Korte inleiding op de hele Bijbel (b)
Voorwoord vertaler
In deze tijd van het uitbrengen van nieuwe vertalingen van de Bijbel is het uitermate belangrijk om ernstig rekening te houden met de oorsprong van de Bijbel. Alléén zij die opnieuw geboren zijn, die leven uit God bezitten door het geloof in de Heer Jezus Christus, kunnen een heilige eerbied voor het Woord van God hebben. Zij zijn immers geboren uit dat onvergankelijke zaad, het levende en blijvende Woord van God (1 Petrus 2:23). Omdat zij de Geest van God ontvangen hebben, zijn zij ook in staat de dingen die God de Zijnen geschonken heeft, te verstaan (1 Korinthe 2:12). Daarom zouden ook alléén zij de Bijbel moeten vertalen. Zij zullen in afhankelijkheid van de Heer de mens bij de grondtekst willen brengen (door middel van de vertaling), dat wil zeggen bij de eigenlijke bedoeling van de Bijbel, het Woord van God.De volgende bijdragen in deze serie kunnen een goede hulp zijn om de “Schriften” beter te leren verstaan en waarderen.
“Alle Schrift is door God ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in [de] gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust” (2 Timotheüs 3:16-17).
Het Goddelijk model van het Woord van God
Niemand die de Bijbel in geloof gelezen heeft, zal er aan twijfelen dat aan haar een Goddelijke ordening, een eeuwig model, ten grondslag ligt. Dat geldt niet alleen wanneer men het Oude Testament en het Nieuwe Testament afzonderlijk bekijkt, maar voor het “hele oeuvre”. God heeft voor de canon [verzameling geschriften die tot de Bijbel gerekend worden, of beter geformuleerd: verzameling geschriften van Goddelijk gezaghebbende boeken – vertaler] een Goddelijk design (aanwijzing). Aan ons is het haar te ontdekken, voorzover het ons mensen überhaupt gegeven is, dit wonder binnen te dringen. Dat – zoals bij elke menselijke inspanning – zulk Goddelijk doen te beschrijven puur stukwerk blijven moet, zijn deze inleidende opmerkingen over de Bijbel eigenlijk veel te kort, onvolledig en slechts een poging. Voor ieder van u – en ons – blijft het altijd een immer durende huisopgave, in deze vragen geestelijk te groeien.
De Bijbel omvat 63 Boeken. Het Oude Testament heeft er 321, het Nieuwe Testament 272. in deze boeken vinden we het geheel van alle gedachten van God en Zijn wegen met de mensen zowel Zijn raadsbesluiten met het oog op Christus, de mensen en de gemeente van de levende God, die uit alle gelovige mensen van de zogenoemde genadetijd bestaat. Wij vinden zowel de Openbaring van het wezen en de souvereiniteit van God als ook de verantwoording van de mens in dit Boek voorgesteld. God was in Zijn regeringswegen van het Oude Testament een God, die in het verborgene, in de duisternis, woonde. Maar in het Nieuwe Testament is Hij volkomen en volledig geopenbaard. Wij zullen in de hemel geen onbekende God ontmoeten. Neen, wij vinden Hem in volkomenheid in de Schriften voorgesteld.
Het Oude Testament
De Heer Jezus Zelf deelt het Oude Testament in drie delen: “Hij nu zei tot hen: Dit zijn de woorden die ik tot u sprak toen ik nog bij u was, dat alles moest worden vervuld wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes, en in de profeten en in Psalmen. Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden …” (Lukas 24:44-45). in deze drie groepen was inderdaad het Hebreeuwse Oude Testament – in tegenstelling tot onze huidige uitgaven – ingedeeld3. De wet (thora; 5 boeken): Dit deel omvat de zogenoemde vijf boeken van Mozes (Pentateuch: vijf boeken), die door de benoeming van de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, in het algemeen de benamingen Genesis (ontstaan, aanvang, wording), Exodus (uittocht), Leviticus (Leviten-boek), Numeri (telling) en Deuteronomium (tweede wet) kregen4. Deze benamingen zijn echter niet geïnspireerd en gedeeltelijk misleidend (bijvoorbeeld Leviticus).
De profeten (Nebiim; 19 boeken): Tot deze groep behoren de vier vroege profeten Jozua, Richteren, Samuël en Koningen, zowel als ook de latere profeten. Het zijn naast Jesaja, Jeremia en Ezechiël de zogenoemde twaalf kleine profeten, die ook in onze bijbeluitgaven van Hosea tot Maleachi reiken.
De Schriften (Ketubhim; 12 boeken): Hiertoe behoren alle overige boeken van het Oude Testament, dus de Psalmen, Job, Spreuken, dan de zogenoemde Megilloth (rollen), namelijk Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen en Esther evenals Daniël, Ezra, Nehemia en Kronieken.
Het Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament verdeelt zich – wel iets eenvoudiger – in vier delen, die ook in onze vertalingen duidelijk worden.
De evangeliën (4 boeken): Hier vinden we op een bijzondere wijze het leven en sterven zowel de opstanding en in twee van hen (Markus en Lukas) de hemelvaart (in het geval zij met het karakter van het eventuele evangelie overeenstemt) van onze Redder en Heer voorstelt. Zoals bekend is gaat het om het Mattheüs-, het Markus-, het Lukas- en het Johannesevangelie.
Handelingen (1 boek): Dit boek kan bij geen andere groep ondergebracht worden en blijft daarom als afdeling apart bestaan. Hier vinden we niet zozeer de Handelingen van de apostelen [zoals m.i. abusievelijk dit boek in het Nederlands vaak genoemd wordt – vertaler], want het zijn van de apostelen eigenlijk hoofdzakelijk alleen maar Petrus en Paulus, van wie we de daden in dit boek vinden, maar men leest ook van andere opvallende dienaars zoals bijvoorbeeld van Filippus, Stefanus en Barnabas. Vandaar schijnt het passender hier eerder van de werking van de Heilige Geest hier op aarde te spreken, nadat de Heer Jezus verheerlijkt aan de rechterhand van God plaats genomen heeft.
De brieven 21 boeken): Hiertoe behoren zowel de 14 Paulinische brieven als ook de zogenoemde katholieke (algemene) brieven (Jakobus, 1 en 2 Petrus, 1-3 Johannes en Judas). Terwijl de evangeliën en de Handelingen zekere tegenhangers tot het Pentateuch zijn, kan men deze brieven als antwoord op “de Schriften” van het Oude Testament verstaan5. Zij ontvouwen de genade en de waarheid die uit Christus en Zijn werk en dienst voortgekomen zijn. Daartoe behoort ook de gezegende hoop die tezamen met de veelvoudige vermaningen onze wandel en de aanbidding van de heiligen beïnvloeden moet.
De Openbaring (1 boek): Het levert bijna geen moeilijkheid op de openbaring met de Oudtestamentische profeten te vergelijken. Hierin worden ons de raadsbesluiten van God met deze aarde meegedeeld, waarbij ook op bepaalde gebeurtenissen in de hemel ingegaan wordt, die voorwaarden voor de veranderingen op aarde zijn.
De apocriefen6
Er is een serie boeken die in bepaalde bijbeluitgaven opgenomen zijn, bijvoorbeeld Judith, Wijsheid van Salomo, Tobias, Baruch, 1 en 2 Maccabeeën, die echter niet tot de Bijbel zelf behoren. Zij zijn in tegenstelling tot de bijbelboeken niet geïnspireerd. Op deze plaats moet men niet buiten het kader gaan, dat een tijdschrift als “Folge mir nach”* met zich mee brengt.
Daarom wijs ik er alleen op dat van begin af aan zowel de toegevoegde boeken in de Oudtestamentische als ook in de Nieuwtestamentische tijd niet als behorend bij de canon van de Heilige Schriften geaccepteerd werden. Zij bevatten niet alleen ten dele historische onnauwkeurigheden, maar spreken zichzelf herhaaldelijk tegen en wijzen, bijvoorbeeld wat de zogenoemde Oudtestamentische apocriefen betreft, geen enkele maal de uitspraak: “Zo spreekt de HEER”7 aan.
De boodschap van het Woord van God
De Bijbel richt zich tot mensen. Haar uitspraken zijn Goddelijk. Daarom zijn er ook veelvoudige boodschappen, die niet op een paar bladzijden veel omvattend te beschrijven zijn. Op deze grond beperk ik mij hier tot enkele centrale boodschappen die we in de Bijbel vinden.
- De Openbaring en de verheerlijking van de Zoon van God, Jezus Christus: “… en die [dat zijn de Schriften] zijn het die van Mij getuigen” (Johannes 5:39).
- De bekering: “… maar deze [dat zijn de tekenen] zijn geschreven opdat u gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat u gelovend [het] leven hebt in Zijn naam” (Johannes 20:31).
- Geloofszekerheid: “Deze dingen heb ik u geschreven, opdat u weet dat u eeuwig leven hebt, u die in de Naam van de Zoon van God gelooft” (1 Johannes 5:13).
- Versterking van het geloof: “Maar deze dingen heb ik tot u gesproken, opdat wanneer hun uur gekomen is, u zich zult herinneren dat ik ze u heb gezegd” (Johannes 16:4).
- Het trouwe praktische navolgen van de Heer: “Volg jij Mij” (Johannes 21:2).
© Folge mir nach, Manuel Seibel
Geplaatst in: Bijbel
© Frisse Wateren, FW