Dan komen we in de hemel
Bijbelgedeelten: 1 Petrus 5 vers 8; 2 Korinthe 11 vers 14; Mattheüs 10 vers 28
Satan is altijd dezelfde, ook wanneer hij zich anders vertoont. Soms toont hij zichzelf als een brullende leeuw (1 Petr. 5:8), soms als een engel van het licht (2 Kor. 11:14), maar het is altijd satan.
Als we terugkijken naar het verleden van Duitsland (nationaal-socialisme) en ook naar andere landen (Rusland, China, India), dan zien we hoe satan zich vooral vertoonde en toont als een brullende leeuw. Zoals eens bij Nehemia (vgl. Neh. 6), probeert hij christenen bang te maken, hen te verlammen, hen tot zwijgen te brengen. Vaak onder totalitaire, communistische of islamitische regeringen worden christenen benadeeld, gemarginaliseerd, bedreigd, gearresteerd en gemarteld.
De wreedheid, brutaliteit en onmenselijkheid lijken vaak geen grenzen te hebben. Een man wordt dagenlang het slapen verhinderd. Elke keer wanneer hij in slaap valt, wordt hij wakker geslagen. Een andere christen zit gevangen in een donker gat – zonder licht, zonder een medegevangene. Hooguit rent een rat hier en daar door zijn cel. Het enige contact is met zijn gevangenbewaarder, die niets beters te doen heeft dan het brood van de christen elke ochtend met zijn eigen uitwerpselen te “smeren”. Andere christenen moeten in de kou buiten werken. Voordat ze na een lange dag terugkeren naar hun cel, moeten ze zich uitkleden, worden met koud water gedoucht en moeten ze de evenzo koude cel in. Bovendien moeten ze de bijtende spot en hoon verdragen, daarbij de bedreigingen dat men zich ook om hun families zouden “bekommeren”, enzovoorts.
Als huisvader word ik bang – angst voor mijzelf, angst voor mijn gezin, van wie ik meer houd dan wat dan ook op aarde. Daarbij is de hele zaak niet zonder een uitweg voor deze vervolgde christenen. Vaak moeten ze gewoon hun handtekening zetten onder een brief, waarin wordt bevestigd dat ze zich afkeren van Jezus en de Bijbel en niet langer contact zullen zoeken met andere christenen. De houding van veel vervolgde christenen wordt echter duidelijk in het volgende scenario:
De geheime politie (in China) brengt een christelijke huiseigenaar in het nauw, die zijn kamers beschikbaar stelt voor een huisgemeente. De ambtenaren zeggen tegen hem: “Deze gemeenten moeten stoppen! Als je ze niet belemmert, nemen we je huis in beslag en gooien we je op straat.” Het antwoord van de huiseigenaar? Hij zal waarschijnlijk antwoorden: “Wil je mijn huis? En mijn tuin? Dan moet u zich tot Jezus wenden, ik heb Hem mijn huis gegeven.” De politieagenten kunnen niet erg wijs worden uit dit antwoord. Ze zeggen: “We weten niet hoe men bij jullie Jezus komt, maar we weten je adres! Als we je huis van je afpakken, hebben jij en je gezin niet langer een dak boven je hoofd!” De huiseigenaar antwoordt: “Dan vragen we God niet alleen om het dagelijkse brood, maar ook om het dagelijkse dak.” – Als je zo door gaat, krijg je een pak slaag!, bruisen de vervolgers – “Dan vragen we Jezus om de wonden te genezen.” – “En dan zullen jullie allemaal de bak indraaien!” Het antwoord van de christen is voorspelbaar: “Als we in de gevangenis komen, zullen we het goede nieuws van Jezus doorgeven aan onze medegevangenen, die hen vrijmaakt. We zullen daar in de gevangenis nieuwe gemeenten vormen (let op: we verwijzen naar huisgemeenten zoals die vaak in China te vinden zijn).” -Als jullie dat proberen, zullen we jullie vermoorden!” – Dan komen we in de hemel en zullen voor altijd bij Jezus zijn.”
(Uit: Ripken, Rik. Lewis, Gregg. Gottes unfassbare Wege. Wie mein Glaube durch verfolgte Christen radikal erneuert wurde {Hoe mijn geloof door vervolgde christenen radicaal werd vernieuwd – vertaler FW}, Brunnen Verlag Gießen, 2013, S. 272f.).
Ze hielden volhardend stand – alsof ze de Onzichtbare zagen. Deze christenen weten wat ze hebben en dat niemand het hen kan roven. Zij hebben de woorden van de Heer begrepen:
“En weest niet bang voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden, maar weest veeleer bang voor Hem die zowel ziel als lichaam kan verderven in de hel” (Matth. 10:28).
We kennen veel voorbeelden van vervolgde christenen die door standvastigheid, vreugde en kalmte in de vervolging gekenmerkt werden. Het was met deze innerlijke houding en hart die van buitenaf niet verborgen kon blijven, dat ze een getuigenis voor hun kwelgeesten waren en bij velen vragen opriepen. Wat hadden deze christenen, dat zij ondanks alle weerstand aan hun geloof vasthielden?
Friedemann Werkshage; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 23.04.2018.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW