“Echter, wij zijn allen als een onreine, al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed … .”
Stelt u zich de volgende situatie voor: een huisvrouw komt op zaterdag naar een chirurgische kliniek met een stapel brandschoon textiel, allemaal fris gewassen en gestreken en volgens haar geschikt voor gebruik in de operatiekamer. Toch werd het allemaal geweigerd. Voor het doel, dat zij voor ogen had, was het gewoon niet schoon genoeg en dus onbruikbaar, ook al kon het oog niet het kleinste vlekje vinden.
Wat nodig was, moest absoluut steriel zijn. Huishoudelijk wassen was niet voldoende om alle bacteriën te doden. De hitte van sterilisatieapparatuur was essentieel. Niemand die bekend is met de huidige voorschriften vindt ze overdreven.
Nu wordt de standaard die God hanteert met betrekking tot goed en kwaad door velen als extreem beschouwd. God zegt in Zijn Woord: “… allen zijn zij afgeweken; samen zijn zij nutteloos geworden; er is niemand die goed doet, er is er zelfs niet één” (Rom. 3, 12). Dat is het oordeel van God over de mens zoals hij van nature is. Zijn wezen en alles wat hij God wil aanbieden valt onder het oordeel “onrein” of “ongesteriliseerd.”
Dat betekent zeker niet, dat God eerlijke pogingen om goed te doen niet erkent. Zelfs onze beste pogingen leiden niet tot het niveau van zuiverheid en heiligheid dat past bij Gods onmiddellijke aanwezigheid.
Wat moet er gebeuren? Hoe kunnen we geschikt worden voor de hemel? We moeten eerst de illusie verwerpen, dat we onze eigen verlossing kunnen bewerkstelligen. Alleen door Gods norm te erkennen, al onze wandaden toe te geven en te geloven in het verzoeningswerk van Jezus Christus kunnen we de heerlijkheid van God bereiken.
© The Good Seed
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst, Zonde
© Frisse Wateren, FW