19 jaar geleden

Israël en tijd van aartsvaders (18)

Les 18

Beste cursist(e),

De tijd van angst, spanning en droefheid is voor de broers van Jozef voorbij! Nu, in Genesis 45, is het moment gekomen, dat Jozef zich aan hen bekend maakt. Wat zal hij naar dit ogenblik uitgezien hebben! Natuurlijk had hij al veel eerder kunnen zeggen, wie hij was. Maar dan hadden zijn broers hem misschien dwangmatig of uit beleefdheid geëerd. Maar het moest uit hun hart komen!

Jozef stuurt eerst alle andere mensen weg. Zij hoeven immers niet te horen hoe zijn broers gehandeld hebben. ‘De vuile was moet je niet buiten hangen’, zouden wij zeggen.

Vraag 1. Jozef heeft kwaad met goed vergolden. Hij neemt geen wraak op zijn broers en beschuldigt hen nergens van.

Wat zegt de Heer Jezus in Mattheüs 5:44?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Jozef heeft het beste met zijn familie voor. En zijn broers moeten met deze blijde boodschap naar hun vader gaan (vers 13).

Dat is ook nu nog de opdracht voor de gelovigen: anderen over de Heer Jezus te vertellen. De blijde boodschap, het evangelie, doorgeven. Maar ook de Vader te vertellen, wat wij in Zijn Zoon hebben gevonden. Hoe geweldig groot Hij voor ons is. Dat noemt de Bijbel “priester” zijn, dan breng je offers van lof, dank en aanbidding. Dat is de roeping van elk kind van God.

Vraag 2. Wat staat er in Hebreeën 13:15?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

De broers hebben allerlei geschenken meegenomen voor Jozef, maar wat heeft dat nu nog voor waarde?! Faraö spreekt door middel van Jozef tot hen, belooft hen het beste van Egypteland te zullen geven. En in vers 20 zegt hij: “En uw oog spare uw huisraad niet …”. Ze hoeven het niet jammer te vinden van alles wat ze moeten achterlaten, want ze krijgen er veel meer voor terug! Wat dan? De nabijheid, de heerlijkheid van Jozef! (vers 13).

Wij mogen in dit verband de tegenwoordigheid en heerlijkheid van de Heer Jezus ervaren als we, terwille van de Heer Jezus hier op aarde iets moeten loslaten. Lees maar eens Markus 10:28 tot en met 30.

Vraag 3. Wat krijgen wij er voor terug, als wij terwille van de Heer ergens afstand van doen?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Jozef geeft niet alleen land aan zijn broers om te wonen. Hij geeft hen ook van alles mee voor onderweg (vers 21 en 22). Dat zien we ook voor de gelovigen nu, op reis naar het hemels Vaderland!

Jozef geeft wagens. De Heer draagt en ondersteunt ons (Jesaja 41:10).
Jozef geeft teerkost. De Heer Jezus is het “brood des levens” (Johannes 6:35). Gods Woord is voedsel voor ons (Matthéüs 4:4).
Jozef geeft kleren. Christus kan en moet in ons te zien zijn (Galaten 3:27).
Jozef geeft zilver (een beeld van verzoening; Exodus 30:11 tot en met 16). Door het bloed van Christus zijn wij verzoend met God (1 Petrus 1:18 en 19).

Vader Jakob kan eerst niet geloven wat zijn zoons vertellen (vers 26).

Vraag 4. Waardoor wordt hij dan toch overtuigd, dat het waar is?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Dan heeft Jakob maar een wens meer: “… ik zal gaan, en hem zien” (vers 28).

Beste cursist(e) welk verlangen is er in uw/jouw hart? Een verlangen naar de Heer Jezus? Ken(t) u/jij Hem als uw/jouw persoonlijke Heiland? Als dat nog niet zo is, doe dan nu de keuze! “… kiest u heden, wie gij dienen zult”. Dit lezen we in Jozua 24:15.

Vraag 5. En wat staat er in het laatste gedeelte van die tekst?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Willen wij, als we al bij de Heer horen, dat ook? Alleen de Heer dienen? Neemt Hij in alles de eerste plaats in in ons leven? Verlangen wij alleen naar Hem? Of hebben we ook nog andere verlangens?

 

Met mijn gedachten,
woorden en daân,
met al mijn krachten
bid ik Hem aan.
Hij is het waard,
dat ik op aard,
al mijne tijd
Hem dankend wijd.
Here, van boven
schenk mij de kracht,
om U te loven,
bij dag en nacht.

In Genesis 46 zien we, dat Jakob op reis gaat naar Jozef. Het valt op, dat hij niet meer de eigenwillige Jakob van vroeger is, want hij brengt offers aan God. Hij doet nu geen stap zonder God om raad te vragen.

Vraag 6. Wat zegt Jakob als de Heer hem bij name roept?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Daarna geeft God hem de belofte dat Hij met hem zal gaan en dat hij daarom niet bevreesd hoeft te zijn.

Vraag 7. Wat antwoordde Abraham in Genesis 22, toen God hem riep?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 8. Wat zei Jozef in Genesis 37:13 toen zijn vader hem naar zijn broers wilde sturen?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

In deze drie personen, uit het Oude Testament, zien we een zwak beeld van de Heer Jezus. Want de Heer Jezus sprak soortgelijke woorden, toen Hij naar deze aarde kwam. We lezen dat o.a. in Hebreeën 10:4-9. Lees dit Schriftgedeelte maar eens.

Vraag 9. Wat kon onze zonden niet wegnemen?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 10. Waardoor was dat wel mogelijk?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Wat moet de Vader, maar ook de Heer Jezus ons toch lief gehad hebben. God heeft Zijn eniggeboren Zoon voor ons in de dood gegeven (1 Johannes 4:9 en 10). En de Heer Jezus wilde van harte alleen de wil van de Vader doen. Hij is volkomen gehoorzaam geweest, uit liefde voor ons (Romeinen 5:8 en Filippi 2:8).

Jozef heeft uit liefde voor zijn familie alles in gereedheid gebracht voor hun komst. En natuurlijk verlangt hij naar hun komst. Als hij dan hoort dat ze in aantocht zijn, gaat hij hen tegemoet (vers 29).

Dat zien we ook bij de Heer Jezus in Johannes 14:2 en 3: “In het huis van Mijn Vaders zijn vele woningen … Ik ga heen om u plaats te bereiden. En als Ik heen ga en u plaats bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben”.

Wat een heerlijk vooruitzicht!

Vol verwachting blijf ik uitzien,
tot die dag eens komen zal.
O, wat een dag zal dat zijn!

Als je per email meedoet, mail dan naar het volgende emailadres: frissewateren@ctmax.nl

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW