Knelpunten (1)
“Het ligt ons na aan het hart een aantal zaken die we niet uitvoerig behandelen willen, in een verkorte vorm aan te snijden. Daarom geven we bewust geen definitieve mening als afsluitende hulp. We willen enkel laten zien dat er knelpunten zijn, die voor de een of andere van belang zijn, waaraan we niet gemakkelijk voorbij willen gaan. Delen van dit artikel werden daarbij uitgewerkt en ingevuld door betroffen personen.
Homoseksualiteit
Nadat in delen van de evangelische kerk de inzegening van partners van hetzelfde geslacht toegestaan is op grond van: “Als Jezus Christus vandaag leven zou en de bijbel schrijven liet, zouden sommige passages anders zijn geformuleerd”, zijn er ook oprechte christenen die onzeker geworden zijn. Daarbij is het getuigenis van de bijbel duidelijk over haar onveranderlijkheid: “Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid” (1 Petrus 1:24,25) en in het laatste hoofdstuk van Openbaring staat: “… Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn” (Openb. 22:18,19).
En wat zegt de Schrift zegt over het onderwerp homoseksualiteit? “… want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf” (Rom. 1:26.27). Het Woord van God veroordeelt de homoseksualiteit in de krachtigste bewoordingen. Deze verzen spreken van schande en tegennatuurlijkheid. In de volgende verzen wordt deze zonde op een lijn gesteld met moord, lasteraars, haten van God, enzovoorts. Dat wordt ook nog onderstreept door een aantal oudtestamentische passages. Hier wordt alleen verwezen naar de grote zonde van Sodom en Gomorra, waarvan we in Genesis 19, 2 Petrus 2 vers 7 en in Judas vers 7 lezen.
Nu wordt er altijd weer op gewezen dat homoseksualiteit is een neiging zou zijn, die genetisch bepaald zou zijn. Tot op vandaag1 geldt deze mening in de wetenschap als niet bewezen. In tegendeel echter. Het is ook zeer te betwijfelen dat zo’n bewijs objectief aan te voeren is. Natuurlijk is het waar dat er sommige mensen zijn, die tot bepaalde zonden eerder neigen als tot andere. Dat ligt echter in de regel aan de ervaringswereld van de afzonderlijke personen. Wanneer ik van kind af aan beleefd heb, dat mijn ouders voortdurend stelen, zal ik eveneens gemakkelijker een hang hebben, dit niet als onrecht te ervaren. Maar het blijft onrecht! Zo is het ook bij de homoseksualiteit. Er zijn een reeks van voorbeelden, dat mensen die een homoseksuele levenswandel geleid hebben en door de bijbel en intensieve zielzorg daartoe gebracht zijn, hun zonden te belijden en een weg van morele reinheid te volgen.
In het bijzonder bij mensen, bij wie een zekere neiging tot homoseksualiteit vast te stellen is, heeft op zo’n weg hulp en begripvolle herderlijke dienst nodig. Deze weg staat voor iedereen open, die zich aan de Heer Jezus wil overleveren. Maar daartoe is natuurlijk ook een gevoelvolle zielzorger nodig.
Ongehuwde staat – celibaat
Er zijn verschillende gronden om niet te trouwen. De eerste grond kan een speciale ziekte zijn, die een huwelijk onmogelijk maakt. De Heer Jezus sprak eens over zodanigen: “Want er zijn ontmanden2 die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn …” (Matth. 19:12). Het gaat dus om ziekten van geboorte af aan of om gevolgen van operaties – of ze nu bewust of bij vergissing gebeuren. Niet altijd lijden personen, die hierdoor getroffen zijn, zo sterk eronder dat zij niet zouden kunnen trouwen. Anderen echter wel – daarop zal onder verder ingegaan worden.
Dan kan het zijn, dat iemand – een man of een vrouw – een genadegave als Paulus ontvangen heeft: “Want ik zou wel willen dat alle mensen waren zoals ikzelf, maar ieder heeft zijn eigen genadegave van God, de één op deze wijze, de ander op die wijze … Dus: ook wie ten huwelijk geeft, handelt goed, maar wie niet ten huwelijk geeft, handelt beter” (1 Kor. 7:7,38). Dat zijn brusters die hun leven heel bijzonder voor de Heer Jezus willen inzetten, om Hem te dienen. De Heer Jezus noemt dat in Mattheüs 19 vers 12: “… en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen”.
Zoals in 1 Korinthe 7, maar ook onze ervaring leert, brengt het sluiten van een huwelijk naast een heerlijke gemeenschap daarnaast ook verantwoording voor elkaar en dikwijls voor kinderen met zich mee alsook zorgen, die een ongehuwde zo niet heeft. Dat alles kost niet alleen tijd, maar ook kracht. Dit gaat in zeker opzicht ten koste van de arbeid voor de Heer Jezus verloren. Daarom zijn sommigen bereid van een huwelijk af te zien. Hen moeten wij waarderen – zoals de Heer het gedaan heeft. Wij willen hen geen steen in de weg leggen en bijvoorbeeld hun dienst minachten, doordat wij daarop wijzen, dat zij bepaalde ervaringen niet zouden hebben. De apostel Paulus had ze ook niet – en ondanks (of juist daarom) was hij een uitverkoren werktuig in de handen van God.
Maar er is in de huidige tijd ook het celibaat, die niet beoogd werd. Betroffenen zijn broeders die een of meerdere “afwijzingen” te verwerken hadden – en daarmee eenvoudig niet klaar gekomen zijn. Vaak hebben ze geen moed meer (of hadden nog nooit de moed), een vrouw aan te spreken, want zij hebben hun eerste ook met de Heer gedaan. En wanneer men dan erkennen moet, dat de Heer deuren sluit, kan men gemakkelijk aan zichzelf gaan twijfelen.
Iets soortgelijks kan het een zuster vergaan, die nog helemaal niet gevraagd is, of de indruk hadden, dat een huwelijk met deze man niet met de wil van de Heer overeenkomen zou. Ook hier moeten zich man en vrouw altijd voor de Heer beproeven.
Maar wanneer werkelijk geen man (of geen vrouw) komt (of niet de juiste), is dat voor jonge mensen niet gemakkelijk. Ze zullen met hun situatie zeker naar hun Heer en grote Herder gaan. Misschien kunnen zij zich tegen hun ouders of een bevriend echtpaar uitspreken. Het is zeker gemakkelijker geschreven dan ervaren, wanneer men in dit verband de woorden uit Romeinen 8 vers 28 toepast: “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede …”. Aan de ene kant zou een jonge vrouw, die al 25 of 28 of … oud is, werkelijk niet uit angst in paniek moeten geraken. Ook dat beleeft men vaker – bij sommigen overigens al veel vroeger. Aan de andere kant mag zij zich door de Heer taken laten zien. Er zijn vele dingen die het hart van de Heer Jezus gelukkig maken kunnen. Als je misschien ook denkt zo’n genadegave voor de ongehuwde staat niet te hebben, maar je situatie (nu) toch zo is, dan kun je de voordelen van de ongehuwde staat voor de Heer gebruiken – tot Zijn eer en tot je zegen.
Wij, de anderen, moeten ons echter absoluut hoeden, op zulke broeders en zusters neer te zien met een medelijdende glimlach. Daartoe bestaat helemaal geen aanleiding! Want voor de Heer telt alleen onze trouw!
Kinderloosheid
Op vele plaatsen in deze wereld wachten kinderen erop, ouders te krijgen. Zij zijn wezen of werden bij hun ouders weggenomen, omdat zij niet juist of goed verzorgd kunnen worden. Misschien is ook dit een bijzondere taak voor een echtpaar, die de Heer tot nu toe geen kinderen geschonken heeft. Als buitenstaanders kan men slecht buitengewoon moeilijk beoordelen, wat de weg van de Heer voor anderen is. De wegen van onze goede Heer zijn voor ieder afzonderlijk. Het ene echtpaar schenkt Hij geen kinderen, opdat zij geheel voor Hem werkzaam zijn. De anderen schenkt Hij na jaren van beproeving kinderen. Of Hij wil graag, dat een echtpaar Hem eenvoudig in de normale dagelijkse situatie dient. En weer anderen geeft Hij de opdracht, kinderen te adopteren. Deze veelvoudigheid geeft de Heer!
Wordt D.V. vervolgd
NOTEN:
1. Dit artikel is in 2003 gepubliceerd – {vertaler FW}.
2. Andere vertalingen zijn wat duidelijker. Voorhoeve Vertaling (4e druk) en Telos-vertaling hebben ‘gesnedenen’ met de toevoeging dat ‘gesnedenen’ uit vers 12a letterlijk ‘gecastreerd’ betekent. In dit artikel wordt nu (2012) hoofdzakelijk de Herziene Staten Vertaling gehanteerd., die ‘ontmanden’ heeft – {vertaler FW}.
Manuel Seibel
© Folge mir nach