“En terstond droogde de bron van haar bloeding op en zij merkte aan haar lichaam, dat zij van de kwaal gezond was geworden. En terstond onderkende Jezus in Zichzelf de kracht die van Hem was uitgegaan, keerde Hij Zich om in de menigte en zei: Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?”
“Uw geloof heeft u behouden” (3)
Het geloof van de vrouw werd beloond. Gedurende twaalf jaren heeft zij vergeefs gezocht naar genezing, maar bij haar ontmoeting met Jezus ondervond zij ogenblikkelijk genezing.
De zieke vrouw werd beter zodra zij Jezus’ kleed aanraakte. Maar de kracht die haar genas had zijn bron niet in toverij (magie). Het was de macht die God Zelf gegeven had aan Jezus van Nazareth, waarmee Hij zovelen genezen en bevrijd had van de kwaadaardige machten van de duivel (zie Hand. 8:10:38).
De Zoon van God gebruikte die goddelijke macht nooit puur mechanisch. Altijd voelde Hij mee en had Hij diep medelijden. Hij voelt alle ellende die de wereld is ingekomen door de zonde. En Hij genas niet alleen het lichaam maar sprak van genade en vergeving. Zovelen die zichzelf geheel aan de Heer Jezus hebben toevertrouwd ontvingen vrijheid en vreugde en vonden hun weg terug naar de gemeenschap met God (zie Matth. 8:16,17).
Ook was Jezus toen niet tevreden alleen omdat de vrouw genezen was door Zijn goddelijke macht. Hij had waar, levend geloof gezien in haar hart. Zijn reactie was om haar niet alleen lichamelijke genezing te schenken maar ook vrede voor haar ziel. Daarom liet Hij haar niet gaan met de gedachte dat zij haar genezing door een geheim middel verkregen had. Zij moest weten dat de dingen met God in orde moeten zijn, zo dat zij vrede had.
Wordt vervolgd.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW