3 jaar geleden

Volg Mij! (1)

De roeping van Mattheüs

 

En daarna ging Hij naar buiten en zag een tollenaar genaamd Levi bij het tolhuis zitten; en Hij zei tot hem: Volg Mij. En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem”
Lukas 5 vers 27-28.

 

Volg Mij!” Tien keer horen we de Heer Jezus in de evangelieën iemand persoonlijk ‘roepen’ met deze woorden. Tien keer is er de oproep om Hem te volgen, om onze weg met Hem te gaan. Dit artikel is de eerste in een serie van drie over deze oproep van de Heer Jezus.

Maar laten we, voordat we naar een van de gebeurtenissen kijken, eens kijken naar Degene die mensen oproept Hem te volgen. We hebben het hier niet over een doorsnee persoon, of zelfs iemand die belangrijk is in de politiek of de samenleving. We kijken naar de Schepper van hemel en aarde, de Zoon van God, die Mens werd zonder op te houden God te zijn.

Wie is deze man? Hij is God en Mens in één Persoon (zie Joh. 1:1,14; Fil. 2:6,7). Deze Mens werd hier op aarde geboren en leefde hier ongeveer 30 jaar voordat Hij Zijn openbare bediening begon. Hij was een Mens van vlees en bloed, in alle dingen verzocht, doch zonder zonde (zie Hebr. 4:15). God de Vader kon getuigen van deze Mens: “U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik welbehagen gevonden” (Luk. 3:22b).

Deze Mens, die volledig de wil van de Vader deed, riep mensen op om Hem te volgen! Hij roept u en mij om Hem te volgen!

In dit artikel gaan we kijken naar de tijd dat de Heer Jezus een ‘tollenaar’ riep, genaamd Levi of Mattheüs. Wij vinden deze historische gebeurtenis in de drie synoptische1 evangeliën: in Mattheüs 9, Markus 2 en Lukas 5. In Mattheüs wordt de tollenaar “Mattheüs” genoemd, maar in Markus en Lukas wordt hij “Levi” (de zoon van Alfeüs) genoemd”. In Lukas vinden we het meest gedetailleerde verslag van deze ontmoeting tussen de Heer en deze tollenaar, dus we zullen de passage daar gebruiken om een diepere blik te werpen op de roeping van Mattheüs.

Mattheüs was een jood, maar ergens in zijn leven waren zijn prioriteiten verschoven en koos hij ervoor om de vijanden van zijn eigen volk te dienen! Hij was belastingambtenaar geworden voor de Romeinen, die het in die dagen voor het zeggen hadden in Israël. In plaats van de God van Israël te dienen, diende hij de Romeinse onderdrukker … Deze tollenaars waren niet geliefd bij de Joden omdat ze de vijand dienden. Maar ook – en nog erger – zij rekenden vaak meer dan nodig was en staken het extra geld in hun eigen zak (zie ook Luk. 19:8).

In Mattheüs zien we een beeld van de natuurlijke mens: iemand die niet God dient, maar de vorst van deze wereld (Satan) en zijn eigen belangen; iemand die alleen aan zichzelf denkt en niet aan anderen.

Maar op een dag veranderde het leven van Mattheüs drastisch. De Heer kwam hem zoeken. Immers, Hij was gekomen “om het verlorene te zoeken en te behouden” (Luk. 19:10b). Hij spreekt slechts twee woorden tot Mattheus: “Volg Mij”!

Als we kijken naar de volgorde van de dingen in Lukas 5 vers 28, vinden we iets opmerkelijks. We lezen daar: “En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem”. Voor ons beperkte menselijke denken zou het logischer zijn geweest iets te schrijven als “Hij stond op, volgde Hem en liet alles achter.” En zo vinden we het ook in sommige Bijbelvertalingen! Je laat immers alleen iets achter als je er van wegloopt! Maar deze volgorde laat ons iets heel moois zien. Mattheüs maakte zich eerst los van zijn oude leven (“hij verliet alles”), liet achter wat hij deed, waaronder waarschijnlijk een tafel met geld, en pas daarna stond hij op om de Heer te volgen. Twee woorden … maar wat een prachtig resultaat! Mattheüs gaf gehoor aan de oproep van de Heer.

Hoe zit het met jou? Heb jij gehoor gegeven aan deze oproep? Of dien je nog steeds de prins van deze wereld? Dien je nog steeds je eigen belangen?

Maar daar houdt het niet op voor Mattheüs. De daden van Mattheüs in vers 28 tonen de resultaten van zijn bekering2. Hij nodigt de Heer Jezus en vele anderen, onder wie enkele van zijn vroegere collega’s, in zijn huis uit voor een maaltijd. Ongetwijfeld vertelde hij zijn gasten over zijn ontmoeting met de Heer. In deze maaltijd zien we een beeld van de gemeenschap die de Heer Jezus met ons, gelovigen, wil hebben. Later zei de Heer Jezus in Johannes 14 vers 23: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord bewaren, en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken.” We zien een beeld hiervan in het verslag Mattheüs.

Wij kunnen ook genieten van deze gemeenschap met onze mede-gelovigen. De discipelen waren er ook (verg. vs. 30 met Hand. 2:42)! Zij hebben ongetwijfeld genoten van deze gemeenschap samen.

Afgezien van dit verhaal lezen we in het Nieuwe Testament nauwelijks iets over Mattheüs. Maar hij schreef wel het evangelie dat zijn naam draagt. In dit evangelie vinden wij de Heer Jezus speciaal beschreven als de Koning, de ware Zoon van David. Dat begint al meteen, vanaf het eerste vers. Negen keer wordt in dit evangelie vermeld dat Hij de Zoon van David is (1:1,20; 9:27; 12:23; 15:22; 20:30,31; 21:9,15)! De tollenaar die eens in dienst was van het Romeinse Rijk, werd de auteur van het evangelie van de ware Koning van Israël! Wat een verandering! Dit was het resultaat van Mattheus’ antwoord op de oproep van de Heer.

Moge de Heer u en mij helpen om een getuige voor Hem te zijn, net als Mattheüs, na gehoor te hebben gegeven aan Zijn oproep “Volg Mij”!

 

NOTEN:
1. Het Griekse woord ‘synoptikos’ betekent ‘samen gezien’. De synoptische evangeliën zijn Mattheüs, Markus en Lukas. Deze drie evangeliën bevatten in veel gevallen dezelfde berichten en er is hier en daar sprake van overlapping. Het evangelie van Johannes heeft echter een geheel ander karakter en is tientallen jaren later geschreven dan de andere drie. Het evangelie van Johannes is niet altijd gemakkelijk te begrijpen zonder kennis van de andere drie evangeliën. 
2. Het woord “bekering” betekent trouwens “zich afkeren van iets naar iets (of iemand) anders”.

Paul Meijer; © The Christian Explorer

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW