19 jaar geleden

Ruth (21)

Deze doorlopende overdenking is ontstaan uit voordrachten en zijn voor de praktijk bedoeld. Moge de Heer ons door deze eenvoudige overdenking rijkelijk zegenen! – Het ligt mij op het hart daarop te wijzen, dat men uitleg over het Woord van God alleen met de Bijbel en onder gebed leest.

Boaz geeft uit zijn volheid

Ruth 2:14: “En hij reikte haar geroost koren toe, en zij at, en werd verzadigd, en hield over”.

Tijdens het eten deelt Boaz uit – de Heer Jezus Zelf geeft uit Zijn volheid. “Maar Ik ben in het midden van u als een die dient” (Lukas 22:27). Dat is ook vandaag in de gemeente (vergadering) nog zo. Ruth moest van het brood eten en haar bete in de azijn dopen. Hier is het brood een beeld van Christus, de verheerlijkte Mens in de hemel. Het manna, het brood in de woestijn, spreekt van de op aarde levende Christus, zoals Hij in alle omstandigheden, waardoor wij ook als mensen te gaan hebben, aan de gedachten van God als de volkomen Mens volkomen uitdrukking gegeven heeft. Hem zo te betrachten is voedsel voor onze zielen en geeft kracht voor de wandel. De gelovigen, wanneer zij als zich bevindend in het land gezien worden, voeden zich met een verheerlijkte Christus. De azijn spreekt daarvan, dat Christus tevoren geleden en het oordeel vanwege de heiligheid van God gedragen heeft.

De bete in de azijn dopen wijst op een bepaalde maat van geestelijk gevoel daarover, dat Christus niet alleen vanwege voor onze zonden in de dood was, maar dat wij ook als mensen als in het vlees zijnde tot een einde gekomen zijn in de dood van Christus, met Hem gestorven, begraven en opgewekt zijn (Kolosse 2). Dat brengt ons op de hemelse bodem van Kanaän waar het brood van het land is waarvan Ruth nu mocht genieten. Kanaän is niet de hemel maar een beeld van de tegenwoordige hemelse positie van de verlosten “in Christus” volgens Efeze 2. Helaas verstaan niet alle kinderen van God dit heerlijk deel dat hen “in Christus” toebehoort. De Heer Jezus wil graag al Zijn geliefden van deze geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten laten genieten. Dat zien wij daarin dat Boaz het gerooste koren Ruth toereikte. Geroosterd koren stelt bijzondere verkregen kostbaarheden voor die met de waarheid dat de Heer Jezus als de verheerlijkte Mens in de hemel is, verbonden zijn. In Hem woont de gehele volheid van God lichamelijk en wij zijn voleindigd in Hem. Om op deze wijze spijs voor ons te zijn was Hij, net zoals het geroosterd koren, blootgesteld aan de hitte van het vuur van het lijden waardoor Zijn heilige, vlekkeloze mensheid tot bevrediging van God beproefd en bewaard is geworden, zodat Hij nu als verheerlijkte Mens tot eeuwig welgevallen van God is, en gelijktijdig voor de harten van allen die van hun hemelse positie genieten willen, onderwerp van vreugde en bewondering is.

Boaz gaf en Ruth nam. Ook wij mogen “geroosterd koren” uit de hand van de ware Boaz die voor ons aan het kruis doorboord werd, nemen. Laten wij bedenken wat het geroosterd koren voorstelt! Wij zijn niet allen van het oordeel gered en hebben niet alleen vergeving van zonden ontvangen. Nee, alle heiligen zijn met elke geestelijke zegening in de hemelse gewesten gezegend, en dat alleen daarom, omdat de Heer Jezus door het vuur van het lijden heengegaan en nu als verheerlijkte Mens in de hemel is. Alle zegeningen die Hij als Mens – niet als God – in de hemel bezit, mag ieder kind van God in geloof bezitten en genieten. Is er behalve Hemzelf, iets groters en heerlijkers? Onmogelijk!

Geroosterd koren is alleen voor de vertrouwde omgang met de Heer Jezus, op de plaats aan de zijde van de maaiers. Vreugde aan de dingen van de wereld, lekkernijen die de satan de mensen aanbiedt, verderven de smaak van de hemelse dingen. Maar ook veel andere dingen kunnen ons verhinderen hemelse zegeningen te genieten: familie, beroep, bedrijf, hobby en in het bijzonder wel het gebrek aan geestelijke groei. Al te vaak is men met het “gered-zijn” tevreden en geeft zich over aan religieuze vormen. Dat verhindert iedere vreugde aan de hemelse resultaten van het werk van Christus. Wat jammer!

Eten van het geroosterd koren wordt door genegenheden gedragen zoals een dichter het tot uitdrukking brengt:

Liefde, ach hoe lief hebt U mij,
leer mij u geheel te kennen.

Ruth werd verzadigd. Dat betekent bevrediging van het hart. Hoe kan het anders zijn! Waar de ware Boaz de “Uitdelende” is, daar is niet alleen volledig genoeg, daar is overvloed. Rijkelijk geven is de vreugde van de Heer Jezus. Zelfs wanneer er alleen gerstenbrood, het brood van de armoede, is, is er overvloedig voorhanden zoals het in 2 Koningen 4:42-44 het geval was. Hongersnood is wel altijd een gevolg van verval van het volk van God. Toegepast op de tegenwoordige tijd betekent dit de Heer Jezus als Hoofd van het lichaam van de gemeente uit het oog verloren te hebben. Dat is het gevolg daarvan dat Hem noch de plaats als Middelpunt noch de autoriteit in de gemeente toegekend wordt, omdat de mens deze plaats denkt in te nemen.

Wij hebben ons al bij de vermelding van de gerstenoogst eraan herinnerd dat gerst de Heer Jezus als mens voorstelt die vanwege onze toestand in de dood was en alles op Zich genomen heeft waartoe wij verplicht waren. Dat heeft betrekking op onze ontrouw dat zich op het persoonlijke pad van een gelovige en op de gemeenschappelijke weg van de gelovigen als getuigenis van God op aarde bevindt. Zodra in onze harten daarvoor gevoelens opkomen, is God tot vergeven bereid. En toch krijgen wij eerst “gerstenbrood” om ons op deze wijze Christus tot spijze te laten zijn, Die vanwege zulke ontrouw door het oordeel van de heiligheid God moest gaan. Daardoor worden wij voorbereid om ons opnieuw met Christus als de verheerlijkte Heer te laten voeden. Iedere man in 2 Koningen 4 zou evengoed brood uit meelbloem hebben kunnen brengen. Maar het was gerstenbrood. Wat anders zou ons ook kunnen helpen ontrouw af te leggen dan het aanschouwen van datgene wat onze geliefde Heer juist daarvan te lijden had. Ontrouw of zonde op de weg van een gelovige weegt veel zwaarder dan dezelfde zaak voor zijn bekering. Wanneer de Heer ons, in beeld gesproken, gerstenbrood geeft dan is dat overstromende genade om ons volledig herstel te bewerken net zoals in de toekomst het overblijfsel van Israel zijn toebereiding en vernieuwing zal ervaren. Ook in 2 Koningen 4 werden allen bevredigd en hielden over, zoals ook bij de spijziging van de volksmenigte door de Heer Jezus.

Boaz betekent: “In hem is sterkte” of “de man geweldig van vermogen”. De Heer Jezus geeft steeds in overvloed. “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben, en het overvloedig hebben” (Johannes 10:10b). Dat er vandaag geestelijkerwijze gesproken zoveel “ondervoede” Christenen zijn, ligt niet aan hun “goede Herder”. Zij hebben gebrek omdat zij de Heer Jezus noch als het “Manna”, noch als “Gerstenbrood”, laat staan als “het brood van het land” kennen, om van “geroosterd koren” helemaal maar niet te spreken. Dat is een zeer bedenkelijke toestand. Zulke Christenen mogen zich dan wel temidden de gelovigen bevinden, maar zij hebben dan niet meer dan een uiterlijke schijn, zij zijn vruchten zonder kern, louter “naamChristenen”.

Wordt D.V. vervolgd.

De Schriftplaatsen van deze overdenkingen zijn aangehaald uit de Statenvertaling 1991 (Oude Testament) en uit de z.g. Voorhoevevertaling 4e druk (Nieuwe Testament), tenzij anders vermeld.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW