“… had over Jezus gehoord en kwam in de menigte van achteren en raakte Zijn kleed aan, want zij zei: Als ik maar Zijn kleren aanraak, zal ik behouden worden”.
“Uw geloof heeft u behouden” (2)
Vanwege haar jarenlange ziekte waren alle middelen van de vrouw al uitgegeven. Er was geen vooruitzicht op verbetering en zij leidde een eenzaam leven en was geïsoleerd van haar omgeving. Haar ziekte vertoonde wat de zonde veroorzaakt in het leven van mensen: Het verzwakt hen aanzienlijk en het vermindert hun levenskracht.
We kunnen dit niet overwinnen met onze eigen middelen of in onze eigen kracht.
Geen enkele persoon kan ons genezen: noch een een psycholoog, een filosoof of een kerkelijke voorganger.
Zonde veroorzaakt een scheiding tussen ons en God en ook tussen ons en onze medemens. Het maakt ons eenzaam (verg. Jes. 59:2).
Maar er was hoop voor deze vrouw, zoals dat er ook is voor ons, maar alleen in Jezus. Deze ongelukkige had gehoord van Hem, de vriendelijkheid die van Hem uitstraalde en de macht en autoriteit waarmee Hij genas en mensen redde. Zij geloofde in Hem en was overtuigd dat Hij de macht had om te helpen, ook in haar geval.
Vanwege haar toestand was het deze vrouw niet toegestaan om zich tussen de menigte te bewegen. Maar haar nood dreef haar naar Jezus. We kunnen nu begrijpen waarom zij geen aandacht wilde trekken en tevreden was met alleen Zijn kleed aan te raken. Wat mensen dan ook mogen denken over haar gedrag, zij nam de juiste stap: zij kwam in geloof tot Jezus, de Redder.
Wordt vervolgd.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW