20 jaar geleden

Ruth (20)

Deze doorlopende overdenking is ontstaan uit voordrachten en zijn voor de praktijk bedoeld. Moge de Heer ons door deze eenvoudige overdenking rijkelijk zegenen! – Het ligt mij op het hart daarop te wijzen, dat men uitleg over het Woord van God alleen met de Bijbel en onder gebed leest.

De gemeenschap met de Heer

“Toen het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in de azijn. Zo zat zij neer aan de zijde van de maaiers, en hij reikte haar geroost koren toe, en zij at, en werd verzadigd, en hield over” (Ruth 2:14).

De tijd van eten

Hoe goed dat er ook in de dagen van het verval en de versplintering van de Christenheid nog een “veld van Boaz” is. Daar geven zulken, die de Heer Jezus als de ware Boaz liefhebben, zich moeite om in afhankelijkheid en gehoorzaamheid aan Zijn Woord te leven en te werken. Zwakheid en onvolkomenheid zijn weliswaar voorhanden maar de wens is in het hart om Hem te eren en Zijn Woord na te volgen. De Heer gaat dan aan hun zijde staan en kan ongehinderd door de Heilige Geest de leiding overnemen. Hij kent alle behoeften en Hij alleen weet erin te voorzien. De Heer waardeert iedere beweging van ware trouw uit het hart. Hoewel Hijzelf door de Geest alles in ons bewerkt, houdt Hij ervan om ons dit als onze trouw aan te rekenen.

Boaz heeft een nauwkeurige kennis van het verleden van Ruth en haar gedrag ten opzichte van Naomi. Hij spreekt zijn lof en waardering uit. Zo zal de Heer ook dat, wat de Zijnen uit liefde tot Hem gedaan hebben, eenmaal belonen. Laten wij ons steeds weer in het licht van God onderzoeken of de Heer Jezus de eerste Persoon in ons leven is. “Want wat de Heere betreft, Zijn ogen doorlopen de ganse aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen, wier hart volkomen is tot Hem” (2 Kronieken 16:9). Moge de Heer ook eenmaal tegen u en mij zeggen kunnen: “Wel gedaan, goede en trouwe slaaf, over weinig zijt gij trouw geweest, over veel zal Ik u stellen …” (Mattheus 25:21).

“Toen het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: …”

Op het veld van Boaz wordt noch aan een stuk, noch zonder onderbreking gewerkt. Er is ook een “etenstijd” om zich te verkwikken en uit te rusten. Niet alleen broeders die full-time de Heer dienen, hebben dit nodig maar ieder kind van God. Hoe licht kunnen dienaars van de Heer “religieuze handwerklieden” worden. Het is gevaarlijk wanneer het werk voor de Heer tot “routine” wordt. Weliswaar kunnen grote aktiviteit en bedrijvigheid velen misleiden maar de kracht van de Heilige Geest is niet voorhanden. De gemeenschap met en de afhankelijkheid van de Heer zijn verstoord of helemaal verloren gegaan. Daarom zijn ogenblikken van stilte zeer belangrijk. De tijd vroeg in de morgen is bijzonder geschikt om Zijn Woord op te nemen. Men is dan nog niet belast door de gebeurtenissen van de dag. Zijn Woord valt als hemelse dauw in de ziel. Niet iedereen kan het zo inrichten om vroeg in de morgen “stille tijd” te nemen; moge er dan toch nog momenten in de loop van de dag of op de avond zijn waar Hij tot ons spreken kan. Ongetwijfeld zullen wij dan ook onze knieen buigen voor ernstig gebed!

Eens leidde de Heer ook de discipelen uit de drukte en zei: “Komt gij naar een woest plaats met Mij alleen en rust een weinig. Want er waren vele die kwamen en gingen; en zij hadden zelfs geen tijd om te eten. En zij vertrokken in een schip naar een woeste plaats alleen” (Markus 6:31-32). Misschien gebruikt Hij ook een ziekte of andere voor het vlees onaangename dingen om ons in de stilte te leiden. Voor velen zijn juist zulke wegen van de Heer tot rijke zegen geworden. Ook worden wij vermaand onze samenkomsten niet te verzuimen (Hebreeën 10:25). Wij kunnen die uren niet genoeg waarderen waar wij aan de voeten van de Heer mogen zitten om door Zijn heilig Woord spijs voor onze zielen te ontvangen. Dat is de “etenstijd”. “Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in de azijn”. Wonderbare scene! Boaz is de hoofdpersoon. Ruth mag op zijn woord in zijn nabijheid en aan aan de zijde van de maaiers haar plaats innemen. Hij is degene die uitdeelt. Allen werden verzadigd, niemand leed gebrek.

Is dit niet een prachtig voorbeeld van ons samenkomen tot de woordverkondiging? “Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in het midden van hen” (Mattheüs 18:20). De Heer Zelf deelt uit doordat Hij ieder dat geeft wat precies nodig is. Allen “eten” met vreugde het Woord van God en worden gesterkt, bemoedigd, opgewekt en – indien nodig – ook vermaand.
Zelfs in de bidstonden worden wij rijk gezegend hoewel wij komen om Hem onze verlangens bekend te maken. Het kan nu eenmaal niet anders zo zijn, dan dat wanneer wij bij Hem gaan zitten ten tijde van het eten, Hij ons altijd rijkelijk toebedeelt. Wij zullen dan de wonderbare belofte die met het gebed verbonden is, ervaren: “En de vrede van God die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus” (Filippi 4:7).
Maar het hoogste voorrecht is de gemeenschappelijke aanbidding van de kinderen van God als gemeente, die zij God de Vader toebrengen aan de tafel van de Heer (Johannes 4:23-24). Daar verkondigen zij de dood van de Heer (1 Korinthe 11:23-26). Eveneens brengen zij de waarheid van de eenheid van alle verlosten tot uitdrukking (1 Korinthe 10:16-17). Dat is de plaats waar wij overeenkomstig het voorbeeld in Deuteronomium 26 God iets daar mogen brengen, namelijk dat, wat Hij door de Heilige Geest aan waardering van het offer van Christus door middel van het zich bezighouden met Hem in onze harten gewerkt heeft, om als een welriekend reukwerk tot God omhoog te stijgen. Wij mogen dus hier en nu al met dat beginnen, wat in de eeuwigheid op verheerlijkte en volkomen wijze voortgezet wordt: namelijk God de Vader en de Zoon te aanbidden. Heerlijke waarheid! Wonderbaar voorrecht! – Hoewel wij komen om aanbidding te brengen, worden wij toch door het overdenken van Zijn lijden en Zijn verlossingswerk zowel als Zijn volkomen gehoorzaamheid ten opzichte van Zijn God en Vader tegelijk gezegend! De ware Boaz laat ons nooit leeg heengaan.

Geliefde jonge broeders en zusters! Zet je aan de voeten van de Heer Jezus en aan de zijde van hen van wie jullie leren kunnen. Hoeveel kan men bijvoorbeeld van oude, trouwe en ervaren broeders leren.De jongeling Jozua bleef in de tent van Mozes, de oude en beproefde dienaar. De legerplaats van Israel was door het gouden kalf verontreinigd. Mozes kon zich niet met afgodendiest eenmaken. Daarom brak hij zijn tent af en sloeg het buiten de legerplaats op. God ging aan zijn kant staan doordat de wolkkolom hem daarheen volgde en stond aan de ingang van zijn tent. Een betekenisvol, belangrijk feit. Zou het voor de jonge man in het leger niet veel mooier zijn geweest, waar muziek en reidans was? Maar hij “week niet uit het midden van de tent” (Exodus 33:11). De vertrouwde omgang met de man van God diende zeker ook de voorbereiding voor zijn latere dienst. Hij mocht het volk in het beloofde land binnen leiden.

“Let wel op wat ik zeg, want de Heer zal u inzicht geven in alle dingen. Houd Jezus Christus in gedachtenis, … maar … jaag naar gerechtigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart” (2 Timotheüs 2:7-8, 22b).

Wordt D.V. vervolgd.

De Schriftplaatsen van deze overdenkingen zijn aangehaald uit de Statenvertaling 1991 (Oude Testament) en uit de z.g. Voorhoevevertaling 4e druk (Nieuwe Testament), tenzij anders vermeld.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW