10 maanden geleden

Het tellen van de dagen

Psalm 90 vers 12-17

Psalm 90 is een gebed van Mozes, dat hij opschreef tijdens zijn lange omzwervingen in de woestijn. Hij was sterk onder de indruk van hoe vergankelijk het leven is. De dood spoelt mensen onweerstaanbaar weg en maakt een einde aan een leven dat snel voorbijgaat als een slaap, en als een bloeiende grasmat snel wordt afgemaaid (Ps 90:5,6). Het gevoel van Mozes werd versterkt door het feit, dat hij velen zag sterven: het gehele ras van de krijgslieden was in de woestijn afgemat vanwege hun ongeloof (Deut. 2:14). De toorn van God sloeg de Israëlieten duizendmaal ter aarde (verg. Ps. 90:7-11). Maar Mozes wist waar zij die uit stof geboren zijn hun toevlucht vinden: bij de eeuwige God. Deze God was er al toen de vorige generaties werden geboren, toen de machtige schepping werd geboren – ja, van eeuwigheid af is Hij God. En deze grote God, in wiens ogen duizend jaren zijn als gisteren, is de woonplaats van hen die op Hem vertrouwen (Ps. 90:1-4).

Mozes bidt nederig tot de God van vóór alle tijden en doet acht verzoeken (Ps. 90:12-17). Moge God:

  • … de Israëlieten leren de dagen van hun leven te tellen, opdat zij een wijs hart verkrijgen;
  • … terugkeren naar Zijn goedheid door Zijn toorn af te leggen;
  • … het berouwen en de moeilijke jaren beëindigen;
  • … in hun behoeften te voorzien door Zijn barmhartigheid om hen te verblijden;
  • … hun nieuwe vreugde geven na de moeilijke tijd;
  • … Zijn heerlijkheid door daden tonen;
  • … Zijn lieflijkheid over het volk te laten wonen;
  • … het werk van hun handen bevestigen.

Dagen tellen

Laten we wat nader kijken naar het eerste verzoek van Mozes, dat luidt: “Leer ons zó onze dagen te tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen!” Dit verzoek is als een inleiding op de andere verzoeken, want alleen zij die hun dagen tellen, zullen bidden om Gods goedheid en hulp voor elke dag, net zoals Mozes deed.

Wij hebben Gods onderricht nodig, opdat wij de weinige dagen van ons leven leren tellen en wijs worden. Natuurlijk is het niet een kwestie van wat getallen optellen (dat vereist slechts een beetje verstand), maar wij moeten een waardering ontwikkelen voor elke dag die de Eeuwige ons schenkt. Een wijs man is zich ervan bewust, dat elke dag zijn laatste dag op aarde kan zijn. Een dwaas daarentegen rekent slechts op een paar comfortabele levensjaren, maar niet op het weggeroepen worden naar de eeuwigheid. De Heer maakt dit zeer duidelijk door de gelijkenis van de zelfzuchtige rijke graanboer (Luk. 12:16-21).

De apostel Paulus geeft een belangrijk aspect aan van hoe wij verstandig kunnen leven: “Wandelt in wijsheid tegenover hen die buiten zijn, terwijl u de geschikte gelegenheid ten volle uitbuit” (Kol. 4:5; verg. Ef. 5:15,16). Als wij onze snel voorbijgaande levens gebruiken om door onze wandel en woorden hen die buiten zijn voor Christus te winnen, dan zijn wij waarlijk wijs. Zijn wij in dit opzicht onze dagen aan het tellen? Gebruiken wij de gelegenheid om op de Heer Jezus te wijzen? Delen wij het evangelie? Dan kunnen wij ook vrijmoedig met Mozes bidden: “… bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat!” (Ps. 90:17).

 

Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 13.08.2021.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW