2 jaar geleden

Overdenkingen bij Psalm 46 (1)

Deze Psalm heeft een titel of opschrift, gevolgd door een samenstelling van 11 verzen onderverdeeld in drie secties, die elk eindigen met het woord “Selah”:

  • Deel 1: De schuilplaats (vs. 1-3).
  • Deel 2: De rivier (vs. 4-7).
  • Deel 3: De Openbaring (vs. 8-11).

De aftiteling (titel of rubriek)

“Een lied op Alamoth, voor de koorleider, van de zonen van Korach.”

In de titel zien we iemand die zingt en zich verheugt en vol van lof is. De hoofdmusicus (koorleider) leidt alles door het zingen te leiden en de muziek te dirigeren. Dit is de passie van zijn hart. Hij verblijdt zich niet alleen hierin, maar verblijdt zich er ook in en is vastbesloten, dat anderen met hem delen in dit zingen. Hij is de bron van het gezang en hij geniet ervan om te zingen, zelfs als niemand anders zingt.

Wat een prachtig beeld van de Heer Jezus, onze ‘Opperzangmeester!’’ Hoor Zijn woorden in Hebreeën 2:12: “Ik zal Uw naam aan Mijn broeders verkondigen, in [het] midden van de gemeente zal ik U lofzingen.” Dit is heel persoonlijk. Hij zegt: “zal Ik lofzingen.” Maar de Psalm zegt, Hij is “Koorleider.” Omdat Hij de leider is, zullen er anderen zijn, die Hij zal leiden in het zingen. De muziek en de melodie komen van Hem. Zijn hart is vol en vloeit over. Door Zijn wil zullen ook de harten en geesten van de zangers overstromen.

In Psalm 40 wordt van de belangrijkste musicus gezegd, dat hij een nieuw lied in zijn mond heeft. “Hij legde mij een nieuw lied in de mond – een lofzang onze God. Velen zullen het zien en vrezen, en op de HEERE vertrouwen” (Ps. 40:3). Het is een lied van opstanding en een nieuwe schepping. Het stelt de Heer Jezus in beeld voor als Degene die in opstanding tevoorschijn komt met zoveel om zich over te verheugen. Zijn hart is vol. Het onderwerp van Zijn lied is God. Hij had geduldig op God gewacht. God had Zijn gebed verhoord en Hem uit de dood gehaald. Nu, in de opstanding, zingt Hij. Door Zijn dood en opstanding heeft de Heer Jezus God in verrukking gebracht door Zijn wil te vervullen, de duivel te verslaan en te sterven voor onze zonde en zonden. God is eeuwig tevreden. De Heer Jezus was de enige die een volmaakt leven leidde en God volledig behaagde. In diezelfde geest zingt Hij tot God, Zijn God en nu onze God (zie Joh. 20:17). God is het geheim en de bron van het lied, en het is ook omwille van Hem. Hij deelt deze vreugde met ons.

* * * * *

“Ik
zal Uw naam aan Mijn broeders verkondigen, in [het] midden van
de gemeente zal ik U lofzingen.”

Hebreeën 2 vers 12

* * *

In deze psalmen, of geestelijke liederen, zijn alleen de woorden (en niet de melodieën) bewaard gebleven. De boodschap aan ons verandert nooit, maar de melodie is keer op keer Zijn verse schepping in ons hart. De Heer Jezus zei in het Johannes-evangelie: “Dit heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u is en uw blijdschap volkomen wordt” (Joh. 15:11). Dit wordt in ons hart bereikt door de kracht van de Heilige Geest. “… en spreekt tot elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend in uw hart [1] tot de Heer” (Ef. 5:19). Laten wij ons verheugen! 

Het boek Psalmen bestaat uit verschillende soorten psalmen. Er zijn Messiaanse psalmen die de Heer Jezus op verschillende manieren uitbeelden, bijvoorbeeld Psalm 22. Sommige psalmen zijn nationaal, hebben vooral met Israël te maken, bijvoorbeeld Psalm 126. Er zijn ook algemene psalmen, bijvoorbeeld Psalm 150, en andere zijn eerder persoonlijk, bijvoorbeeld Psalm 23. Sommige psalmen, zoals Psalm 46, hebben echter een gezins- en gemeenschapssetting.

In Psalm 46 zijn de andere muzikanten de zonen van Korach, de zonen van barmhartigheid. Deze zonen werden gespaard toen hun vader Korach in opstand kwam en omkwam (Num. 16). In Gods barmhartigheid stierven zij niet met hem. Op dezelfde manier hebben wij allen onder het vonnis van de eeuwige dood gestaan. Door de ongehoorzaamheid van onze vader Adam zijn wij onderworpen aan de lichamelijke en eeuwige dood. “Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen doorgegaan, doordat allen gezondigd hebben” (Rom. 5:12). Ook wij hebben de barmhartigheid van God gekend. “Maar God, die rijk is aan barmhartigheid, heeft ons vanwege Zijn grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, toen wij dood waren in de overtredingen, levend gemaakt met Christus (uit genade bent u behouden)” (Ef. 2:4-5). We lezen ook in Johannes 3 vers 16: “Want zo2 lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.”

Onze ogen zijn nu gericht op onze Opperzangmeester; door Hem zijn we gespaard gebleven. Hij vervult nu onze harten met vreugde en leidt ons in het zingen. Wij zingen van Zijn barmhartigheid omdat “dood en oordeel achter ons liggen, genade en heerlijkheid vóór ons.” Het woord Alamoth, in de titel van deze Psalm, wordt geassocieerd met de sopraan van vrouwelijke zangers. Dit is een treffend beeld van de gemeente, Zijn bruid. “Wel, laten wij zingen met triomfgezang!”

In het tweede deel van deze serie gaan we in op de inhoud van Psalm 46 en onderzoeken we de eigenlijke samenstelling van de Psalm.

 

NOOT:
1. Of ‘van harte.’
2. ‘Zo’ slaat op de grootte óf de aard van Gods liefde.

 

Samuel Rice; © The Christian Explorer

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW