“… geen mens … heeft zeggenschap over de dag van de dood …” (Pred. 8:8).
“… zie, nu is het [de] welaangename tijd, zie, nu is het [de] dag van [de] behoudenis …” (2 Kor. 6:2,3).
Een autocoureur kwam om in de 24-uur motorrace van Le Mans in Frankrijk. Een collega van hem drukte zijn visie op de risico’s met betrekking tot het motorracen als volgt uit: “Velen denken dat we gek of onbedachtzaam zijn. Maar dat is niet waar. We zijn ons maar al te bewust van het gevaar. Alleen wij zeggen: ‘Het zal mij niet gebeuren'”.
Een beroemd schrijver gaf een journalist dit antwoord: “De hele wereld maakt plezier van de dood … Het overkomt altijd andere mensen. Het zijn de anderen die begraven zijn. De klok luidt nooit voor jezelf”.
Hier ligt een patiënt op bed zonder enige hoop op genezing; daar een jonge man die zijn leven verloor door een ongeluk. We zijn ons ervan bewust dat een ander stierf, maar we doen alsof we voor altijd leven zullen. Begraafplaatsen worden voor onze ogen opgevuld, maar wij weigeren aan te nemen, dat er voor ons ook een plaats is gereserveerd.
Veel mensen sluiten hun ogen toe voor de dood omdat ze bang zijn. Zij vrezen de dood, ze zijn bang voor het leven na de dood, zij zijn bang voor God. Zo onderdrukken zij elke gedachte aan de dood en het leven daarna. Ze leven het leven ten volle, en maken zich geen zorgen over het hiernamaals. Is dat de oplossing?
Hoe verschrikkelijk zal het zijn voor een ieder die onze heilige God ontmoeten zal met nog steeds de schuld van zijn zonden. Maar God “wil dat alle mensen behouden worden” (1 Tim. 2:4). Dus niemand moet aarzelen om de vergeving, die God ons in Jezus Christus geeft, te aanvaarden.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW