5 jaar geleden

Vervolgde christenen (3)

Niet spreken? Onmogelijk!

 

Bijbelgedeelte: Handelingen 4

Laten we ons afvragen wat mensen misschien van de eerste christenen hebben gedacht. Kijk maar in Handelingen 4: zojuist gevangen genomen, stonden Petrus en Johannes voor het Sanhedrin. Het was hetzelfde Sanhedrin waar de Heer onlangs voor stond en vervolgens aan het kruis ter dood werd veroordeeld. Je zou bijna willen roepen: “Petrus, houd je mond! Ben je helemaal gek geworden. Je brengt nog allen om met je speech!” – zo duidelijk waren zijn woorden aan de leiders van het volk. Maar Petrus, vol van de Heilige Geest, zweeg niet, maar sprak en mensen moesten erkennen dat hij met Jezus was geweest (Hand. 4:13). Maar de verbazing over deze ongeletterde en eenvoudige mensen was van korte duur en ze werden ernstig gedreigd “om niet meer tot enig mens in deze naam te spreken (Hand. 4:17,18). Dat is precies het punt! Tot zwijgen brengen! Toentertijd net zoals nu het verklaarde doel van satan! Dat was en is echter precies de opdracht van de discipelen van Jezus: “… en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als <in> heel Judéa en Samaria en tot aan [het] einde van de aarde” (Hand. 1:8). “Gaat heen in de hele wereld en predikt het evangelie aan de hele schepping” (Mark. 16:15).

De opdracht van de Heer is tot op de dag van vandaag niet veranderd. We zien hier ook het duidelijke conflict tussen het gebod van de Heer en het streven van satan, waarin wij staan als discipelen van Jezus. En hoe antwoorden Petrus en Johannes?

“… Of het recht is voor God naar u meer te horen dan naar God, moet u beoordelen; want ons is het onmogelijk niet te spreken over wat wij hebben gezien en gehoord” (Hand. 4:19,20).

Daar hebben we hen weer! Die discipelen van de Heer die gehoorzaam bleven en zich volledig bewust waren van Wie de Heer Jezus voor hen was en wat zij in Hem hadden. Hun harten brandden voor de Heer! Het feit dat Petrus en Johannes hier op deze manier reageren, maakt ons duidelijk dat ze al voordat ze in deze gevaarlijke situatie kwamen, brandende harten hadden. Dit verduidelijkt het principe: we kunnen in gevaarlijke en stressvolle situaties, waarin ons geloof beproefd wordt, alleen dat laten zien wat we al vóór de situatie bezaten. Nogmaals: het was hier geen kinderspel. De leiders van het volk hadden onmiskenbaar duidelijk gemaakt, wat zij van de Heer dachten. Misschien herinnerden de twee discipelen zich nog de woorden van de Heer: “Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u heeft gehaat. […] Herinnert u het woord dat Ik tot u zei: Een slaaf is niet groter dan zijn heer. Als zij Mij hebben vervolgd, zullen zij u ook vervolgen” (Joh. 15:18-20).

Hier en nu zijn deze woorden vervuld en sindsdien nog talloze keren.

 

Friedemann Werkshage; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 29.04.2018.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW