19 jaar geleden

Maarten Luther (8)

Gedurende de tijd dat Luther op de Wartburg verbleef, begonnen zijn aanhangers te Wittenberg de praktische consequenties uit de nieuwe leer te trekken. De mis werd aangepakt en ook de avondmaalsvieringen ondergingen een wijziging. Deze evangelische gezindheid werd door de …

Radicalisten te Wittenberg

Gedurende de tijd dat Luther op de Wartburg verbleef, begonnen zijn aanhangers te Wittenberg de practische consequenties uit de nieuwe leer te trekken. De mis werd aangepakt en ook de avondmaalsvieringen ondergingen een wijziging. Deze evangelische gezindheid werd door de komst van enkele “Zwickauer profeten” bedreigd. Dezen verwierpen het gezag van de Schrift en stelden er het “innerlijk licht” en “eigen visioenen” voor in de plaats.Niemand onder de volgelingen van Luther was er, die de nodige geschiktheid bezat de hervormde leerstellingen te handhaven, of de hervormde gemeenschap te leiden. De zachtaardige en vreedzame geleerde Filip Melanchton had een aangename en vruchtbare geest, wel begaafd om anderen te verrijken, maar ongeschikt voor het rumoer en de storm van republikeinse begrippen verbonden met godsdienstige dweperij. Ook hij was niet krachtig genoeg om “deze verkeerde geest” te keren.Andreas Karlstadt, een doctor van Wittenberg en een van de eerste vrienden en vroegere medewerker van Luther, was ook onder invloed gekomen van deze revolutionaire geestdrijvers.Hij was geenszins onbekend met de waarheid, en liet zich bewegen aan het hoofd te gaan staan van deze dweepzuchtige lieden, die droomden in onmiddellijke verbinding te staan met de Godheid, terwijl zij zichzelf de titel van profeet of apostel aanmatigden. Hun aantal nam toe; enkele jongelui van de universiteit voegden zich bij hen. Zij verklaarden, dat de pogingen van Luther ter hervorming noch genoeg grondig, noch van voldoende omvang waren. In hun buitensporige geestdrift riepen zij drie keer “wee” over de valse kerk en de verbasterde bisschoppen. Zij stormden in februari 1522 de kerken binnen, verbrijzelden en verbrandden kruisen, beelden, altaren en schilderijen, en bedreven allerlei buitensporigheid, waardoor de ontluikende vrijheid en de algemene vrede in gevaar werden gebracht. Zelfs de keurvorst van Saksen was niet bij machte dit getij te keren. Daarom deed de Raad van Wittenberg Luther een dringend verzoek terug te keren om de orde te herstellen. De raad was het niet eens met de pogingen van de keurvorst om alle hervormingen weer ongedaan te maken. De keurvorst werd hiertoe gedwongen door een oude rivaal van Luther, hertog George van Saksen die één van de felste tegenstanders was van de Reformatie. Luther zag het verzoek om terug te keren als een roepstem van boven, zodat hij dan ook de Wartburg verliet.
Onder de namen, die de geschiedenis als aan deze dwaasheid verbonden, opgetekend heeft, zijn de meest bekende Nicolaas Stork, Mark Hubner, Maarten Cellarius en Thomas Münzer. De laatste verschijnt in 1525 nogmaals aan het hoofd van een oproer onder de landbewoners, bekend onder de naam van”boerenkrijg”.

Luther keer terug naar Wittenberg

Het geroep om Luther werd algemeen. Tot op de Wartburg drong het door. Zonder toestemming van de keurvorst en met gevaar van zijn leven, spoedde hij zich naar het toneel van verwarring. Toen de keurvorst dit vernam, geraakte hij in grote verlegenheid. De angst dat de paus en de keizer allicht de uitlevering van Luther zouden eisen, was hiervan de oorzaak. Toch legde hij de beslissing in handen van Luther en vertrouwde op diens geestelijk inzicht.
Zo keerde Luther, ondanks het feit dat het edict van Worms nog steeds gold, in maart 1522 van zijn Patmos naar Wittenberg terug. Hij moest gaan om de revolutionaire geest te bestrijden, die, zoals we zagen, inmiddels de kop had opgestoken. Hij had daarvoor maar één wapen, namelijk het Woord van God. Het was zijn overtuiging dat vernieuwing van politieke en sociale verhoudingen geen betekenis zouden hebben, integendeel een gevaar zouden inhouden voor het religieuze leven, als ze niet gegrond zou zijn op de bereidheid van de mensen om God te dienen in een vernieuwd en toegewijd leven. De wapens waarmee gestreden moest worden, waren niet die van revolutie of veranderingen van organisatie(s), maar van het Woord van God en het gebed. Iets wat wij in onze dagen ook wel ter harte mogen nemen.
Hij werd met oprechte betuigingen van vreugde en toegenegenheid ontvangen door doctoren, studenten en burgers. Zijn zegepraal was een lichte, maar geheel het gevolg van zedelijke kracht. “Ik wil prediken, ik wil getuigen, ik wil schrijven; maar niemand wil ik dwingen, want het geloof is een vrijwillige daad. Ik kwam in verzet tegen de paus, de aflaten en de papisten, maar zonder geweld te gebruiken of geraas te maken. Ik stelde het Woord van God op de voorgrond, leerde en schreef – dit was alles, wat ik deed”.
Direct na zij terugkeer hield Luther zijn beroemde Invocapreken (het was lijdenstijd, de preken heten naar de zondag van die week). Elke dag hield hij deze preken in de stad en de omgeving. Hij riep de mensen op geen nieuwe wet te maken van het evangelie van de genade van God en van de vrijheid van een Christen. Luther trad de mensen met een geest van zachtmoedigheid tegemoet. Het volk ophitsen zoals de “Schwärmer” – zoals Luther ze noemde – was er niet bij. Zo beklom Luther de kansel, en zijn machtige stem weerklonk opnieuw onder de ontroerde menigte. Op de zeven volgende dagen predikte hij zeven malen. De uitwerking was gunstig. Het getuigenis van Luther maakte grote indruk. Elk teken van wanorde verdween onmiddellijk; de stad herkreeg haar vroegere rust; de universiteit keerde terug tot haar wettige studies en redelijke beginselen. Karlstadt – de onvoorspoedige bewerker van de verwarring, als door het overwicht van een grotere geest verpletterd – verliet niet lang daarna het toneel van zijn nederlaag. Luther was een vijand van alle geweld. Zijn schoon beginsel was: alvorens u met goed gevolg de voorwerpen van de afgoderij, zoals beelden enzovoorts verwijderen kunt uit de kerken, moet u eerst de dwaling verdrijven uit de geest van de aanbidders. En dit kon, naar hij geloofde, alleen geschieden door het Woord van God, hetwelk hij vurig begeerde aan zijn volksgenoten in hun eigen krachtige taal ter hand te stellen.

Thomas Münzer

Later kwam Luther nog eens in aanraking met iemand, Thomas Münzer, die geen maat wist te houden en bepaalde reformatorische denkbeelden zo eenzijdig doordreef, dat ze tot een aanfluiting werden; deze stichtte nog groter onheil dan de reeds genoemde Schwarmer en Karlstadt. Münzer was een zeer begaafd persoon met helaas wilde gedachten, die erg sociaal gericht waren. Zijn gedachten vonden aansluiting bij oude, toen weer geactiveerde, revolutionaire stromingen welke zich mede onder zijn leiding, zouden ontlasten in de boerenopstand.In felle geschriften keerde Münzer zich tegen overheid en gezag en dreigde met een bloedige opstand. Het merkwaardige was, dat men van het hof Münzer zeer tegemoet kwam. Hertog Johan, de broer van Frederik de Wijze, en keurprins Johan Frederik, diens zoon (die beide later keurvorst zouden worden) reisden naar Allstedt, waar Münzer predikant was, en lieten de profeet voor zich op het slot preken. Dit was in juli 1524. Het was één van de merkwaardigste kerkdiensten die ooit gehouden zijn. Met milde welsprekendheid riep Münzer de vorsten op tot gewelddadig verzet tegen Rome. De droom van de rollende steen van Nebukadnezar was zijn uitgangspunt. Het vijfde rijk dat Daniël profeteerde, zou komen en de leken en de boeren zouden het stichten. Met deze en nog meer woorden verkondigde Münzer de revolutie. Toen greep Luther in. In een brief die hij aan beide vorsten schreef, wees hij hen op hun taak en roeping om als overheid de vrede te handhaven en opstandelingen te straffen. De burgerlijke overheid kwam tussenbeide, en verscheidene ijveraars werden in de gevangenis geworpen. Het gevolg was dat Münzer uit Saksen vluchtte.

De boerenopstand (1525)

In Schwaben waren de boeren in opstand gekomen en hadden 12 artikelen opgesteld over de ondragelijke lasten die de overheid hun oplegde. De sympathie van Luther ging ongetwijfeld uit naar de kant van de boeren. Wel had hij bezwaar tegen de wijze waarop de boeren hun economische en politieke eisen aan de prediking van de evangelische vrijheid koppelden.De boerenrevoluties ontstonden niet uit de reformatorische beweging. Ze waren al wel een eeuw ouder en veelal niet religieus gericht, zeker niet confessioneel. De boeren hadden moeite met de veranderingen die veroorzaakt werden door de ondergang van hetfeodale stelsel en de algemene doorvoering van het Romeinse recht . Hogere belasting, vermindering van inkomen door de opkomst van steden en geldhandel en alles wat daarmee samenhing, maakten voor velen van hen het bestaan vrijwel onmogelijk. Ze zakten af van vrije boeren tot pachters, van pachters tot onderhorigen. Vrije jacht, vrij visrecht en vrij hout voor huisbouw en huisbrand waren de haast symbolische eisen; water, bos en heide behoren immers in principe alle mensen toe. Dit alles gistte reeds lang voor de Reformatie en hadniets te maken met de prediking van Luther. De boeren zelf grepen de gelegenheid om hier een verband te leggen, gretig aan. De eerste van hun twaalf artikelen spreken dan ook over kerkelijke zaken. De boeren beschouwden Luther als hun vriend en zijn naam prijkte bovenaan een lijstje van mannen die ze als scheidsrechter wilden erkennen. In een eerste geschrift over deze zaak bezwoer Luther de vorsten met grote ernst de rechtmatige eisen van de boeren in te willigen. Hunprachtlievendheid en hoogmoed was de oorzaak van een boerenopstand. De vorsten moesten de boeren uit plicht schenken wat de boeren niet als recht mochten eisen. Christelijke broederplicht boven algemeen mensenrecht sprak hieruit. Het standpunt van Luther was die van het patriarchalisme: niemand mag zijn eigen recht zoeken en voor eigen zaak strijden, maar wie een verantwoordelijke positie heeft, diene zijn naaste in liefde. Scherp waren ook zijn woorden tegen de vorsten, hartelijk en gemoedelijk spreekt hij de boeren toe.
Toen kwam Münzer weer op het toneel. Hij zag in Saksen kans om de sociaal georiënteerde revolutie geheel te laten versmelten met de radicale religieuze beweging. Het hoofdkwartier had hij in Mühlhausen. Het gevolg van het optreden van Münzer was verbranding en plundering van kloosters en dorpen, en verwoesting van burchten.Toen Luther hiervan hoorde veranderde zijn houding. Op grond van Romeinen 13 riep hij de vorsten op tot herstel van orde en gezag.Nadat de boeren verslagen waren gingen nu de vorsten op hun beurt de wraakzucht botvieren. Maar ook richtte Luther nu zijn veroordelend woord tot de vorsten.
Een laatste krachtsinspanning mocht Thomas Münzer niet baten en zo werden hij en 8000 bergwerkers en boeren neergeslagen in de noodlottige slag met het leger van de Duitse vorsten in het jaar 1525 te Mühlhausen. Tenslotte werd Münzer met zijn rebellenleger ingesloten in zijn wapenburcht bij Frankenhausen. Zijn rebellenleger wilde zich wel overgeven maar in een extatische rede wist de volksmenner hen daarvan te weerhouden.”Vrees niet”, riep hij uit. “Gideon verstrooide met een handvol mannen het leger van de Midianieten, en David versloeg Goliath!” Juist op dat ogenblik verscheen een regenboog aan de hemel. Het symbool van zijn banier! “Zie het teken!”, schreeuwde hij. En onder dat teken werden hij en de 8000 bergwerkers en boeren, terwijl zij een lied tot de Heilige Geest zongen, neergeslagen. Thomas Münzer herriep tijdens de folteringen zijn dwalingen, en werd met 25 andere belhamers onthoofd. Hij stief als een goed katholiek. Dat wil zeggen: hij nam bij het avondmaal alleen het brood. Toen viel de bijl.
De pausgezinden en vijanden van de Hervorming trachtten, overigens zonder enige grond, deze wilde opschudding als een werking van de beginselen van Luther voor te stellen. De aanhangers van Luther stonden met deze oproerigheden in geen verbinding; evenmin als zijn geschriften er rechtstreeks aanleiding toe gegeven hadden.

Wordt D.V. vervolgd.

Bronnen:
Luther – zijn weg en werk, W.J. Kooiman;Geschiedenis der kerk, dr. H. Berkhof;
Grote geïllustreerde wereldgeschiedenis, verschenen bij Bosch & Keuning n.v. te Baarn;
Geschiedenis in Thema en Taak, deel I, W.F. Kalkwiek en J. Wilschut.
Algemene geschiedenis van de Christelijke Kerk, A. Miller.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW