Romeinen 5 vers 3-4
We houden allemaal van de zonneschijn, maar de Arabieren hebben een spreekwoord: “Louter zonneschijn maakt de woestijn”. Is het niet een algemeen waargenomen feit, dat de vruchten van een Christelijk leven het meeste worden gevonden bij diegenen, die door grote tegenspoed zijn gegaan? God wil uit de grond van onze harten een zo rijk mogelijke oogst tevoorschijn brengen.
Er zijn zekere planten van Zijn tuin, zoals zachtmoedigheid, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, nederigheid, die minder tot volheid kunnen rijpen op de plaats waar de zon van het geluk altijd schijnt. De tranen van hen die naar de wil van God lijden, zijn als de dauw dat het gras verfrist.
Zoals voor een slingeruurwerk het gewicht en voor een schip de ballast noodzakelijk zijn, zo zijn het de noden voor het goed gedijen van de ziel.
De zoetste geur kan alleen maar door zware druk uitgeperst worden, en de mooiste bergbloemen groeien in de sneeuwvelden van de eenzaamheid van de Alpen.
De mooiste edelstenen hebben het meeste geleden door het rad van de steenslijper.
Niets ontstaat zomaar, maar Gods wijsheid heeft alles met volmaakte omzichtigheid bedacht. Het lijden heeft een goddelijk doel.
“Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen valt, daar u weet dat de beproefdheid van uw geloof volharding bewerkt (Jakobus 1:2). Dat valt ons zeker niet gemakkelijk, maar op deze bodem groeit “de vreedzame vrucht der gerechtigheid”.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW