Romeinen 10 vers 17
Om christenen aan te duiden, noemt het Nieuwe Testament dezen niet hen “die gedoopt” noch “die bekeerd” zijn. Het gebruikt de term “gelovige” of “hen die geloven”. Dit eenvoudig woord onderstreept het belang van het geloof. Velen vragen: “Maar wat moet ik dan geloven?” De vraag wordt een beetje ongelukkig geformuleerd. Het zou niet moeten gaan om WAT maar WIE wordt geloofd.
Geloof is in feite in het bijzonder vertrouwen in God. De kwestie is niet de kennis van deze of gene Christelijke waarheid of dogma maar vertrouwen in de Heer door erkenning van Zijn macht en genade, het overgeven van de leiding van iemands leven aan Hem.
Hoe ontstaat het geloof? Door het aannemen van de verklaringen van de Bijbel. Het openbaart onze schuld voor God, het laat ook zien dat het de wens van God is om ons te behouden. Wanneer we erkennen dat we schuldig zijn, kunnen we met de apostel Paulus zeggen, dat we “geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging” (Rom. 4:24-25).
Wanneer we gerechtvaardigd zijn door het geloof in Jezus Christus, zijn we in staat dag aan dag vertrouwend op Hem te leven. Zonder geloof verwelkt ons leven, we trekken ons in onszelf terug en worden we omringd door angst of zonde. Door geloof verblijden we ons in de gemeenschap met God, we vertrouwen op Hem van moment tot moment. Laten we onszelf afvragen: Leven wij door geloof?
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW