“… maar verblijdt u dat uw namen staan ingeschreven in de hemelen”;
“Ziet, wat een liefde ons de Vader gegeven heeft, dat wij kinderen van God genoemd zouden worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet heeft gekend” (1 Joh. 3:1).
Onze namen
Elk van ons is een naam gegeven bij de geboorte. Het is de achternaam van onze vader die met liefde door onze ouders gekozen is. Deze naam staat sindsdien op al onze identiteitspapieren. Hoe vaak hebben we dit geschreven, gespeld, ingevoerd en ondertekend, soms in hoofdletters om fouten of verwarring te vermijden. Onze naam is verbonden met de geschiedenis van ons leven, en gewoonlijk veranderen we deze niet. Op een dag zal het gegraveerd zijn op een grafsteen.
Zal het worden herinnerd? Zal het verdwijnen in de geschiedenis? Waarschijnlijk niet. Toch kunnen we er zeker van zijn dat het niet zal vergeten worden in de eeuwigheid. Het is opgenomen in het boek van God en zal in het boek van het leven blijven als we Christus als onze Heiland hebben ontvangen (Openb. 3:5).
Zelfs als de archieven van de mens uiteindelijk vernietigd zijn, zal Gods register worden geopend in de hemel op de dag van het oordeel (Openb. 20:12,15). Bij die ernstige gelegenheid zal het boek van het leven alleen worden geopend om vast te stellen, dat de namen van de doden om geoordeeld te worden, ontbreken. Zij hebben niet geloofd in de Heer Jezus. Jezus Christus roept ons. Laten we antwoorden: “Aanwezig!” Dan kan Hij voor Zijn Vader en Zijn engelen verklaren dat Hij onze namen kent.
Zijn vreugde is het om Zijn Naam te schrijven om te bewijzen dat wij Hem toebehoren net zoals we onze persoonlijke bezittingen merken of verzegelen. Wij zullen voor eeuwig met Hem zijn zonder dat we door het oordeel moeten gaan. “Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld” (Joh. 3:18).
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW