“Ik zei: HEERE, wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd” (Ps. 41:5).
“Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1:9)
Het onderwerp van de lezing was: Jezus Christus en het geloof in Hem. Naderhand benaderde een jonge man de spreker en klaagde: “U bent mensen aan het hersenspoelen. Kunt u werkelijk bewijzen dat er een God bestaat?” De spreker was een ogenblik stil. Toen zei hij: “Ja, onder één voorwaarde”.
“En wat is dat?”
“Dat u persoonlijk uw leven werkelijk voor God opent”.
De jonge man keek de spreker verbaasd aan. Maar toen verraste hij de spreker: hij begon niet te discussiëren maar vertelde hem een droevige geschiedenis, hoe hij aan de drugs was en aan geld kwam voor de dealer door inbraak en diefstal. Hij stortte alle leed en ellende van zijn leven uit.
Uiteindelijk gingen ze beiden naar een rustige hoek en baden samen. Ze brachten de beklemmende last voor God in een onvoorwaardelijke belijdenis. De jonge man was toen in staat vreugdevol het goede nieuws van het evangelie aan te nemen, dat Jezus Christus voor hem gestorven was en dat God hem al zijn schuld vergaf.
Een glans kwam over zijn bleke gezicht en hij dankte God uit het diepst van zijn hart. Toen verklaarde hij: “En nu zal ik naar de politie gaan om dingen op de juiste wijze in orde te brengen”.
De jonge man had de levende God leren kennen. Voor hem was de waarheid te leren kennen als het inademen van frisse lucht. Hij wilde nu in zijn leven een nieuwe koers varen. God had Zichzelf aan hem geopenbaard. HIJ had Zijn bestaan bewezen!
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW