13 jaar geleden

Israël – Mensenwerk of Gods werk? (1)

Frederik de Grote, de koning van Pruisen – oude Frits genoemd – vroeg eens: “geeft u mij met een woord een bewijs, dat de Bijbel waar is!” Zijn adjudant anderen spreken van zijn kapelaan) antwoordde prompt: “De Joden, majesteit”.

De filosoof Hegel schreef: “Mijn filosofie verklaart alles behalve de Joden”.

Wat heeft dit op zich te maken met dat, wat ruim 63 jaar geleden met de Joden in Israël begon?

Op 14 mei 1948 vergaderde de Joodse nationale Raad in het stadsmuseum van Tel Aviv. Onder een portret van de grondleggers van de Zionistische beweging, Theodor Herzl, kondigde David Ben Goerion, zoon van de advocaat Avigdor Grün, die een Zionistische organisatie1 leidde, en grondlegger van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij van Israël, de onafhankelijk-verklaring van Israël af. De nieuwe (en toch oude) staat Israël werd gegrondvest. Slechts enkele minuten na deze verklaring erkenden de Verenigde Staten van Amerika door de US-president Harry S. Truman de nieuwe staat, de Sovjet Unie volgde op 16 mei.

♦ Een wonder na meer dan 2300 jaar

Het 60-jarig bestaan van het moderne Israël werd in dit jaar (2008) al groot gevierd. Veel Christenen hebben daar bewogen aan deel genomen. Het is werkelijk indrukwekkend, dat na meer dan 2.000 jaar weer een staat Israël ontstaan is. Met de vernietiging van de tempel in Jeruzalem door de Babylonische heerser Nebukadnezar (586 v. Chr.) had de staat Israël praktisch opgehouden te bestaan (verg. 2 Kon. 25). Het noordelijk 10-stammenrijk was zelfs al daarvoor opgelost (722 v. Chr.; verg. 2 Kon. 17). Het zuidelijk rijk Judéa ging toen bijna 150 jaar later ten onder.

We weten uit de bijbel en uit de geschiedenis, dat een heel klein deel van de 2 stammen van Juda en Benjamin, die het zuidelijk rijk vormden, in de jaren 538, 458 en 445 vóór Christus naar Jeruzalem teruggekeerd is. Maar zij bleven onder Perzische en later Griekse alsook Romeinse heerschappij, zodat sinds die tijd geen soevereine staat Israël meer bestond.

Des te verbazingwekkender is het, dat in het jaar 1948 een van de heel oude volkeren weer tot een eigen staat bij elkaar kwam. En dat, hoewel het niet alleen onder Hitler, maar ook daarvoor altijd weer grote moeiten gegeven had, de Joden volledig uit te roeien. Maar God heeft de Joden, die Hij eens “Mijn volk) (Hebr. “Ammi”, verg. Hos. 2:25) noemde en die het in Zijn raadsbesluiten ook bleven (verg. Rom. 11:1: “Zijn volk”), omdat Hij nog iets groots met hen voor had, voor zulk een uitsterven bewaard.

♦ De goddelijke voorzeggingen over Israël in het Oude Testament

Voor ons Christenen is het ontstaan van de staat Israël niet verrassend, want God heeft dat in het Oude Testament allang betuigd. Een van de daarvoor wezenlijke profetieën vindt men in Ezechiël 36 en 37 (zelfs al in Deut. 30:3-5). Hoofdstuk 36 toont het nationale herstel van Israël, hoofdstuk 37 spreekt van het morele, innerlijke herstel van dit volk.

“Profeteer daarom over het land van Israël … En u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij. Want zie, Ik kom naar u toe, Ik zal Mij naar u toewenden, en u zult bewerkt en bezaaid worden. Ik zal de mensen op u talrijk maken, heel het huis van Israël, in zijn geheel. De steden zullen bewoond en de puinhopen zullen herbouwd worden. Ik zal mens en dier op u talrijk maken …
Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw … Ik verstrooide hen onder de heidenvolken en zij werden verspreid over de landen … Maar Ik spaarde hen vanwege Mijn heilige Naam. Het huis van Israël had die ontheiligd onder de heidenvolken waarheen zij gegaan waren. Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent …

Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een volk voor Mij zijn en Ík zal een God voor u zijn” (Ezech. 36:6-32).

Ik heb bij wijze van uitzondering een lang gedeelte uit de bijbel geciteerd, om te laten zien, zoals het oude Testament op zeer uitvoerige wijze dat voorzegd heeft, wat {al meer dan}* 60 jaar geleden zijn aanvang genomen heeft. Als we dit hoofdstuk in Ezechiël lezen, leren we onder andere het volgende:

♦ Welke boodschappen bevat Ezechiël 36?

De profeten zijn hoogst interessant! Niet op elke plaats vinden we zulke geschiedkundige voorzeggingen, die ons al bij het lezen fascineren. Maar op sommige plaatsen – zoals hier – is de bijbel werkelijk spannend om te lezen. Afgezien van de veel belangrijkere morele inhoud van elk bijbelgedeelte.Israël neemt in de Oudtestamentische profetie de centrale plaats in, als we van de Messiaanse profetieën eens afzien.Al in het Oude Testament heeft God steeds weer de verstrooiing van Israël onder de vele volkeren voorzegd. Al in Deuteronomium 28 vers 63 en 64 spreekt Mozes in opdracht van God van deze verstrooiing, die ook Ezechiël hier nog eens bevestigd. Maar ook de terugkeer in het eigen land wordt in dit boek al aangekondigd (Deut. 30:3 en volgende).Het begin van de vervulling van de Oudtestamentische profetieën ligt niet noodzakelijkerwijze pas na de opname van de vergadering (gemeente, kerk)2. Het is waar, dat de volledige vervulling van deze profetieën nog toekomstig is. Maar dat, wat in de ruim* 60 jaren geleden gebeurd is, is het begin van de vervulling van de profetie bijvoorbeeld van Ezechiël 36 en 37.Het was nooit de gedachte van God, Zijn volk alleen uiterlijk weer te herstellen. Het uiterlijk herstel moet altijd met een innerlijke vernieuwing gepaard gaan. Anders heeft zij voor God geen waarde. Daarvoor werkt de Geest van God aan de harten van de Joden, om hen weer tot het volk van God te maken (verg. Hos. 2:3).God zal over Zijn aardse volk de Geest van God uitgieten (Joël 3:1). Dat blijft geen puur uiterlijke zaak. Hij zal Zijn Geest “in u geven, u zult tot leven komen” (Ezech. 37:14) – door Hem zullen zij nieuw eeuwig leven ontvangen. Dat is een geweldige zegen en een bekentenis van God jegens Zijn aardse volk. Wij christenen bezitten echter vandaag al iets nog groters: de Geest van God woont als Persoon in iedere gelovige (1 Kor. 6:19) en ook in de gemeente als geheel (1 Kor. 3:16).God handelt ter wille van Zijn eigen naam. Hij kan het om Zichzelf niet toelaten, dat het volk, dat Hijzelf uitverkoren en afgezonderd heeft, in een onheilige toestand verblijft, die tegenover Zijn eigen heiligheid staat. Daarom zal Hij het volk, dat Hij liefheeft, ook weer innerlijk herstellen.

Wordt D.V. vervolgd

1. Als Zionisme (van Sion, dat ook in de bijbel vaak als synoniem voor Israël gebruikt wordt) wordt de Joodse Nationale beweging gekenmerkt, die zich ten gevolge van het Europese anti-semitisme rond 1880 politiek begon te organiseren en een eigen Joodse nationale staat, overwegend in Palestina, nastreefde. De Joodse journalist Nathan Birnbaum uit Wenen drukte in 1890 het denkbeeld. Parallel met het politieke Zionisme ontstond een Joods en een Christelijk Zionisme. Op de valreep is al aan het einde van de 19e eeuw na te gaan en geprobeerd, op theologische wijze het politieke Zionisme te ondersteunen.

* Dit artikel verscheen in 2008.

© Folge mir nach, Manuel Seibel

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW