“Want Híj spreekt en het is er … .”
Deze psalm is een loflied op de Heer. De eerste verzen zijn een oproep aan allen die Zijn kracht in hun leven hebben ervaren om een nieuw lied te zingen: Zing vrolijk, looft, zing psalmen! Natuurlijk geeft de psalmdichter daar redenen voor. Het eerste “want” verbindt hij met de betrouwbaarheid van Zijn Woord. Als Hij iets belooft, komt Hij de belofte na. Dit heeft te maken met Zijn goedheid. Wij zien het misschien niet altijd, maar de hele aarde is er vol van. Wanneer wij hopen op de liefdevolle goedertierenheid van de Heer, kunnen wij erop rekenen dat Hij speciaal voor ons zal zorgen.
Wij hebben dus een speciale, persoonlijke relatie met Hem, die de hele wereld geschapen heeft. Want in deze psalm wordt heel duidelijk gevraagd om aandacht te schenken aan Zijn scheppingsmacht. Voor Hem was er maar één woord nodig, Hij hoefde maar iets te zeggen – en het was er. We hebben niet te maken met zomaar iemand, maar met de Almachtige Schepper. Iedereen kan Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid in de schepping zien, en wie er werkelijk oog voor heeft, zal ontzag hebben voor deze grote God. Hij die niet alleen de Schepper, maar ook de Onderhouder is.
Voor Israël was het iets heel bijzonders, dat Hij hun God wilde zijn. Keer op keer hadden zij ervaren, dat de verlossing van Hem kwam – op, menselijkerwijs gesproken, onverwachte momenten. Op het moment, dat de tegenstander oppermachtig leek, bewees Hij Zijn machtige liefde voor dit volk.
Dit alles mogen wij overwegen, en wij zijn ons ervan bewust dat Hij Zijn liefde nog veel meer heeft bewezen in de Heer Jezus. Ook wij mogen ons voor Hem neerbuigen en zeggen: Onze ziel verwacht de Heer, in Hem zal ons hart zich verblijden. Zo’n machtige God is in staat te doen, wat Hij heeft beloofd. Eén woord van Hem is voldoende; en Zijn liefde voor ons is reeds bewezen!
© www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 25.03.2012.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW