3 jaar geleden

Mattheüs 19 vers 19

“… u zult uw naaste liefhebben als uzelf”

 

Op het slagveld kwam eens een gelovige veldprediker bij een soldaat, die zwaar gewond op de grond lag.
“Mag ik u iets uit dit boek (het was de Bijbel) voorlezen?”, zo vroeg hij hem.
“Ik heb zo’n dorst”, antwoordde deze, “en heb liever iets te drinken.” Zo snel als hij kon, haalde de prediker water en gaf hem te drinken.

Daarna vroeg hem de gewonde of hij hem niet iets onder het hoofd gelegd zou kunnen worden, omdat de harde grond hem pijn deed.
De prediker trok zijn lichte overjas uit, rolde deze samen tot een hoofdkussen en schoof hem dit onder zijn hoofd.

“Nu heb ik nog een wens”, zei de arme gewonde. “Kunt u mij niet met iets toedekken, want ik ben zo vreselijk koud.”
De aangesprokene bleef niets anders over, dan ook zijn jas uit te trekken en het uit te spreiden over de gewonde soldaat.

Toen dit gebeurd was, keek de soldaat zijn weldoener dankbaar aan en sprak toen met een zwakke stem: “Wanneer in uw boek die u in uw hand hebt, er iets staat over wat een mens ertoe brengt om voor een vreemde dat te doen, wat u aan mij gedaan hebt, leest u dan alstublieft iets uit dit boek voor.”

Toen las de prediker hem de bekende geschiedenis van de barmhartige Samaritaan voor, die met innerlijke ontferming bewogen door de toestand van de in handen van de rovers gevallen reiziger, in onzelfzuchtige liefde zijn wonden verbond, en olie en wijn erop goot en hem op zijn eigen dier in de herberg bracht.

Het Woord van God, ondersteund door het praktische voorbeeld, werd een eeuwige zegen voor hem.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW