19 jaar geleden

Israel en tijd van aartsvaders (3)

Les 3

Beste cursist(e),

Deze les beginnen we met Genesis 15.
Aan het eind van het vorige hoofdstuk hebben we gezien, dat Abram niets heeft aangenomen van de koning van Sodom, maar op de Heere steunde.
Nu spreekt de Heere tegen Abram.

Vraag 1. Welke drie dingen zegt God tegen hem?

………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..

Dit is de eerste keer dat we in de Bijbel lezen: “Vrees niet”. Dit gold niet alleen voor Abram, maar geldt vandaag ook nog voor ons!

vraag 2. Welke prachtige belofte geeft de Heer Jezus ons in Mattheüs 28 vers 20?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..

Als de Heere deze drie dingen tegen Abram gezegd heeft, dan begint Abram te spreken, te bidden. Want dat is bidden eigenlijk: het spreken met God. Hem vertellen wat ons bezighoudt en Hem vragen ons te helpen. Maar niet alleen vragen, ook danken! Dan hoeven we niet meer bezorgd te zijn en mogen alles aan de Heere overlaten. Lees maar eens Filippi 4 vers 6 en 7.

vraag 3. Als we dat doen, wat komt er dan in ons hart?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Abram wordt door de Heer buiten zijn tent gebracht, om naar de hemel te kijken. Dan spreekt de Heere weer over het nageslacht van Abram (daarvan lazen we ook in Genesis 12 vers 7 en 13 vers 15). Zijn nageslacht (zaad) zal ontelbaar zijn, belooft de Heere. En wat doet Abram? In Genesis 15 vers 6 staat: “En hij geloofde in de HEERE”. Dat is de eerste keer dat wij het woord “geloof” in de Bijbel tegenkomen. Daarom wordt Abram ook “vader van alle gelovigen” genoemd. Lees maar na in Romeinen 4 vers 1 tot en met 5 en vers 13 tot en met 17.

Vraag 4. In welk vers van Romeinen 4 wordt Genesis 15 vers 6 aangehaald? In vers …………………
In dit vers uit Genesis 15 lezen we ook voor het eerst over “gerechtigheid” in de Bijbel. Een moeilijk woord, of niet dan? God beloonde het geloof van Abram door hem rechtvaardig te verklaren. Hoewel Abram, net als wij, ook zijn fouten had! Abram heeft niet zelf iets GEDAAN om rechtvaardig genoemd te worden. Nee, hij GELOOFDE God.
In Romeinen 5 vers 1 staat: “Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus”.
Gerechtvaardigd betekent zoiets als: het recht heeft zijn beloop gehad en om vrijgesproken te zijn van schuld, om vrijgesproken te worden van de schuld die wij tegenover God hadden, moeten we “geloven in de Heer Jezus”, want Hij heeft onze straf gedragen. Alleen door geloof in Hem en Zijn volbrachte werk op het kruis van Golgotha kunnen wij behouden worden.
Dus niet door onze goede werken, ook niet door de wet te houden, maar door het geloof worden we gerechtvaardigd.

Als Abram (in vers 8) aan de Heer om een teken vraagt, dat hij het land zal ontvangen, dan zegt de Heer dat hij een offer moet brengen.

Vraag 5. Wat moest hij offeren?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Dit offeren doet ons denken aan het grote offer dat de Heer Jezus bracht. Hij gaf Zichzelf als Offer.
En wat we verderop lezen in Genesis 15, dat de roofvogels komen, doet ons denken aan satan. De roofvogels willen van het offer wegnemen. Zo wil ook satan het Offer van de Heer Jezus uit onze harten wegnemen.Hij wil niet dat wij daar aan denken! Laten we hem (net als Abram met die roofvogels deed) wegjagen. Door dicht bij de Heer te blijven en ons met Hem bezighouden.

In de verzen 13 tot en met 17 zegt God tegen Abram dat zijn nakomelingen verdrukt zullen worden in een vreemd land, in Egypte.

Vraag 6. Hoeveel jaar zal dat duren?

………………….. jaar.

In vers 17 lezen we van een rokende oven en een vurige fakkel. Al zou Israel het moeilijk krijgen toch zal God bij hen zijn. Want de rokende oven spreekt van de verdrukking van Israel in Egypte. Maar de vurige fakkel betekent, dat God bij hen zal zijn om hen te bevrijden. Dat dit ook zo gebeurd is, vinden we in het boek Exodus.

Dan lezen we nu Genesis 16.
God heeft Abram een zoon beloofd, maar het duurt zo lang! Daarom komt Saraï met een voorstel. Het is net alsof ze God een handje wil helpen. Abram moet maar met Hagar trouwen, want ze denkt dat ze zelf toch geen kinderen meer zal krijgen. Ze bedenkt zelf een oplossing en vertrouwt niet op God. Toch wordt zij in Hebreeen 11 bij de de geloofshelden genoemd. Maar zover is het nu nog niet met haar.

Vraag 7. Wat kunnen wij hiervan leren? (Zie ook Galaten 6 vers 7)

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

De moeilijkheden van eigen handelen blijven niet uit. Er ontstaat afgunst. Uiteindelijk komt het zover in het gezin van Abram, dat Hagar wegvlucht. En wat lezen we dan in vers 7? “En de Engel des Heeren vond haar …”. God zocht haar op. En er wordt tegen haar gezegd, dat ze terug moet gaan naar Saraï. Maar er wordt haar ook iets beloofd, ook uit haar zal een groot volk ontstaan. Want ze zal een zoon baren.

Vraag 8. Hoe zal die jongen heten?

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 9. En hoe noemt Hagar God?

………………………………………………………………………………………………………………………..

Daarom noemde ze de put: Lachaï-Roï Een andere betekenis voor deze naam is: Bron van de Levende.
Bij die put of bron had zij dus een ontmoeting met de ‘Engel des HEEREN’.
Hierin mogen wij de Heer Jezus zien, de Levende.

Vraag 10. Wat staat er in Johannes 4 vers 14?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

En dan komt voor ons de vraag: Heb jij een ontmoeting met de Levende gehad. Heb je gedronken uit de bron van de Levende?
Zo ja, dan hebben we in deze tekst een geweldige belofte: In eeuwigheid geen dorst meer! Aan de Heer Jezus hebben wij, om het met eerbied te zeggen, genoeg. Hij is ons alles!
Maar deze tekst houdt ook een waarschuwing in! Want iemand die niet op tijd zijn dorst lest, komt om! En dat is in dit verband heel ernstig! De gevolgen voor iemand die de Heer Jezus niet heeft leren kennen als zijn (of haar) Heiland, zijn verschrikkelijk. Ja, die zijn catastrofaal voor de eeuwigheid. Want daar gaat het om! Het gaat om de belangrijkste vraag van je leven: “Waar ben ik in de eeuwigheid?”

Er zijn maar twee mogelijkheden:
– een plek waar altijd dorst is (Mattheüs 13 vers 50), ver van God verwijderd;
– of voor eeuwig in de nabijheid van de Heer!

Om op de eerstgenoemde plek te komen, hoeft niemand moeite te doen. Maar de Heer heeft gezorgd voor een veel betere plek. Ja, de allerbeste plek die maar te bedenken is: bij Hem! Om daar te komen, moet men geloven in het volbrachte werk van de Heer Jezus op het kruis van Golgotha, voor u/jou persoonlijk!

Door een blik op het kruis
is er leven en heil.
Is er leven voor U en voor mij.
Zie, zie, zie en leef.

Dit was dan alweer les 3.

Als je per email mee wilt doen, mail dan naar het volgende emailadres:frissewateren@ctmax.nl

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW