10 jaar geleden

Kunnen broeders eensgezind samenwonen?

Psalm 133:

1 Een pelgrimslied, van David.
Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het
dat broeders ook eensgezind samenwonen.

2 Het is als de kostelijke olie op het hoofd,
die neerdruipt op de baard, de baard van Aäron,
die neerdruipt op de zoom van zijn priesterkleed.

3 Het is als de dauw van de Hermon
die neerdaalt op de bergen van Sion.
Want daar gebiedt de HEERE de zegen
en het leven tot in eeuwigheid.

 

Wanneer broeders elkaar ontmoeten om over lokale aangelegenheden te bidden en te beraden, wordt aan het begin op sommige plaatsen graag Psalm 133 gelezen.

Vers 1 spreekt erover dat het goed en belangrijk is, wanneer broeders ook eensgezind samenwonen. Het “wonen” is hier belangrijk. Het is vaak niet moeilijk om eensgezind te zijn, als broeders elkaar ergens een keer ontmoeten. Het is moeilijker om permanent met elkaar overweg te kunnen, wanneer men tot op zekere hoogte samen “woont”. Maar juist dat is zo belangrijk.

In vers 2 en 3 worden de gunstige effecten getoond, wanneer broeders  permanent in vrede met elkaar zijn:

  • Hoe de kostbare olie naar beneden drupt op de baard: De olie spreekt van de Heilige Geest en de baard van wijsheid. Als we in vrede samen zijn, dan werkt de Geest van God en geeft ons wijsheid om gemeenschappelijk de juiste beslissingen te nemen. Dit zal ons niet gelukken, wanneer we voortdurend met elkaar overhoop liggen.
  • Zoals de kostbare olie op de zoom van het kleed van de hogepriester  neerdruipt: Daar bevinden zich bellen en de granaatappels, die van getuigenis en vrucht spreken. Dit zal het resultaat zijn als we in vrede samen zijn en de Geest ons leiden kan.
  • Als de dauw van Hermon: Dit spreekt van frisheid. Waar geschillen zijn, gaat de frisheid in de samenkomsten en het samenwonen verloren.
  • Zegen gebiedt: God zegent ons, wanneer we eensgezind samenwonen. Kemphanen kunnen niet verwachten korrels van Gods zegen te vinden.
  • leven tot in eeuwigheid: geestelijke vitaliteit. Er wordt vaak geklaagd, dat op een plaats geen “leven” is. Ligt dat niet vaak aan de onnoemelijke geschillen?
Gerrid Setzer, Bibelstudium.de

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW