“… is Christus […] voor goddelozen gestorven” (Rom. 5:6).
“… dat wij kinderen van God genoemd zouden worden” (1 Joh. 3:1).
Goddeloos & kind van God
Niet alleen, dat wij mensen God aan de kant gezet hebben, maar wij hebben Hem volledig losgelaten. De kern van de zonde, zoals gezien in Adam en Eva, is het verlangen om als God te zijn (Gen. 3:5). Iedere zondaar is in de ware zin van het woord “los van God.” Wij vinden dit herhaaldelijk in de Bijbel: in de Psalmen bijvoorbeeld, waar rond de 50 keer over de goddelozen wordt gesproken, worden zij gelijkgesteld met hen die God vergeten (Ps. 9:18).
En nu? Niet alleen zijn wij “niet goddeloos” (“los van God”), dat wil zeggen, teruggebracht in een of andere relatie met Hem, maar wij zijn zelfs Zijn kinderen. Men kan niet verder van God af zijn geweest – en ook niet dichter bij Zijn hart. Gods liefde had ons kunnen redden zonder ons tot kinderen te maken, maar zij rustte niet voordat wij waren aangenomen in Gods hemelse familie. God wilde meer dan voormalige rebellen tot juiste onderdanen maken. Bij dit contrast kunnen wij ons alleen maar aansluiten bij de verbazing van Johannes: “Ziet, welk een liefde!”
Alexander Schneider; www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 10.05.2022.
Geplaatst in: Christendom, Geloof
© Frisse Wateren, FW