Het Johannes-evangelie (09b)
Vervolg bijbelgedeelte: Johannes 2 vers 23 tot 3 vers 10 “Jezus antwoordde en zei tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw1 geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien” (vs. 3). De Heer Jezus reageert op de erkenning van Nicodémus met geen enkel woord. Schijnbaar zonder enig verband spreekt Hij rechtstreeks over de noodzaak van de nieuwe geboorte. Wat heeft Zijn antwoord te maken met de opmerking van Nicodémus? Het onderwijs van de Heer Jezus...
De profeet Daniël (14)
Bijbelgedeelte: Daniël 4 vers 1-7 Inleidende opmerkingen over vers 1-3 Daniël 4 vers 1-3: “Koning Nebukadnezar aan alle volken, natiën en talen die op de hele aarde wonen: Moge uw vrede toenemen. Het behaagt mij de tekenen en wonderen die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft, te kennen te geven. Hoe groot zijn Zijn tekenen en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en Zijn heerschappij is van generatie op generatie.” Nebukadnezar schrijft zelf een brief,...
Brieven aan een nieuwe bekeerling (1)
Bijbelvers: Hebreeën 6 vers 1 Een goed begin Beste gelovige vriend, Als nieuwe bekeerling sta je op de drempel van een compleet nieuw tijdperk in je leven. Veel dingen zijn vast nieuw voor jou en de weg die je net bent ingeslagen lijkt een beetje geheimzinnig. Ik wil je graag kennis laten maken met een of twee dingen die je, met Gods zegen, kunnen helpen aan het begin van je christelijke loopbaan. We hoeven niet over je verleden te praten...
Dat ik Christus mag kennen
Filippi 3 vers 10: “… om Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding en <de> gemeenschap aan Zijn lijden, terwijl ik aan Zijn dood gelijkvormig wordt.” In Handelingen 9 en 22 en 26 lezen we over de bekering van Saulus van Tarsus. We horen hem twee vragen stellen die zeer inzichtelijk zijn voor het begrijpen van het onderwerp ‘God kennen’ en ‘Hem bekend maken.’ De eerste vraag was: “Wie bent U, Heer?” (Hand. 9:5). De Heer antwoordde: “Ik...
De mens – zoals God hem ziet (2)
Romeinen 6 vers 6; Efeze 4 vers 22-24; Kolosse 3 vers 9-11 De uitdrukkingen “de eerste mens” en “de tweede mens” vormen een tegenstelling tussen Adam en Jezus Christus. De eerste mens was door God zeer goed geschapen, maar faalde in zijn verantwoordelijkheid. De Heer Jezus daarentegen, als tweede mens uit de hemel, leefde altijd voor de eer van God. Dat zagen we in het eerste artikel. Nu komen we bij een andere paar begrippen: De oude en de nieuwe...
De eerste decennia van het christendom (46)
Handelingen 26 vers 9-23 Vers 9-23 Paulus voelde ooit dat hij veel moest doen, dat vijandig stond tegenover de Naam van Jezus, de Nazoreeër. Hij was niet bang Hem bij Zijn verachte Naam te noemen; Zijn persoon had een onmetelijke waarde voor zijn eigen hart, en hij achtte het een eer Zijn schande te mogen delen. Zijn vroegere haat tegen Jezus had hij geuit door lijden toe te brengen aan hen die in Hem geloofden en die hij nu “de...
Waardevoller dan robijnen (9)
Duurzaamheid Spreuken 31 vers 18: “Zij merkt dat het met haar zaken goed gaat, haar lamp dooft ’s nachts niet.” De ijverige vrouw leert, dat haar werk goede vruchten heeft opgeleverd. Dit maakt haar echter niet laks, maar spoort haar aan tot verdere trouw en volharding. Misschien laat de Heer ons ook van tijd tot tijd weten, dat ons werk voor Hem vrucht heeft gedragen. Misschien heeft onze dienst bijgedragen aan de opbouw van de Zijnen of aan de bekering...
Overdenking over 2 Thessalonika (8)
Aantekeningen bij de overdenking van de 2e brief aan de Thessalonikers Hoofdstuk 3 Beide brieven aan de Thessalonikers hebben één belangrijk thema: de komst van de Heer Jezus. Maar beide brieven behandelen dit onderwerp vanuit een duidelijk verschillend gezichtspunt. In 1 Thessalonika gaat het vooral over de komst van de Heer Jezus voor de Zijnen, over de opname; terwijl 2 Thessalonika vooral gaat over de komst van de Heer Jezus met de Zijnen, waarmee de dag van de Heer...
Overdenking over 2 Thessalonika (5)
Aantekeningen bij de overdenking van de 2e brief aan de Thessalonikers Vervolg hoofdstuk 1 Dillenburg 2012 De Thessalonikers werden na hun bekering sterk vervolgd en getreiterd door hun eigen landgenoten. Paulus was verder gegaan na zijn 4 weken durende bediening onder hen (Hand. 17:1-9). Gedurende deze tijd na zijn vertrek en vóór zijn twee brieven aan hen, waren sommigen van hen ontslapen, misschien zelfs een martelaarsdood gestorven. Nu waren de Thessalonikers onwetend over degenen die ontsliepen, er was bij hen...