3 jaar geleden

Tegenstellingen – eens en nu (19)

“Hij bevrijdde allen die door angst voor de dood hun leven lang onderworpen waren aan slavernij” (Hebr. 2:15).
“Want te leven is voor mij Christus en sterven is winst” (Fil. 1:21).

Doodsangst & sterven is winst

Is Paulus levensmoe om zijn eigen dood een winst te noemen? Natuurlijk niet. Maar zijn verklaring bevestigt de grote tegenstelling die hij ervoer.

Mensen zonder God zijn bang voor de dood. Ze weten niet wat er zal gebeuren, wanneer ze hun ogen sluiten. De gedachte dat na de dood alles voorbij is en dus ook het hele leven in principe zinloos is, is voor veel mensen onbevredigend en zelfs beangstigend. Maar zelfs indien na de dood alles voorbij zou zijn en er dus nog maximaal 80-90 jaar op aarde zou resteren, zou dit toch de vrees voor een plotseling einde van het leven doen toenemen. Mensen op hun sterfbed die zonder God hebben geleefd, sterven in angst en onvrede.

Hoe anders is Paulus. Hij weet: wanneer mijn korte tijd op aarde voorbij is, zal ik een eindeloze eeuwigheid zal doorbrengen op de meest wonderbaarlijke plaats. Voor hem – net als voor iedere christen – kan sterven alleen maar winst zijn. Met de dood gaan we van een zondige, troosteloze aarde vol verdriet, oorlog, misdaad, leugens en strijd naar de hemel, die de Bijbel als volgt beschrijft: “… en God Zelf zal bij hen zijn, <hun God.> En Hij zal elke traan van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch pijn1 (Openb. 21:3,4). Met zo’n mooi vooruitzicht verliest de dood, hoe verdrietig de scheiding van dierbaren ook is, zijn angst. Voor christenen is sterven dus slechts de overgang naar een veel beter leven – dat wil zeggen, een werkelijke winst. Daarom zegt Paulus ook: “Ik verlang ernaar heen te gaan en met Christus te zijn, <want> dit is verreweg het beste” (Fil. 1:23).

NOOT:
1. Of ‘moeite.’

 

Alexander Schneider; www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 06.05.2022.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW