20 jaar geleden

Ruth (1)

Deze praktische, eenvoudige overdenkingen zijn hoogst actueel voor onze tijd en geven veel stof tot overdenking, bezinning en … bekering. Juist vandaag wordt de plaats waar de Heer Jezus Zijn tegenwoordigheid aan wil verbinden verontachtzaamd, ja zelfs bespot en veracht! Het veld van Boaz is niet populair. Dat was het al nooit. Hoe komt dat? Zou het niet komen omdat vele Christenen Hem niet het volle gezag van hun leven willen geven en hun samenkomsten invullen naar eigen menselijke inzichten? Dat kun je overal om je heen zien. Bijvoorbeeld de vrije werking van de Heilige Geest in de samenkomst van de gemeente is vervangen door kerkelijke regelingen, door voorgangers en oudsten …

Voorwoord

Eerst kort iets over de geschiedenis van dit zeer leerzame geschrift. Deze overdenking over het boek Ruth verscheen losbladig als bijlage van de Rondzendbrief “Meine lieben Kranken, Alten, Einsamen und Freunde!” door Erich Bonsels, Dillenburg (Duitsland). Op grond van veelvuldige navraag is dit later onveranderd in druk als brochure verschenen met de titel: “Biblische Betrachtungen aus das Buch Ruth”.

Deze praktische, eenvoudige overdenkingen zijn hoogst actueel voor onze tijd en geven veel stof tot overdenking, bezinning en … bekering. Juist vandaag wordt de plaats waar de Heer Jezus Zijn tegenwoordigheid aan wil verbinden verontachtzaamd, ja zelfs bespot en veracht! Het veld van Boaz is niet populair. Dat was het al nooit. Hoe komt dat? Zou het niet komen omdat vele Christenen Hem niet het volle gezag van hun leven willen geven en hun samenkomsten invullen naar eigen menselijke inzichten? Dat kun je overal om je heen zien. Bijvoorbeeld de vrije werking van de Heilige Geest in de samenkomst van de gemeente is vervangen door kerkelijke regelingen, door voorgangers en oudsten. Soms door onwetendheid, maar helaas zijn er ook die dit unieke voorrecht, dat de Bijbel ons aanreikt, wel hebben gekend maar door wereldgelijkvormigheid, door zg. Christelijke filosofie of door andere dwalingen zijn kwijt geraakt. Je moet immers wel mee blijven doen met de Christenheid om je heen. Als je de jeugd wilt blijven boeien, moet je wel aanpassen. Wanneer je dit zo overdenkt, is het wel te begrijpen dat je zo veel over “Jezus” hoort spreken maar zo weinig over “Heer Jezus”. Want dat laatste betekent dat je Hem het gezag geeft over je leven dat Hem alleen toekomt. Dat betekent ook dat Hij het alleen voor het zeggen heeft in de samenkomst van Zijn gemeente. Hij Zelf heeft immers gezegd: “Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen”? (Mattheüs 20).

Dit is niet een ’toverformule’ die je te pas en te onpas kunt toepassen, dit zijn woorden uit de Bijbel. Een ‘One-Man-show’ is dus zeker niet naar de wil van Hem. Ook is de gemeente geen “show-business” waar de hoogst begaafde kunstenaars uit de Christenheid hun kunsten moeten vertonen. God heeft daar geen interesse in. Hij heeft interesse in de offers die er gebracht worden; offers die alle moeten spreken van Zijn Zoon en van Zijn volmaakte offer aan het kruis van Golgotha. Daar kan Hij in rusten, daar zoekt Hij naar. Hij zoekt niet een concert maar Hij zoekt “aanbidders die Hem aanbidden in geest en in waarheid” (Johannes 4:23). Daar moet alleen de Heilige Geest de toon aan kunnen geven en moet Hem de ruimte gegeven worden om te gebruiken die Hij wil in overeenstemming met Gods Woord. Dat wil de Heilige Geest ook zo graag. Menselijke middelen staan Hem zo vaak in de weg om de Heer Jezus te verheerlijken in het midden van de Zijnen. De Heer Jezus Zelf wil in het midden van de gemeente Zijn “lofzang” aanheffen (Hebreeën 2:12); geen mime, geen muziekstuk of andere menselijke kunstzinnige uitingen van godsdienstige gevoelens.

Wel, in deze overdenkingen kunnen we vele antwoorden op de vele vragen van onze tijd vinden hetgeen tot grote zegen kan zijn voor iedereen die het ter harte neemt. Vele bemoedigingen zijn erin te vinden. Als u het leest zult u kunnen merken, dat de broeder die dit geschreven heeft zelf wel vele oefeningen met de Heer heeft gehad en die hiermee ongetwijfeld velen tot steun is geweest

Het is daarom met dankbaarheid jegens de Heer dat dit nu gepubliceerd kan worden in het Nederlands in Frisse Wateren. Voor zover mij bekend is dit de eerste Nederlandse uitgave. Het is mijn gebed dat het tot eer van de Heer en voor de lezer en lezeres tot opbouw, tot bemoediging en vertroosting maar ook, indien nodig, tot vermaning zal mogen zijn.

Frisse Wateren – rm

Inleiding

Deze doorlopende overdenking is ontstaan uit voordrachten en zijn voor de praktijk bedoeld. Moge de Heer ons door deze eenvoudige overdenking rijkelijk zegenen!

Twee boeken van de heilige Schrift zijn naar vrouwen genoemd. Het boek Ruth en het boek Esther. God heeft daar zeker een wijze bedoeling mee. Moeten wij ook niet van Godvruchtige vrouwen leren?

Het boek Ruth is het achtste boek van de Heilige Schrift. Getallen in het Woord van God hebben altijd een bedoeling. Dit getal wijst op iets nieuws, op iets dat nog toekomstig is. Het is het “tijdperk van de genade” die door de Heer Jezus, de ware Boaz, komen zou en gekomen is. Ondertussen bestaat het al bijna tweeduizend jaar. Toen nog verborgen, nu geopenbaard door het komen van de Heer Jezus op deze aarde.

Johannes schrijft: “De wet is door Mozes gegeven; de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden”. Soms kun je opmerken hoe zonnestralen tussen donkere onweerswolken te voorschijn komen. De zon zelf echter ziet men niet. Zo iets dergelijks is het met dit boek: de zonnestralen van de genade komen heerlijk naar voren. Maar de genade zelf kwam in de persoon van onze Heer en Heiland.

Men kan dit boek ook het ‘Boek van de genade’ noemen. Het heeft vier hoofdstukken. In elk ervan lezen we van een vrouw die niet tot het aardse volk van God behoorde. Zij was een Moabitische, een vreemdelinge. Het Moabitische volk heeft een donkere geschiedenis. Hun afstamming vinden we in Genesis 19, waar Lot door de genade van God uit Sodom werd gered maar met zijn beide dochters in een grot belandde. Daar gebeurde iets verschrikkelijks. Hieruit kwamen de beide kinderen Ammon en Moab voort. Zij werden de aanvoerders van de vijanden van God en Zijn volk. In Deuteronomium 23:3 lezen we: “Geen Ammoniet noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen?”.

En juist van één van deze beide volken stamde Ruth af. In hoofdstuk 1 neemt zij een geweldige beslissing. In hoofdstuk 2 vinden we haar dienst. In hoofdstuk 3 haar rust en in hoofdstuk 4 haar beloning.

Voordat Ruth op de voorgrond treed, wordt ons de geschiedenis van een Isra묩sche familie bericht. Zij verlieten tijdens een hongersnood het land Kanaän om zich in het land Moab op te houden. Het was in de tijd van Richteren waar “een ieder deed, wat recht was in zijn ogen”.

In onze dagen is het niet anders. Laten wij daarom het onderwijs op ons persoonlijk toepassen en het geloof, de dienst en de beslistheid van Ruth navolgen. Maar moge ons ook de persoon van de ware Boaz, onze geliefde Heer, door de overdenking groter en kostbaarder worden.

Wij lezen Ruth 1:1 (Statenvertaling):

“In de dagen, toen de Richters richtten, zo geschiedde het, …”

Het boek Richteren toont ons hoe het in die dagen in Israël uitzag. Zevenmaal vinden wij dat de kinderen van Israël deden wat kwaad was in de ogen van de Heere. Het getal zeven toont ons dat het kwaad zo verschrikkelijk, zo volkomen was dat God steeds weer tucht moest uitoefenen over Zijn volk. Vijandelijk gezinde volkeren dienden daarom als tuchtroede. Israël werd, in het bijzonder door de Filistijnen, vernederd, beroofd en geslagen.

Viermaal lezen we: “In die dagen was er geen koning in Israël”. Waar geen gezag is daar gaat het met reuzenstappen de chaos tegemoet. God had zelfs geen koning voor Zijn volk voorzien maar op grond van hun ontrouw vervulde Hij later hun wens en gaf hen een koning. God heeft het vooruit al geweten (Deuteronomium 17:14). Hij Zelf was schijnbaar niet voldoende voor hen.

“Er was geen koning in Israël en wanneer God in Zijn genade de richters geeft, vond de trouw van God tot Zijn volk daarin een weg om hen steeds weer opluchting te geven. De richters kregen het door de genade van God voor elkaar Israël voor een tijd van de vijanden te bevrijden.

Wij lezen nog iets belangrijks over de tijd van de richters. In hoofdstuk 2:6 staat: “Toen Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israël heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten. En het volk diende de HEERE, al de dagen van Jozua, en al de dagen van de oudsten, die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij aan Israël gedaan had”. En in vers 10: “Zo stond er een ander geslacht na hen op, dat de Heere niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israël gedaan had. Toen deden de kinderen Israël, wat kwaad was in de ogen des HEEREN en zij diende de Baäl”. Hier worden zeer ernstige dingen genoemd. Wanneer wij dat alles overdenken, onderkennen wij hoe boos de dagen waren waarin “de richters richtten”.

Vervolg 1:1: “… dat er honger in het land was; daarom trok een man uit Bethlehem-Juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden van Moab, hij, en zijn vrouw, en zijn twee zonen”.

Menselijk gezien was het heel verstandig: hongersnood in het land en overvloed in Moab. Waarom honger lijden? Wij trekken naar Moab. Maar van Bethlehem-Juda daalde het af naar de vlakten. Men kan ook vertalen: weiden zonder bodem. We vinden dikwijls in de Schrift, dat het woord “afdalen” te doen heeft met het zich verwijderen van God (Jona 1:3; Lukas 10:30). Overigens had de man een wonderschone naam: Elimélech – de HEERE Mijn God is koning! Had hij zijn God, de Almachtige Koning der koningen, niet geheel en al kunnen vertrouwen? Bovendien woonde hij in Bethlehem-Juda en van Juda heeft Jakob in zijn zegen al iets wonderbaars gezegd.

Wordt D.V. vervolgd.

De Schriftplaatsen van deze overdenkingen zijn aangehaald uit de Statenvertaling 1991 (Oude Testament) en uit de z.g. Voorhoevevertaling 4e druk (Nieuwe Testament), tenzij anders vermeld.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW