20 jaar geleden

Ruth (10)

Deze doorlopende overdenking is ontstaan uit voordrachten en zijn voor de praktijk bedoeld. Moge de Heer ons door deze eenvoudige overdenking rijkelijk zegenen! – Het ligt mij op het hart daarop te wijzen, dat men uitleg over het Woord van God alleen met de Bijbel en onder gebed leest. Naomi was op …

Ruth gaat mee – Een werkelijke terugkeer tot God

Naomi was op weg naar Bethlehem. Het doel stond haar vast voor ogen: Juda, het land van haar vaderen, het erfdeel van het volk van God. Haar naam betekent: “de liefelijke”. In Moab heeft zij God geen liefelijke vrucht kunnen brengen. Ook Abraham kon in Egypte geen getuigenis voor God zijn. Wij lezen niet dat hij daar een altaar heeft gehad. Dit spreekt van gemeenschap met God. In plaats van de vreugde van de innige gemeenschap met God te hebben, heeft hij door zijn eigen weg alleen met moeilijkheden te kampen. David moet ook de gevolgen van zijn eigen wil berouwen nadat hij in het land van de Filistijnen was gevlucht. Hoe ernstig spreekt God door deze voorbeelden tot ons, wij gevoelen de ernst van Zijn heilig Woord. Laten wij onszelf beproeven of wij alleen hoorders (lezers) of daders van Zijn Woord zijn.

Het herstel van Naomi was nog niet voleindigd. Hoe zou zij anders haar schoondochters kunnen aanraden om naar Moab terug te keren? Aan de andere kant komt hier in verbinding met Orpa een belangrijke waarheid aan het licht doordat zij de raad van Naomi opvolgt. De omstandigheden maken vaak de diepste roerselen van het hart openbaar. Hoewel de verhouding van de schoondochter tot Naomi goed was, zo hoort er toch – in beeld gesproken – bij een positieve navolging van Christus meer te zijn dan alleen genegenheid tot geliefde mensen die Christus toebehoren. Velen waren misschien al aan de grens, wisten precies dat zij zich moesten bekeren, maar keerden op het beslissende ogenblik naar Moab terug. Het is slechts een stap tot de Heer Jezus! Maar deze stap moet men zelf doen.

Bijna bekeerd, het scheelde niet veel,

bijna bekeerd, dicht bij het doel.

Zo gaat het in veler geval – heus

later doe ik de keus,

vandaag nog niet!

Voor Orpa en Ruth was het uur van beslissing gekomen. Het voorstel van Naomi om naar Moab terug te keren, stelde hen op de proef. “En Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan” (Ruth 1:14). Het lot is gevallen. Orpa keert tot haar volk en tot haar afgoden terug: eeuwig verloren! Ruth echter hing Naomi aan: zij ontving een ereplaats in het geslachtsregister van de ware Boaz, van de Heer Jezus. Gelukkige Ruth! Haar beslissing met Naomi mee te gaan, te zeggen: “Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God”, was niet gegrond op haar natuurlijke genegenheid voor haar schoonmoeder maar op haar getuigenis van de heerlijkheid van de God van Israel en van Zijn volk, hoe zwak dit ook geweest mag zijn. De oefeningen van Naomi voor haar vertrek tot terugkeer naar Bethlehem hadden zeker op haar beide schoondochters een diepe indruk gemaakt, vooral op Ruth zodat zij op het beslissende ogenblik in staat was dat wonderbare getuigenis af te leggen. Zij maakte zich een met alles wat het onderwerp van het getuigenis van Naomi was. Wonderbare genade van God die Ruth ervoer! Hoewel het getuigenis van Naomi onduidelijk en zelfs met verkeerde gedachten over God was vermengd heeft Ruth toch gevoeld dat in het hart van Naomi iets leefde wat in Moab niet was te verkrijgen. “Uw volk is mijn volk”. Wat was dat dan voor een volk? Bezat het een groot wereldrijk? Nee, het was een volk dat door zijn eigen schuld – onder de tucht van God – door jarenlange hongersnood geleden had. Het zou anders zijn geweest wanneer het Gods stem gehoord zou hebben; – doch haar huidige toestand was verootmoedigend. Als God dan ook in genade Zijn volk weer brood gegeven heeft dan stelt dat uiterlijk niets groots voor. En toch: “Uw volk is mijn volk”. Bestaat het volk van God vandaag dan uit de voornaamsten van deze wereld? Zijn de kinderen van God de edelen, de groten, de machtigen die de touwtjes van de regering van de wereld in handen houden? Nee! Wie zich aan de zijde van Christus stelt, wordt door de wereld veracht.
“Uw volk is mijn volk”, maar dat is nog niet het beslissende. “Uw God is mijn God”, dat is het belangrijkste. Daaraan herkennen wij het levend geloof van deze Moabitische. Door geloof wordt men gerechtvaardigd. “Wij dan, gerechtvaardigd op grond van geloof …” (Romeinen 5:1). Ook Abraham werd op grond van geloof gerechtvaardigd. Door het geloof stelde zij zich geheel bewust aan de kant van God en Zijn volk. Dat is bekering – werkelijke omkeer. Zij heeft alle schepen achter zich verbrand. Haar openhartige omkeer heeft haar nooit berouwd. Wie zich tot de Heer Jezus heeft bekeerd, moet de schepen van de wereld achter zich verbranden. Hebt u dit al gedaan? Of hebt u noch verbinding met ongelovigen boven het onvermijdelijke uit? Jakobus zegt: “Overspeligen, weet gij niet dat vriendschap met de wereld vijandschap is tegen God?” (Jakobus 4:4). Op verlerlei wijze kan deze innige verbinding verlaagd worden. “Leef wel, Moab! Leef wel dan, u aarde, ik ben slechts uw gast; houdt uw vreugden, houdt uw last”.
“De dood alleen zal scheiding maken tussen mij en tussen u”. Dat is consequent. Laten wij van Ruth leren beslist te zijn. De grote God gaf acht op deze vrouw. Hij heeft haar voor haar geloofsdaad overvloedig gezegend. De Heer zou ook ons meer kunnen zegenen wanneer wij beslister aan Zijn kant zouden staan.Het gehele hart voor de Heer Jezus brengt vol geluk – een gedeeld hart blijft leeg van vrede.

Kom in Jezus’ Reddersarmen

Die het heil voor u verwierf,

dat Hij Zich over u erbarme

Die aan het kruis voor u stierf!

Want door Jezus bloed alleen

wordt uw hart van zonden rein.

 

Niets kan de wereld toch u geven,

zij vergaat met haar dorst.

Zoek de waarheid, licht en leven,

kom en rust aan Jezus’ borst!

Waar de genadebron stroomt

en uw zuchten wordt gestild.

 

Al de schatten van deze aarde

koopt de wereld voor geld en goed.

Eeuwig gelukkig kun je worden

Alleen door Jezus’ offerbloed.

Wat u niemand roven kan,

Jezus biedt – om niet u aan.

 

Wandelt u op Zijn paden,

door de woestenij van deze tijd,

stroomt uit de bron van de genade

tot u hier al hemelse zaligheid.

Boven zult u dan in het licht

eeuwig zien Zijn aangezicht.

Wordt D.V. vervolgd.

De Schriftplaatsen van deze overdenkingen zijn aangehaald uit de Statenvertaling 1991 (Oude Testament) en uit de z.g. Voorhoeve-vertaling 4e druk (Nieuwe Testament), tenzij anders vermeld.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW