Op 40-jarige leeftijd doodde Mozes in zijn toorn in het geheim een Egyptenaar omdat hij een Israëliet onrechtvaardig behandelde. Maar Mozes moest leren, dat de toorn van een man niet Gods gerechtigheid tot stand brengt (zie Jak. 1:20). De Heer nam hem mee naar Zijn school. Hij leidde hem naar het land Midian, waar deze hoogopgeleide man veertig jaar lang schapen zou hoeden.
Toen Gods tijd eindelijk aanbrak en de Heer Mozes wilde gebruiken om Zijn volk uit Egypte te leiden, was hij een gebroken man. In deze toestand kon God nu Zijn dienaar gebruiken. Met de hulp van de Heer leidde de man van God de Israëlieten uit de slavernij de woestijn in.
Natuurlijk had je dan kunnen verwachten dat de Israëlieten dankbaar en gelukkig zouden zijn. Maar verre van dat. In de woestijn heeft Mozes moeten ervaren hoe ondankbaar het volk was, en hoe zij herhaaldelijk tegen God klaagden en mopperden. Nu kwam de school van God in het spel – de school die Mozes had doorlopen toen hij veertig jaar lang schapen hoedde in Midian. Met indrukwekkende zachtmoedigheid verdroeg hij het mopperende volk en ging herhaaldelijk voor hen in gebed!
Maar op een dag werd Mozes geconfronteerd met een bijzondere test: zijn eigen zuster Mirjam (de profetes van Israël) en zijn broer Aäron (de hogepriester) kwamen plotseling tegen hem in opstand en beschuldigden hem ervan een Cusjitische vrouw te hebben genomen. Wat zat er achter deze lage aanval? Jaloezie uiteraard, omdat ze jaloers waren op de bijzondere positie die God Mozes had gegeven. Daarom zeiden ze: “Heeft de HEERE alleen maar door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken?” (Numeri 12:2).
Een zware slag – en één van zijn eigen familie! Hoe reageerde Mozes hierop? Heeft hij zichzelf gerechtvaardigd? Of sloeg hij onmiddellijk terug, zoals velen in een dergelijke situatie waarschijnlijk zouden hebben gedaan? Niets van dien aard! Hoewel hij reden genoeg zou hebben gehad om er boos over te zijn, liet hij zich niet door deze aanval beïnvloeden en klaagde hij er ook niet over bij God. Hij reageerde totaal niet op de verwijten. We horen pas later een enkel woord van hem, wanneer wordt vermeld dat hij bad voor zijn provocerende zuster, die melaats was omdat ze onder de kastijdende hand van God stond.
In plaats daarvan staat hier simpelweg: “En de HEERE hoorde het” (Num. 12:2). Het is precies dit gedrag dat een grote lof van God kreeg: “Maar de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren” (Num. 12:3). Wat leren we hiervan? Zachtmoedigheid verdedigt zichzelf niet en laat zich ook niet provoceren!
Hoe minder iemand zich zorgen maakt over zijn eigen reputatie en eer, des te meer zal God voor hem bemiddelen. Toen Christus zei: “Ik zoek mijn heerlijkheid niet,” voegde Hij er onmiddellijk aan toe: “… er is Eén die haar zoekt en oordeelt” (Joh. 8:50). God eerde Mozes en erkende, dat hij in zijn tijd de zachtmoedigste man op aarde was, omdat hij niet voor zijn eigen eer vocht.
Het voorbeeld van Mozes maakt overigens heel duidelijk dat zachtmoedigheid geen kenmerk is van lafaards, maar dat zachtmoedigheid en moed heel goed hand in hand gaan. In zijn diepgaande uiteenzetting over het onderwerp zachtmoedigheid citeert Matthew Henry de volgende woorden van bisschop Hall:
Niemand had een groter bewijs van zijn moed kunnen leveren dan Mozes. Hij doodde de Egyptenaar, versloeg de Midianitische herders, stond tegenover Farao in zijn eigen hof zonder de toorn van de koning te vrezen; hij durfde … de dikke duisternis te naderen waar God was; en toch zegt de Geest die zijn hart vormde en wist, dat hij de zachtmoedigste, zachtaardigste man op aarde was. Zachtmoedigheid en moed kunnen heel goed in dezelfde borst wonen, wat de fout corrigeert van degenen die geen andere held dan de woeste toestaan.
(Matthew Henry, The Quest for Meekness and Quietness of Spirit, American Tract Society)
Mozes was opgekomen voor de eer van God en had met heilige toorn voor de Heer gewoed toen de Israëlieten voor zichzelf een gouden kalf hadden gemaakt aan de voet van de berg Sinaï. Maar toen hij vervolgens persoonlijk werd aangevallen, vertoonde hij heel ander gedrag: hij liet de zaak bij de HEER. En wat deed de Heer? Hij eert degenen die Hem eren – en dus zorgde Hij ervoor dat Zijn dienaar onmiddellijk na deze aanval in het gelijk werd gesteld voor het volk.
Maar zelfs Mozes was niet volmaakt. Op een gegeven moment bereikte zelfs de zachtmoedigheid van deze man een grens: na de
Nadat de Israëlieten keer op keer klaagden over hun omstandigheden in de woestijn, en uiteindelijk mopperden over het feit dat er geen water meer was, kon Mozes zijn toorn niet langer bedwingen. Hoewel de HEER hem in deze situatie had opgedragen tegen de rots te spreken, zodat er water uit zou komen, was Mozes zo geïrriteerd door het voortdurende gemopper en de ontevredenheid van het volk, dat hij in zijn woede in plaats daarvan twee keer op de rots sloeg (zie Num.20:11).
Zachtmoedigheid is een genade die ons in staat stelt, in de kracht van de Geest van God
onze boze hartstochten te beteugelen.
(Thomas Watson)
Wat was het gevolg? God ontzegde hem de toegang tot het beloofde land Kanaän! Dit laat zien hoe ernstig dergelijk gedrag is in de ogen van God. Maar het maakt ook duidelijk dat ieder mens uiteindelijk op het punt kan komen waarop hij boos handelt of overhaaste woorden spreekt (zie Ps. 106:32,33). Zelfs David, die grote zachtmoedigheid toonde in zijn omgang met Simeï, moest bij een andere gelegenheid door Abigaïl ervan weerhouden wraak te nemen op Nabal vanwege zijn dwaze gedrag (zie 1 Sam. 25:21-35). Laten we van deze fouten leren!
Philip Svetlik; © The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW