10 jaar geleden

Tucht in de gemeente – 1

Tucht in de vergadering (gemeente) is geen aangenaam onderwerp. Maar helaas is het noodzakelijk, zich daarmee van tijd tot tijd bezig te houden. We willen dat in een korte serie doen.

Steeds weer worden we met vragen geconfronteerd over tucht in de vergadering (gemeente). Dit onderwerp is niet aangenaam. Het liefst zou je je er niet verder mee bezighouden. Maar helaas het is nodig omdat steeds weer zonde in de plaatselijke gemeenten voorkomt. Daarom willen we proberen om een reeks van vragen die ons over dit onderwerp zijn gesteld, aan de hand van het Woord van God te beantwoorden:

  1. Tucht in de vergadering (gemeente) – waarom gaat het?
  2. Uitsluiting – wat betekent uitsluiting? Wat betekent dat praktisch?
  3. Wie moet uitgesloten worden? Wanneer moet worden uitgesloten?
  4. Wanneer kan een uitgeslotene weer worden toegelaten?
  5. Wat als iemand werd uitgesloten, dan berouw toont over de toestand en over de aan de toestand ten grond liggende daden, maar niet weer de samenkomsten bezoeken wil, waaraan hij deelnam in het verleden?
  6. Wat moet de plaatselijke gemeente doen, als iemand zich uit de gemeenschap heeft teruggetrokken en pas daarna in zonde gevallen is?
  7. Wat te doen als zo’n persoon weer terug komt en of terug komen wil?
  8. Hoe kan zo iemand weer worden toegelaten?

1. Waarom gaat het, wanneer men van tucht in de gemeente spreekt?

Het woord “tucht” is afgeleid van voeden, opvoeden. In algemeen spraakgebruik van veel gelovigen verbindt het zich met de zogenaamde “uitsluiting” uit de gemeenschap van plaatselijke en dus boven-plaatselijke gemeente (gemeenschap). In de Bijbel komt het juist in deze verbinding niet voor.

In het Nieuwe Testament lezen we over de tucht van vaders met betrekking tot hun kinderen (Hebr. 12:9). Dan is er sprake van tucht die God als Vader met ons uitoefent, daar wij Zijn geestelijke kinderen geworden zijn (Hebr. 12:5-8).

We lezen in 1 Korinthe 11 vers 32 van de tuchtiging van de Heer Jezus in Zijn gemeente, die zelfs daartoe kan leiden, dat Hij gelovigen tot Zich roept, omdat zij of andere gelovigen in de plaatselijke gemeente op schaamteloze wijze het Woord van God hebben geschonden.

In 1 Timotheüs 1 vers 20 schrijft Paulus over apostolische tucht en vermaning, die hij als een apostel uitoefenen respectievelijk uitspreken kon. Blijkbaar had hij Hymeneüs en Alexander berispt in het bijzijn van anderen en (geestelijk, niet fysiek) getuchtigd, dus scherp gewaarschuwd en zelfs aan de directe invloed van de satan overgegeven. Dit soort tucht is er niet meer, omdat de apostelen niet meer leven.

Verschillende soorten tucht

Onder christenen bestaat het gevaar, dat ze alleen de uitsluiting uit de gemeenschap van de gelovigen als tucht verstaan. Het Nieuwe Testament kent minstens tien vormen van tucht. We moeten altijd eerst de andere negen overwegen, voordat we de tiende voor noodzakelijk houden. Dat is niet altijd mogelijk; we moeten echter niet altijd alleen aan uitsluiting denken.

Tucht kan vaderlijke, broederlijke of tucht van de vergadering zijn, zowel preventief als correctief van aard zijn, respectievelijk een erkenning betekenen, dat “onze” tucht niet meer voldoende is, maar alleen de Heer iets bewerken kan. Dit fundamenteel besef zou altijd aanwezig moeten zijn.

  1. Vaderlijke tucht (2 Tim. 4:2; Gal. 6:1);
  2. Broederlijke tucht (Matth. 18:15–17);
  3. Terechtwijzende tucht bij hen die ongeregeld wandelen (1 Thess. 5:14);
  4. Tucht door het zich onttrekken aan hen die ongeregeld wandelen (2 Thess. 3:6);
  5. Tucht door het zich onttrekken [het mijden] (Rom. 16:17);
  6. In tegenwoordigheid van allen aan de kaak stellen [bestraffen] (1 Tim. 5:20; vgl. Gal. 2:14);
  7. Tucht door tekenen (2 Thess. 3:14);
  8. Tucht door afwijzen van een sektarisch mens (Titus 3:10);
  9. Tucht door het bevel te zwijgen (Tit. 1:10-11; 1 Tim. 1:3);
  10. Tucht door uitsluiting (1 Kor. 5:12-13).

Ik hoop dat deze lijst duidelijkheid geeft. Tucht en uitsluiting zijn geen synoniemen. De tucht kan vele vormen aannemen, en het is belangrijk om erover na te denken, als er dingen niet goed gaan tussen broeders en zusters.

Manuel Seibel, © Bibelpraxis.de

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW