10 jaar geleden

Opleiding tot dienaar (7)

De David-les

“Nu dan, dit moet u tegen Mijn dienaar zeggen, tegen David: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Ik heb u van de schaapskooi vandaan gehaald, van achter het kleinvee, om een leider over Mijn volk te zijn, over Israël” (2 Sam. 7:8).

“…. Ook heeft de HEERE tegen u gezegd: Ú zult Mijn volk Israël weiden en ú zult tot vorst zijn over Israël” (2 Sam. 5:2).

De “David-les” – minachting verdragen en pastorale (herderlijke) houding tonen

David moest het volk Israël weiden, en daarvoor had God hem rechtstreeks “uit de schaapskooi, van achter het kleinvee gehaald”. Voor zijn broers was David’s opdracht, de “paar schapen” te weiden, iets nederigs, maar voor God was het een belangrijke tijd ter voorbereiding. God wist dat David het vertrouwen in Hem, dat hij had tijdens de gewonnen strijd tegen de leeuw en de beer, en vervolgens op indrukwekkende wijze tegen Goliath aangetoond had, ook in de strijd tegen de vijanden van Israël nodig had.

Maar waarom dan nog de jaren op de vlucht voor Saul? David mocht de aanwezigheid van God nog directer ervaren, maar leerde ook wat het betekent om dakloos te zijn. Toen God hem later rust gegeven had, was het zijn eerste wens voor de ark van God, die toen ook tot op die tijd ‘dakloos’ was, een woning te bouwen.

Voor u:

Vergeet niet dat God u ook door opdrachten, die u zelf en anderen misschien gering voorkomen, op Zijn dienst voorbereiden wil. Leer van David verachting te verdragen en onwankelbaar te blijven doen wat God u opgedragen heeft. En net als bij David moet uw dienst onder het volk van God gekenmerkt worden

  • door de wens om de plaats te vinden waar God ook vandaag nog Zijn naam wil laten wonen; en …
  • aan het huis van God mee te bouwen.
Marco Leßmann, © Bibelstudium.de

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW