8 maanden geleden

Johannes 15 (1)

Johannes 15 vers 1:
“Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de landman.”

Ik ben de ware wijnstok …

Dit is de laatste van de zeven “Ik ben”-uitspraken in het evangelie van Johannes. De Heer Jezus heeft al verklaard: “Ik ben het brood van het leven” (Joh. 6:35), “Ik ben het licht van de wereld” (Joh. 8:12), “Ik ben de deur” en “Ik ben de goede herder” (Joh. 10:9,11). Deze vier Ik Ben uitspraken werden in het openbaar gezegd, waarna we in Johannes 11 vers 25 lezen dat de Heer zegt: “Ik ben de opstanding en het leven.” Hij zei dit persoonlijk tegen Martha. Vervolgens sprak de Heer Jezus in Johannes 14 en 15 rechtstreeks tot Zijn discipelen en zei: “Ik ben de weg en de waarheid en het leven” (14:6) …” en “Ik ben de ware wijnstok …”. De eerste twee woorden van deze zin: “Ik ben,” herinneren ons eraan, dat de Heer Jezus vóór Abraham was (Joh. 8:58). Hij is die “Ik Ben” van Exodus 3. Hij is de grote “Ik Ben” God geopenbaard in het vlees (1 Tim. 3:16), het eeuwige Woord dat vlees werd en onder ons gewoond heeft (Joh. 1:1,14).

Als de Ware Wijnstok staat de Heer Jezus in contrast met het volk Israël (Jes. 5:1-7; Ps. 80:8; Jer. 2:21), dat er niet in slaagde de vruchten voort te brengen die de Landman zocht! Hij was de ware wijnstok, altijd afhankelijk van de Landman, Zijn Vader (Joh. 5:19; 14:19).

Wat een voorrecht om aan deze Wijnstok verbonden te zijn! Hebt u ervan genoten om onder de schaduw van de ware Wijnstok te zitten en onder Hem uit te rusten van de hitte van de dag? Kunt u net als de vrouwen van weleer zeggen: “Ik verlang er sterk naar in Zijn schaduw te zitten, en Zijn vrucht is zoet voor mijn gehemelte” (Hoogl. 2:3)?

Alle bronnen die uit de ware Wijnstok vloeien zijn beschikbaar voor allen die in Hem blijven! 

De landman is de verzorger van de wijnstok. Hij waakt erover om de vrucht te ontvangen en ervan te genieten. Als Wijnstok was de Heer Jezus afhankelijk van de Landman, Zijn Vader. Hij vertrouwde volledig op Hem Wiens wil Hij kwam doen (Joh. 4:34)! De Heer Jezus herinnert ons hieraan toen Hij zei: “De Zoon kan niets doen van Zichzelf” (Joh. 5:19). De Heer Jezus zei tegen Filippus: “Gelooft je niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet vanuit Mijzelf, maar de Vader die in Mij blijft, Die doet de werken” (Joh. 14:10).

Omdat wij verbonden zijn met de Wijnstok, met Christus, hebben wij een innige relatie van afhankelijkheid van de Vader. Daardoor kunnen wij er volledig op vertrouwen, dat onze Vader ons verzorgt en beschermt, terwijl wij in de Wijnstok blijven en vrucht dragen tot vreugde van de Landman!

Jesaja 27 vers 2-6 kijkt uit naar een dag waarop God zijn aardse wijngaard Israël zal verlossen en herstellen. Maar dit “lied van de wijngaard,” zoals het wordt genoemd, onthult veel over het karakter van de Landman. We leren, dat Hij een trouwe wijngaardenier is die dag en nacht over Zijn wijngaard waakt! Hij beschermt Zijn wijngaard tegen indringers. Hij zorgt voor verfrissing en alles wat zij nodig heeft om tot bloei te komen.

Wat de Wijngaardenier in de toekomst voor Israël zal doen, doet Hij nu voor ieder van ons als wij in de Wijnstok blijven! Laten we dus, voordat we gaan nadenken over de ranken en het dragen van vrucht, bedenken dat we ons hart in het volste vertrouwen moeten stellen en volledig afhankelijk moeten zijn van de Landman, onze Vader. Per slot van rekening is de vrucht voor Hem en tot Zijn heerlijkheid!

 

© Anchors For Life

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW