“Raakt het u allen niet, voorbijgangers? Aanschouw en zie of er leed is als mijn leed, dat mij is aangedaan, waarmee de HEERE mij bedroefd heeft op de dag van Zijn brandende toorn”.
Geen smart gelijk de smart van de Heer
In dit vers zien we Jeruzalem’s droefheid om alles wat haar is overkomen vanwege haar zonden. “… waarmee de HEERE mij bedroefd heeft op de dag van Zijn brandende toorn”.
Jeremia had de niet benijdenswaardige taak om haar zonden aan te wijzen en haar te smeken zich van haar boze wegen af te keren, maar ze weigerde terug te keren. Ze ging achter haar minnaars aan, gedurende welke tijd haar priesters en profeten haar bedrogen met het idee dat ze nooit in gevangenschap zou raken. Jeremia en zijn woorden werden met minachting behandeld en hij weende over haar koppige en verstokte hart. Maar “Is er geen balsem in Gilead? Of is er geen geneesheer daar?” (Jer. 8:22). Ja, de Grote Geneesheer was daar; de balsem van Zijn woord was daar; maar de mensen weigerden zowel de balsem als de Geneesheer.
Versluierd in het bovenstaande vers in letters donker en verlaten, was de uitdrukking van het leed van onze Heer. Zoals de ware Jeremia over Jeruzalem weende en haar oprecht en liefdevol smeekte, ging Hij als zondebok naar het kruis voor haar zonden. Terwijl de vijanden van Israël zich verheugen over haar rampspoed, zo verblijden de vijanden zich bij het kruis van de Heer Jezus over Zijn lijden. De voorbijgangers schudden in onverschilligheid hun hoofden (Mark. 15:29), terwijl velen die Hem verachtten, neerzaten en Hem in Zijn lijden bespotten.
Ben je vandaag in droefheid? Ik zou je smart nooit willen kleineren, maar er is geen smart zoals de smart van de Heer toen God Hem voor onze zonden veroordeelde. Het is juist omdat Hij heeft geleden, dat Hij in staat is om u te troosten in de uwe, en om genezing en herstel in uw hart en leven te brengen.
Richard A. Barnett, © The Lord is near
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW