“Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft”.
Een kleine jongen deed tevergeefs moeite om een zware steen op te tillen. Zijn vader keek een poos toe en vroeg toen uiteindelijk: “Zeg eens, heb je nu ook echt al je kracht gebruikt?” – “Jazeker”, antwoordde de jongen. Nee, dat is niet waar”, zei de vader, “je hebt mij toch niet om hulp gevraagd!”
Doen veel christenen ook niet zoals deze kleine jongen? Misschien herken jij dit ook wel bij jezelf. Je gebruikt dan al je krachten en kunt het toch niet redden. Daarbij vergeten we dan, dat we een krachtbron ter beschikking hebben, die elke hindernis overwint. De drie vrouwen die op de morgen van de opstanding bij het graf van de Heer Jezus kwamen, vergingen het ook zo. Bezorgd keken zij elkaar aan en zeiden: “Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf afwentelen?” (Mark. 16:3). Ze realiseerden zich, dat ze het zelf niet konden omdat de steen zeer groot was. Maar toen zij opkeken, zagen ze dat de steen al was afgewenteld.
Deze ervaring mogen wij ons eigen maken. Ook in ons leven duiken vele moeilijkheden op, waarmee wij alleen niet klaar komen. Maar er is er Eén, Die ons in alle situaties in ons leven terzijde wil staan en ons helpen wil, namelijk onze God en Vader. Als wij ons bewust zijn van onze eigen zwakheid en ons onvermogen, dan mogen en kunnen wij op Zijn kracht rekenen. Paulus sprak uit eigen ervaring: “Wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk” (2 Kor. 12:10). Zoals deze kleine jongen alleen maar zijn vader om hulp hoefde te vragen, zó is ook onze hemelse Vader ons steeds nabij. Op Zijn hulp mogen wij steeds vertrouwen!
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW