“Hij nu die tussen de dorens is gezaaid, die is het die het woord hoort, en de zorg van het leven en het bedrieglijke van de rijkdom verstikken het en het wordt onvruchtbaar” (Matth. 13:22).
Het bezwaar dat veel mensen steeds weer tegen de Bijbel maken is: “Ik kan niet geloven, zelfs al zou ik willen”.
Laten we in dit verband eens nadenken over de gelijkenis van de zaaier. Ieder van ons lijkt op een stuk grond. De goddelijke Zaaier verspreidt het zaad van het Woord van God, met de bedoeling dat het vrucht voortbrengt voor Hem. Maar niet alles rijpt op elk deel van het veld, zoals het zou moeten. Schadelijke invloeden hinderen de normale ontwikkeling van het zaad na het ontkiemen.
De dorens in de gelijkenis stellen de zorgen van aardse leven en het bedrog van de rijkdom voor, zoals Jezus zelf verklaart. Dat is in feite de hele geschiedenis. Iemand toont interesse in de boodschap van Jezus Christus. Hij neemt het tot zich, weegt alle voors en tegens af en neemt uiteindelijk een beslissing. Welke beslissing? Het is echt een kwestie van willen of kunnen geloven, dat wil zeggen ja of nee tegen Jezus Christus zeggen.
Maar dan komen er andere dingen en worden deze het middelpunt van de belangstelling. De talrijke taken en problemen van het dagelijks leven of de kwestie van de financiële vooruitzichten dringen de oorspronkelijke allerbelangrijkste vraag van het geloof naar de achtergrond. Zo is er geen doorbraak. De interesse die eens ontstond wordt onderdrukt en uiteindelijk helemaal uitgeblust. Na die tijd maakt deze persoon zichzelf wijs dat hij niet kan geloven. De waarheid van de zaak is dat hijzelf alleen de verantwoordelijkheid draagt voor het toestaan van deze belemmeringen voor het geloof om zijn leven te domineren.
© The Good Seed
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW