te verkondigen, staat niet in de Heilige Schrift. De geesten die nu in de hel (in gevangenschap) zijn (1 Petr. 3:18 e.v.) hebben het goede nieuws van Christus gehoord toen Hij het hun in Zijn Geest door Noach verkondigde (verg. 1 Petr. 1:11; 3:20; 2 Petr. 2:5).
Emil Dönges; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 05.04.2016.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW