Leestijd: 13 minuten
We leven in een tijd waarin onze cultuur op een kritieke tweesprong staat. Het fundament van het leven zoals wij dat kennen, is aan het afbrokkelen en de sleutelwoorden zijn verdraagzaamheid en aanvaarding. Hoe kan de christen zwemmen tegen zo’n sterke stroom die onze cultuur vandaag overspoelt? In veel opzichten moeten we zijn als de zalm!
Het leven van een zalm is zeer interessant. Vanuit de zoetwaterrivieren doorlopen zij hun normale levenscyclus als eitjes en jonge visjes om uiteindelijk in zee te leven. Maar zodra zij volwassen zijn, zijn zij vastbesloten om terug te keren naar hun paaigebieden, die honderden of duizenden kilometers verderop liggen. De terugreis is vol gevaren, want ze zwemmen tegen de overweldigende stroming van de rivieren in. Ze zwemmen doelgericht en springen tegen alle verwachtingen in stroomopwaarts en tegen watervallen op. Velen van hen bereiken uiteindelijk hun paaigebieden en kunnen daar hun eieren leggen en zo leven geven aan een nieuwe generatie zalmen.
Maar als christen in de rivier van het leven en als het leven als een rivier is, dan vereist het navolgen van Christus dat wij stroomopwaarts zwemmen! Wanneer wij ophouden met zwemmen of Hem actief volgen, worden wij automatisch stroomafwaarts meegesleurd! Op het moment dat we met de stroom mee beginnen te zwemmen, raken we verdwaald in de stroom van deze wereld!
Wat is de wereld?
Daarom moeten we ons afvragen wat de wereld is. De Bijbel spreekt op drie manieren over de wereld; de planeet (Gen. 1:1,31; Hand. 17:24), de mensen (Joh. 3:16; 1 Joh. 4:9-10) en het programma of systeem. God schiep de aarde waarop wij leven en noemde haar “zeer goed” en Hij heeft de mensen zó lief, dat Hij Zijn Zoon naar deze wereld zond om ons te verlossen, te redden en met Zichzelf te verzoenen! Dus wat is de stroming van deze wereld, waar wij als christenen tegenin moeten zwemmen? Wat is het programma of systeem van deze wereld? Het is een systeem, dat beheerst wordt door satan, waarin hij zich verzet tegen God en het werk van Christus. Het is het tegenovergestelde van wat Goddelijk is (1 Joh. 2:16)! Drie keer in het evangelie van Johannes noemde de Heer Jezus satan “de overste van deze wereld” (Joh. 12:31; 14:30; 16:11). Paulus noemde hem de “god van deze eeuw” (2 Kor. 4:4). In 1 Johannes 5 vers 19 lezen wij: “Wij weten dat wij uit God zijn, en de hele wereld in (de macht of heerschappij) het boze ligt.”
We kunnen ons afvragen, “hoe heeft dit kunnen gebeuren?” Als God deze wereld en alles wat zich daarin bevindt heeft geschapen, hoe kan het dan dat het wereldsysteem nu onder de heerschappij van satan is? Voor het antwoord hierop moeten we teruggaan naar Genesis 1 vers 26-28. Daar lezen we dat toen God de mens schiep, Hij hem heerschappij over de aarde gaf. De psalmist overpeinst dit met verbazing als hij schrijft: “… wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond. U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd” (Ps. 8:5-7).
Adam zou heerschappij hebben over alles op aarde. Ze moesten het onderwerpen! Maar in het derde hoofdstuk lezen we van Adams ongehoorzaamheid en de gevolgen van hun zonde. Eén van die gevolgen was, dat toen Adam zich overgaf aan de verleidingen van satan, hij ook zijn heerschappij over de aarde opgaf. Satan is nu de heerser of vorst van deze wereld. De Geest van God grijpt terug op Psalm 8 in Hebreeën 2 vers 5-9 en herinnert eraan, dat wat de eerste Adam verloor, de laatste Adam, de Heer Jezus Christus heeft teruggewonnen: “Want niet aan engelen heeft Hij onderworpen het toekomstige aardrijk1, waarover wij spreken, maar iemand heeft ergens betuigd en gezegd: ‘Wat is [de] mens dat U hem gedenkt, of [de] mensenzoon dat U acht op hem geeft? U hebt hem een weinig2 minder gemaakt dan [de] engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond <en hem gesteld over de werken van Uw handen>; alles hebt U onder zijn voeten onderworpen.’ Want door <Hem> alles te onderwerpen, heeft Hij niets overgelaten dat Hem niet onderworpen zou zijn. Maar nu zien wij nog niet alles aan Hem onderworpen; maar wij zien Jezus, die een weinig2 minder dan [de] engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door [de] genade van God voor alles [de] dood smaakte.”
In Efeze 2 vers 1-3 spreekt Paulus over het systeem van deze wereld en herinnert ons eraan onder wiens invloed deze wereld staat: “En u [heeft God opgewekt] toen u dood was in uw overtredingen en zonden, waarin u vroeger hebt gewandeld overeenkomstig de tijdgeest3 van deze wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest die nu werkt in de zonen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen vroeger verkeerden in de begeerten van ons vlees, toen wij de wil4 deden van het vlees en van de gedachten; en wij waren van nature kinderen van [de] toorn, evenals de overigen.”
De stroming van deze wereld is zeer sterk tegen een ieder die zich voorneemt Christus te volgen. Het is een zeer sterke stroming die over de aarde gaat, een stroming van goddeloosheid, immoraliteit, openlijke en niet zo openlijke zonde. De wereld waarin wij leven is doordrongen van goddeloze waarden en activiteiten. Deze wereld lijkt veel op de Banyanboom! Vanwege zijn ongewone groeiwijze staat de tropische Banyanboom bekend als een “wurgvijg.” Deze grote bomen kunnen meer dan 200 meter in diameter bereiken, met een hoogte van 30 meter. Hoewel ze inheems zijn in India, komen banyanbomen in heel Zuid-Azië voor; hun wortels dalen af over de stam van de gastboom op zoek naar de grond eronder. Als ze zich eenmaal hebben geworteld, worden de wortels van de wurgvijg snel dikker en langer. Waar de vijgenwortels elkaar kruisen smelten ze samen, waardoor een traliewerk rond de stam van de gastboom ontstaat. Geleidelijk aan hongeren ze de gastboom uit en verhinderen ze hem te groeien door al zijn licht, water en voedingsstoffen weg te nemen. Uiteindelijk verstikt de banyanboom de gastboom tot hij sterft en wegrot, en de wurgvijg in zijn plaats achterlaat.
Op soortgelijke wijze worden geestelijk leven en vrucht weggezogen, nu het zaad van sluipende compromissen wordt getolereerd in veel van de wereld van vandaag en zelfs in de belijdende gemeente.
De werktuigen van satan
Satan heeft drie basiswerktuigen die hij gebruikt om de productiviteit van het christelijk leven uit te persen! Ze worden ons gegeven in 1 Johannes 2 vers 16: “Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.” Laten we eens kijken naar elk van hen.
De begeerte van het vlees
Dit zijn ongebreidelde begeerten van het vlees, zoals geschetst in Galaten 5 vers 19-21: “Nu is het duidelijk wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgodendienst, toverij, vijandschappen, twist, jaloersheid, toorn, partijzucht, tweedracht, sekten, afgunst, <moorden,> dronkenschappen, zwelgpartijen en dergelijke; waarvan ik u tevoren zeg, zoals ik ook tevoren heb gezegd, dat wie zulke dingen bedrijven, Gods Koninkrijk niet zullen beërven”.
Paulus leert ons verder dat “zij die van Christus <Jezus> zijn, hebben het vlees met de hartstochten en de begeerten gekruisigd” (Gal. 5:24) en volgens Romeinen 6 vers 6 is “onze oude mens met [Hem] gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde teniet gedaan zou zijn, opdat wij niet meer de zonde dienen”. Zo ook u [wij] “rekent het ervoor ten opzichte van de zonde dood te zijn, maar voor God levend in Christus Jezus” (Rom. 6, 11). Wij mogen geen zorg wijden aan het vlees om aan zijn begeerten te voldoen (Matth. 5:28; Rom. 13:14; 1 Petr. 2:11).
De begeerte van de ogen
Dit is ongeoorloofd verlangen naar dingen die we zien, Paulus somt zulke dingen op in Efeze 5 vers 5-7 en Kolosse 3 vers 5-7. Wij worden opgedragen onze ogen af te wenden van het kijken naar onwaardige dingen (Ps. 119:37; Spr. 23:5; Jes.33:5). De Bijbel heeft veel te zeggen over onze ogen en wat wij ons veroorloven om naar te kijken. De Heer Jezus zei: “De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog eenvoudig is, zal uw hele lichaam verlicht zijn; maar als uw oog boos is, zal uw hele lichaam duister zijn. Als dan het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is de duisternis” (Matth. 6:2-23)! Als het oog goed gericht is op het licht, kan het hele lichaam goed functioneren. Maar als het oog niet gericht is en dubbel ziet, resulteert dat in onvaste bewegingen! Onmiddellijk daarna zegt de Heer Jezus: “Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de één haten en de ander liefhebben, òf zich aan de één hechten en de ander verachten.” Als wij onze ogen niet in bedwang houden, zal dat onze trouw aan Christus beïnvloeden!
De hoogmoed van het leven
Dit kan zijn grootspraak, leeftijdsrijkdom, successen en nog veel meer dingen. Een voorbeeld van de trots van het leven is te vinden in Lukas 12 vers 16-21. De man daar in dat verhaal was een hardwerkende man, die trots was op zijn prestaties, maar niet dacht aan God of aan zijn eeuwige toekomst! Maar God draagt ons op “niet hoogmoedig te zijn en onze hoop niet gevestigd te hebben op [de] onzekerheid van de rijkdom, maar op God die ons alles rijkelijk geeft om te genieten” (1 Tim. 6:17). Verder wordt ons gezegd: “[Doet] niets uit partijzucht of uit ijdele roem, maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf” (Fil. 2:3).
Dit zijn dezelfde drie werktuigen die satan gebruikte tegen Eva in de hof van Eden en tegen de Heer Jezus in de woestijn (Gen. 3:6, Luk. 4:1-13). Er is vaak gezegd, dat satan elk van deze drie op elk moment in iemands leven kan gebruiken, maar vaak richt de begeerte van het vlees zich op veel jongere mensen en de begeerte van de ogen zich op veel mensen van middelbare leeftijd, terwijl de hoogmoed van het leven zich vaak op oudere mensen richt. Maar het maakt niet uit op welke leeftijd we leven of welke status we hebben, Paulus waarschuwt ons: “… opdat de satan op ons geen voordeel zou behalen, want zijn gedachten zijn ons niet onbekend” (2 Kor. 2:11).
Heb de wereld niet lief
We hebben al veel redenen gezien waarom wij als volgelingen van Christus hier niet van moeten houden, maar het is goed om hier nog wat verder op in te gaan. De zeer praktische apostel Jakobus zegt met klem: “Overspeligen,5 weet u niet dat de vriendschap jegens de wereld vijandschap is jegens God? Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God” (Jak. 4:4). Hij verbindt vriendschap met de wereld met het plegen van geestelijk overspel!
Onze Heer kende deze wereld, dus waarom zouden wij er zo vertrouwd mee willen zijn (Joh. 1:10; 17:25)? Niet alleen kende zij Hem niet, maar deze wereld haatte Hem en kruisigde onze Heer (Joh. 7:7; 15:18)! Waarom zouden wij er naar terugkeren als wij er niet meer toe behoren (Joh. 17:14-16, 1 Petr. 4:12-19)? Christus behoorde niet tot deze wereld (Joh. 8:23), Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld (Joh. 18:36) en Hij overwon deze wereld (Joh. 16:33)! Wanneer ons geleerd wordt, dat toen Hij stierf aan het kruis van Golgotha, God ons ziet als gestorven met Hem en Paulus verklaart, dat onze roem niet in deze wereld moet zijn: “Maar ik wil volstrekt niet roemen dan alleen in het kruis van onze Heer Jezus Christus, door Wie voor mij [de] wereld gekruisigd is, en ik voor [de] wereld” (Gal. 6:14).
De vraag die we onszelf moeten stellen is: “Met welke stromingen zwemmen wij mee?” Soms beseffen we het niet eens totdat we stroomopwaarts moeten gaan zwemmen!
Het gevaar
In elke periode is de grootste bedreiging voor het volk van God altijd gelijkvormigheid geweest! Wij hebben een vast punt van waarheid nodig, dat ons niet zal laten afdrijven! Er is eens gezegd: “Gelijkvormigheid is de gevangenbewaarder van vrijheid en de vijand van groei” en in vele opzichten is dat waar!
Wij zien dit heel sterk in het leven van Lot, Abrahams neef, gelijkvormigheid en geleidelijk aan compromissen maken het leven van Lot kapot. We maken voor het eerst kennis met Lot in Genesis 12, toen hij zijn oom uit Ur der Chaldeeën vergezelde. Aanvankelijk schikte hij zich naar Abraham, maar al spoedig zorgden succes en rijkdom ervoor, dat hij ten prooi viel aan wereldgelijkvormigheid. Toen er ruzie was tussen zijn herders en die van Abraham, gaf zijn oom, die geen ruzie wilde, zijn neef de keus om voor zichzelf het land uit te zoeken dat hij wilde: “En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte (begeerte van de ogen) rijk aan water was (begeerte van het vlees); voordat de HEERE Sodom en Gomorra te gronde gericht had, was zij in de richting van Zoar als de hof van de HEERE, als het land Egypte. Daarom koos Lot voor zichzelf heel de Jordaanvlakte en Lot trok naar het oosten; en zij werden van elkaar gescheiden” (Gen. 13:10-11). Lot begon met de stroom mee te zwemmen en werd door het werktuig van de vijand met de stroom mee getrokken. Vaak trekt en verleidt de vijand ons langzaam in de richting van de wereld. Het is alsof je je in de stroom waadt in plaats van erin te storten! Lot begon zich in de richting van de wereldse invloeden van Sodom te bewegen. Eerst sloeg hij zijn tent erbuiten op (Gen. 13:12), daarna ging hij erin wonen (14:12). Al snel raakte hij zo verzonken, dat hij stroomafwaarts zwom en bij elke slag compromissen sloot! Abram redde de op compromissen beluste Lot toen Sodom werd aangevallen door naburige volken (Gen. 14), maar tegen die tijd woonde Lot in Sodom en werd hij feitelijk een persoon van enige betekenis onder de Sodomieten; niet dat het hem echt respect of invloed opleverde. Hij zat in de stadspoorten, een gewoonte van hen die optraden als stadsambtenaren en rechters. Compromissen sluiten met de wereld zal altijd eindigen met het kwetsen van degenen die we liefhebben. Hoewel Lot zwaar te lijden had door de zedeloosheid om hem heen (2 Petr. 2:6-9), zorgde zijn compromis ervoor, dat hij alle invloed en getuigenis ten opzichte van zijn eigen familie verloor. Zijn compromis veroorzaakte, dat hij aarzelde en twijfelde op een cruciaal moment. Het zorgde er zelfs voor, dat hij argumenteerde met de engelen van God. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat het zijn vrouw ook ontbrak aan geloof en gehoorzaamheid om Gods geboden op te volgen. Ook zij was verloren. Omdat zij waren opgegroeid in een gezin waar persoonlijke verlangens en werelds denken voorrang hadden op de moraal en het Woord van God, verloor Lot zelfs de zedelijkheid van zijn twee dochters (Gen. 19:30-38). Lot herinnert ons eraan, dat we de wereld nooit zullen kunnen beïnvloeden door te proberen te zijn zoals zij!
De uitdaging
De apostel Paulus daagt ons uit in Romeinen 12 vers 1-2: “Ik vermaan u dan, broeders, door de ontfermingen van God, dat u uw lichamen stelt tot een levende offerande, heilig, voor God welbehaaglijk, [dat is] uw redelijke dienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt veranderd6 door de vernieuwing van uw denken, opdat u beproeft wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” In de oorspronkelijke Griekse taal van het Nieuwe Testament, is het woord dat gebruikt wordt voor veranderen metamorfose. De biologische woordenboekdefinitie voor metamorfose is “een diepgaande verandering in vorm van het ene stadium naar het volgende in de levensgeschiedenis van een organisme, zoals van de rups naar de pop en van de pop naar de volwassen vlinder.” Hoewel er een uiterlijke verandering of verandering van vorm plaatsvindt, komt de verandering van binnenuit het leven van het organisme. Een rups die verandert in een vlinder is een uitstekend beeld van wat de Bijbel zegt over de verandering van de gelovigen naar het beeld van Christus.
Zoals we gezien hebben, betekent verandering “verandering of vernieuwing van een leven, dat niet langer overeenstemt met de wegen van de wereld maar naar een leven dat God behaagt.” Dit wordt bereikt door de vernieuwing van ons denken, die leidt tot een geestelijke verandering die zich zal manifesteren in uiterlijke daden. De Bijbel stelt het veranderde leven in Christus voor als getoond door ons “dragen van vrucht in alle goed werk en opgroeien door de kennis7 van God” (Kol. 1:10). Deze verandering houdt in, dat zij die ooit ver van God waren, tot Hem “naderbij komen” door het bloed van Christus (Ef. 2:13).
Hoe ziet dit veranderde leven er dan uit? Het wordt gezien in de wijze waarop wij steeds meer de gelijkenis en de heerlijkheid van Christus weerspiegelen (2 Kor. 3:18). Paulus zegt ons: “Maar u bent niet in [het] vlees, maar in [de] Geest, als inderdaad Gods Geest in u woont; maar als iemand [de] Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe” (Rom. 8:9). Een veranderd leven vertoont de vrucht van de Geest, zoals beschreven in Galaten 5 vers 23-24: “Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw8, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet. Maar zij die van Christus <Jezus> zijn, hebben het vlees met de hartstochten en begeerten gekruisigd.”
Een andere wijze van denken
Een vernieuwd denken is de sleutel tot het christelijk leven. De reden waarom ongelovigen niet op de waarheid reageren, is dat zij de geestelijke waarheid niet kunnen onderscheiden (1 Kor. 2:14). Het evangelie is een oproep aan de ongelovige om zich van zijn zonde te bekeren en Christus door geloof aan te nemen. Het Griekse woord dat vertaald wordt met “bekering” draagt het idee in zich van een verandering van denken. Ons denken, als gelovigen, moet voortdurend worden afgestemd op het denken van God, waarbij wij worden veranderd van oude, goddeloze denkwijzen in nieuwe, goddelijke denkwijzen. Wat wij in ons denken weten als waar, vormt een overtuiging in ons hart van die waarheid, en die overtuiging in ons hart vertaalt zich in handelen en gedrag. Daarom moeten we eerst ons denken vernieuwen. De enige manier om de dwaling van het wereldse denken te vervangen is het te vervangen door Gods waarheid, en de enige onfeilbare bron van Gods waarheid is Zijn geopenbaarde Woord, de Bijbel. Psalm 19 vers 8 herinnert ons eraan dat “de wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert [herstelt of vernieuwt] de ziel” en Psalm 119 vers 97-104 zegt: Hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking. Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden, want zij zijn voor eeuwig bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leraren, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer inzicht dan de ouderen, omdat ik Uw bevelen in acht genomen heb. Ik heb mijn voeten weerhouden van alle slechte paden, opdat ik mij aan Uw woord zal houden. Ik ben niet afgeweken van Uw bepalingen, want Ú hebt mij onderwezen. Hoe zoet zijn Uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond. Door Uw bevelen krijg ik inzicht, daarom haat ik elk leugenpad. We lezen ook in Spreuken 23 vers 7: “Want zoals hij bedacht heeft bij zichzelf, zo zal hij tegen u zeggen …”. Wat wij begrijpen en geloven ontwikkelt ons denken en dat beïnvloedt ons gedrag! Jakobus spreekt over “het ingeplante woord,” dat in staat is ons te helpen als wij de aanwijzingen die het ons geeft in praktijk brengen (Jak. 1:21-27), dit toont het ware christendom aan!
Verandering door een vernieuwd denken komt als gelovigen zichzelf openstellen voor Gods Woord door tijd door te brengen met de Heer en door persoonlijke Bijbelstudie. Het trouwe onderwijs van het Woord elke week als we samenkomen met andere Christenen helpt om ons te laten denken, zoals God dat wil. Goede gedegen groepen die zich met Bijbelstudie bezig houden, zullen helpen Gods gedachten te kennen. Een goede bijbelgelovige, een samenkomst die onderricht geeft in de bijbel is van onschatbare waarde om ons te helpen ons denken te vernieuwen. Er zijn geen kortere wegen. Er is geen magische formule om onze gedachten te vernieuwen. We moeten onze gedachten vullen met Gods Woord. Zoals Jezus tot de Vader bad: “Heilig hen door de waarheid; Uw Woord is de waarheid” (Joh. 17:17).
Beproef alle dingen
Wij leven in moeilijke dagen, waarin er mensen zijn die de waarheid van Gods Woord niet liefhebben. Er zijn mensen die geen gezonde leer willen horen, maar zich liever vermaken met het volgen van hen die alleen maar goed ‘klinken’, zij die een schijn van godsvrucht bezitten maar de kracht ervan verloochenen (2 Tim. 3:5; 4:3-4). Maar Paulus draagt ons op om “het Woord te prediken” en “het werk van een evangelist te doen” (2 Tim. 4:2,5). Maar in 1 Thessalonicenzen 5 vers 21 spoort hij ons als volgt aan: “beproeft alles; behoudt het goede”! De oude apostel Johannes begreep hoe belangrijk het is om te beseffen, dat je niet alles kunt geloven wat je hoort! Luister naar zijn onderwijs in 1 Johannes 4 vers 1: “Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn, want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.” We moeten oppassen, dat we niet alles geloven wat we lezen of horen prediken! We moeten alles toetsen en wat er gezegd wordt toetsen aan het onfeilbare Woord van God! Johannes waarschuwt ons om niet iedereen te geloven die beweert namens God te spreken en die beweert een profetische stem te hebben. Johannes spreekt over de geest van de waarheid en de geest van de dwaling (1 Joh. 4:6). Wat wij vandaag de dag horen prediken en onderwezen vanaf vele kansels, komt ofwel van de Geest van de waarheid, die de Heilige Geest is, – zo meerdere malen genoemd door onze Heer Zelf in de toespraak in de bovenzaal in het evangelie van Johannes, – ofwel van de geest van de dwaling, die satan en zijn demonen zullen zijn. Wij weten, dat God de waarheid spreekt en de waarheid openbaart en dat satan leugens spreekt en een misleider is, en daarom is het van cruciaal belang, dat wij het verschil kunnen onderscheiden.
Als wij stroomopwaarts zwemmen tegen de stroom van de wereld in, kunnen er onderweg veel brokstukken liggen en moeten wij onderscheiden wat van God is; dat kunnen wij alleen door in het Woord te zijn, het Woord te kennen en het Woord op de juiste wijze delen (snijden) (2 Tim. 2:15).
Tim Hadley sr.
© www.anchorsforlife.org; Swimming Against The Current
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW