Waar komen we vandaan, waar gaan we heen? Dat heeft mensen altijd beziggehouden. Omdat dit onze toekomst bepaalt, heeft het invloed op ons huidige leven. Ook gelovige christenen mogen nooit vergeten waar ze vandaan komen. En ook niet waarheen zij zullen gaan.
Tegenwoordig beklaagt men zich er vaak over, dat mensen zich steeds minder bewust zijn van de geschiedenis van de mensheid. De klachten over een samenleving zonder geschiedenis zijn onmiskenbaar. De critici spreken van een samenleving die zich niet (meer) bewust is van haar geschiedenis. Ze merken op, dat alleen maar diegene die toekomstige ontwikkelingen weet in te schatten, weet waar hij vandaan komt. Op basis van het verleden zou men de hindernissen van de toekomst beter kunnen zien. Want de omgang met de geschiedenis werpt vaak een helderder licht op het heden dan op het verleden.
Het is recent gebleken dat geschiedenisboeken (ook op scholen) worden vervangen door autobiografieën van populaire mensen uit de showbusiness.
Waar kom ik vandaan
Daarbij is het voor de mensen in het algemeen erg belangrijk om hun oorsprong te overwegen. Ook de christen, die voor tijd en eeuwigheid gered is, mag zich er steeds weer aan herinneren, waar hij vandaan komt. Ieder mens is van nature een zondaar. Hij komt uit de zonde.
Niemand doet van uit zichzelf iets goeds (lees Rom. 3:10-12, 22-23) – althans niet in de ogen van God! Hij is dood in zijn zonden en zonder hoop op redding. Dat is de oorsprong van elk mens!
Gevolgen voor de mensen
Wanneer de ongelovige dit overweegt en tot begrip van zijn toestand komt, wordt hij angstig en hopelijk bekeert hij zich. Hij wil in het reine komen met God, een echte relatie met de eeuwige God krijgen. Dan geeft God hem zelfs Zijn eigen natuur, het eeuwige leven (Joh. 3:3,6).
Als de gelovige zich zijn achtergrond herinnert, moet hij altijd weer dankbaar zijn. Als hij de “voor-na-vergelijking” doet, zal hij God keer op keer danken, dat Hij hem uit zo’n grote dood heeft gered. Het oordeel dreigt niet meer, we zullen niet voor eeuwig verloren gaan, maar voor altijd verbonden zijn met God, die onze Vader geworden is. Dit bewustzijn leidt tot vreugde en helpt door de ‘kleine’ problemen op aarde gemakkelijker heen.
Verleden – heden – toekomst
Wanneer we nu gezegd hebben, dat ons verleden invloed heeft op ons gedrag vandaag, dan is dat nog niet alles. Aan de hand van het voorbeeld van de zwakke toestand van het christendom, wil ik laten zien dat het verleden ook iets te maken heeft met de toekomst. Het christendom bloeide in de vroege dagen van het christendom (zie Hand. hoofdstuk 2-4). Deze bloei is er niet meer, het christendom ziet er vandaag als een ruïne uit. In de toekomst zal de vergadering (gemeente, kerk: alle ware christenen die hun zonden aan God hebben beleden) weer in dezelfde toestand zijn, zoals het altijd in Gods plan was. De Heer Jezus zal de gemeente verheerlijkt voorstellen, zonder vlek of rimpel (lees Ef. 5:27).
Hoewel we moeten rouwen om het verval van de huidige tijd in vergelijking met het verleden, mogen we ons ook verheugen dat de gemeente in de nabije toekomst ook praktisch de eenheid van allen die door Jezus’ bloed zijn verlost, zichtbaar maakt. De gemeente zal eenmaal de Heer Jezus, hun Hoofd, volledig en met één stem, verheerlijken. Zien we, dat de gemeente dan nog heerlijker zal zijn dan aan het begin van het christendom?
Waar gaan we heen
Wij die gered zijn, gaan naar een glorieuze bestemming, het Vaderhuis. Wat een verschil met onze vroegere toestand! Als zondaar was onze bestemming de hel, de eeuwige verdoemenis, ver van God. Maar nu hebben we een verblijfsvergunning in de hemel (lees Fil. 3:20). Nu weten we, dat we eens de Heer Jezus in de hemel zullen volgen.
We zullen bij Hem zijn, onze Verlosser, en Hem zien zoals Hij is. Een ieder die deze hoop heeft, reinigt zich zoals Christus rein is (1 Joh. 3:2-3).
Michael Hopp; © www.bibelpraxis.de
Geplaatst in: Christendom, Toekomst
© Frisse Wateren, FW