Martelaars (7)
De verborgen dingen van het hart
In onze dagen is het voor sommigen het toppunt van het leven, of misschien moet men zelfs zeggen van de dood, namelijk “martelaar” zijn. Zonder daar nu verder diep op in te kunnen gaan in het kader van dit artikel, zijn er wel grote verschillen tussen Christen-martelaars en moslim-martelaars. Hiervoor verwijs ik u naar het eerste artikel over de martelaar Stefanus.
Behalve Stefanus en Petrus, worden ook Jakobus en Filippus gerekend tot de Christen-martelaars. Wij wijzen u op de artikelen die hierover al verschenen. Omdat het martelaarschap in onze dagen nogal “in” is, vestig ik nu uw aandacht op nog een andere Christen-martelaar, Bartholoméus.
Door oudere en nieuwere schrijvers wordt vrij algemeen geloofd, dat de geschiedenis van Bartholoméus verborgen ligt onder een andere naam. Dat hij een van de twaalven was, is duidelijk uit het evangelieverhaal, hoewel dit niets meer dan de blote vermelding geeft van zijn naam. Bij de eerste drie evangelisten worden Filippus en Bartholoméus samen genoemd; bij Johannes is het Filippus en Nathanaël. Deze omstandigheid heeft aanleiding gegeven tot een zeer algemene gissing, dat Bartholomeus en Nathanaël twee namen zijn voor eenzelfde persoon. Niets was meer gewoon onder de joden. Bijvoorbeeld Simon Petrus wordt genoemd “Bar-jona”, dat eenvoudig wil zeggen: zoon van Jona. “Bar-Timéus” wederom betekent: zoon van Timéus. Bartholoméus is een naam van dezelfde soort. Het zijn alleen “verwantschapsnamen”, geen “eigennamen”. Daar deze gewoonte zo algemeen was onder de Joden, is het menigmaal verbazend moeilijk personen, in het evangelie genoemd, van anderen te onderscheiden.
Indien wij dan nu aannemen, dat Nathanaël van Johannes de Bartholoméus is van de andere evangelisten, gaan wij voort met hetgeen wij aangaande hem weten. Zoals de andere apostelen was hij een Galileër, geboren te Kana in Galiléa. Tevoren zagen wij, dat hij door Filippus het eerst tot Jezus geleid werd. Dichterbij komende werd hij door de Heer begroet met de eervolle onderscheiding: “Zie, waarlijk een Israëliet, in wie geen bedrog is”. Hij was zonder twijfel een man van ware eenvoudigheid en oprechtheid van karakter, en iemand die de verlossing in Israel verwachtte. Verbaasd over de liefelijke begroeting van de Heer, en zich verwonderende hoe de Heer hem op het eerste gezicht kende, zei Nathanaël tot Hem: “Vanwaar kent gij mij”? Jezus antwoordde en zei tot hem: “Voordat Filippus u riep, terwijl gij onder de vijgeboom waart, zag Ik u”. Indrukwekkende doch gezegende gedachte! Hij stond voor Iemand – een mens in deze wereld – die de verborgen dingen van het hart kent! Nathanaël was nu ten volle overtuigd van de volstrekte Godheid van de Messias, en erkende Hem in Zijn uitnemende heerlijkheid als “Zoon van God” zowel als “Koning van Israel”.
Het karakter van Nathanaël en zijn roeping worden beschouwd als type van het oprechte overblijfsel van Israel in de laatste dagen. De toespeling op de vijgeboom, het welbekende zinnebeeld van Israel, bevestigt deze beschouwing, gelijk ook zijn heerlijk antwoord dit doet: “Rabbi, gij zijt de Zoon van God, gij zijt de koning van Israel”. Het gespaarde overblijfsel, “gezien en gekend” door de Heer, zal op gelijke wijze zijn geloof in Hem belijden, zoals de profeten duidelijk voorzeggen. En allen die Hem aldus als Messias erkennen, zullen Zijn algemene heerlijkheid zien als “Zoon des mensen”, volgens Psalm 8. Die komende dag van Zijn, zich over alles uitbreidende, heerlijkheid wordt door de Heer vooruit vermeld in Zijn slotopmerkingen tot Nathanaël: “Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Gij zult van nu aan de hemel geopend zien en de engelen van God opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen”. Dan zullen hemel en aarde tot een gebracht zijn, als door de ladder van Jakob. – Doch wij moeten nu teruggaan tot de geschiedenis van onze apostel.
De duidelijkste en beslissendste plaats aangaande zijn apostelschap is Johannes 21. Daar vinden wij hem in gezelschap van de andere apostelen, aan wie de Heer na Zijn opstanding verscheen aan de zee van Tibérias. Er waren samen Simon Petrus en Thomas, genaamd Didymus, en Nathanaël, die van Kana in Galiléa was, en de zonen van Zebedéus, en twee andere van Zijn discipelen, waarschijnlijk Andréas en Filippus.
Er bestaat een algemeen aangenomen overlevering, dat Bartholoméus reisde tot in India, predikende aldaar het evangelie. Misschien dat deel van India, dat het dichtst bij Klein-Azie ligt. In verschillende streken vertoefd hebbende, ten einde het Christendom te verbreiden, bereikte hij ten laatste Albanopel, in Groot-Armenië, een stad geheel in afgoderij gedompeld. Daar werd hij midden in zijn werk gevangen genomen door de stadhouder van de plaats en tot de kruisdood verwezen. De dagtekening is niet bekend.
Bron: Algemene geschiedenis van de Christelijke Kerk (deel I), A. Miller.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW