Bijbelgedeelten: Prediker 9 vers 17; 2 Timotheüs 2 vers 24-25
Predik verstandig. Omdat “Prediker was een wijze, … zocht aangename woorden te vinden” (Pred. 12:9-10). Maak geen grof, los en rauw voedsel, anders zal de slordigheid van de kok de magen van de gasten doen omkeren.
Predik met zachtmoedigheid. “… een slaaf van [de] Heer moet echter niet twisten, maar vriendelijk zijn voor allen, geschikt om te leren, verdraagzaam, de tegenstanders met zachtmoedigheid terechtwijzend; …” (2 Tim. 2:24-25). Hoe waakt God erover, dat er niets in de prediker is, dat de zondaar tevoren veroordeelt of zijn hart verhardt tegen het aanbod van genade. Als de dienstknecht trots en onbezonnen is, hoe kan hij dan erkennen dat de Meester zachtmoedig en geduldig is? Wie een vogel wil vangen, moet hem niet bang maken. Een brutale, norse boodschapper is geen vriend voor degene die hem zendt. Zondaars worden niet in “de Christus” geslagen met stenen en harde, provocerende taal, maar worden naar “de Christus” gelokt met hartverzachtende vermaningen.
De olie zorgt ervoor, dat een spijker kan binnendringen zonder dat de plank splintert. Nooit dringt het Woord zachter het hart binnen, dan wanneer het mild binnendringt: “Rijd voorspoedig uit in Uw glorie, op het woord van waarheid, zachtmoedigheid en gerechtigheid …” (Ps. 45:5). Wees zo hard mogelijk voor de zonden van de mensen en zo zacht mogelijk voor hun zielen. Neemt u de roede van berisping in uw hand? Laat hen dan voelen, dat het liefde is, geen woede, die de slag toedient. Het gepredikte Woord komt het beste voort uit een warm hart.
“Woorden van wijzen, in rust aangehoord” (Pred. 9:17). De berisping mag zo scherp zijn als hij wil, maar de geest moet zachtmoedig zijn. Passie roert het bloed van degene die berispt wordt, mededogen roert zijn innerlijke wezen. We moeten toorn niet toornig veroordelen.
Predik ijverig. Al het water dat langs de molen stroomt, gaat verloren, en al je gedachten die je niet helpen om het werk van God te doen, zijn verspild. De bij gaat niet op een bloem zitten waaruit geen honing gezogen kan worden, en dat zou de christen ook niet moeten doen. “Waarom zit je te niksen,” zou je je ziel moeten vragen, “terwijl je zo weinig tijd en nog zo veel voor God te doen hebt?”
William Gurnall
Online in het Duits sinds 21.10.2009.
[Uit: “Extracts from the Writings of William Gurnall, selected from Hamilton Smith.” Vertaling naar het Duits: Marco Leßmann]
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW