In de woestijn (1)
Destijds, ongeveer 3500 jaar1 geleden, vertrok het volk Israël uit Egypte. Centraal in deze gebeurtenis stond het slachten van het paaslam. De verderfengel ging door het land. In elk huis waar geen bloed op de deurpost zat, werden de eerstgeborenen gedood. Dit alles kan als beeld op ons worden toegepast. We waren allemaal onder de macht van de vijand, in de klauwen van Satan. Het oordeel van God was ook voor ons. Ook wij kunnen er zeker van zijn, dat we niet zullen worden gestraft, hoewel een heilig God het kwaad moet oordelen, omdat het bloed van de Heer Jezus al onze schuld bedekt! Ter nagedachtenis aan de slachting van het paaslam werd later het pesachfeest in Israël gevierd.
* * *
1. De tweede Pascha-viering staat in Numeri 9.
Waar was dat? …………………………………………………….
2. Natuurlijk kon er alleen bij de eerste pascha-viering in Egypte sprake zijn de ‘verderver van de eerstgeborenen’ (Hebr. 11:28), die door het land trok. Wat was het karakter van dit feest daarna (zie Ex. 12:14)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
3. Wat zeggen de verzen 24-27 hier nog meer over?
………………………………………………………………………………………………………………………..
Hoewel er bij de volgende vieringen geen oordeels-engel was, die probeerde te doden, maakte God de Israëlieten duidelijk, dat ze op zichzelf acht moesten geven, vooral op de dagen dat het Pascha werd gevierd.
4. Welk feest hield rechtstreeks verband met het Pascha (Ex. 12:17)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
5. Wat zou er niet in de huizen van de Israëlieten moeten worden gevonden (Ex. 12:19)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
6. Kijkt u eens in Leviticus 23 naar vers 4-8. Wat wordt er in dit hoofdstuk beschreven? (vs. 2):
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
7. Op welke dag, in welke maand en op welk tijdstip moest het paaslam worden geslacht (Lev. 23:5)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
8. En wanneer vond het andere feest verbonden met het Pascha plaats (Lev. 23:6)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
9. Nu rijst de vraag of dit feest ook voor ons betekenis heeft. Als we naar het Nieuwe Testament kijken, zullen we zien dat het werkelijk zo is. Slaat u maar 1 Korinthe 5 vers 1-8 op. Lees het geheel ding zorgvuldig door. De verzen 7 en 8 spreken over de twee feesten die we ook in Exodus aantroffen, het Pascha en het Feest van de ongezuurde broden. Ons Pascha, Christus, is
……………………………………………….,
en ons wordt gevraagd een viering te houden, niet met
…………………………………………………..
ook niet met ………………………………………………………………………,
maar met
………………………………………………………………………………………………!
Helaas bestaat er in grote kringen van de christenheid grote verwarring over de ware betekenis van zuurdesem. In 1 Korinthe 5 vers 8 wordt gesproken over “zuurdeeg van slechtheid en boosheid”. Als we er vers 11 erover lezen, beseffen we, dat wat hier bedoeld wordt, op moreel en zedelijk gebied slecht is.
10. Er zijn andere soorten zuurdesem in het Nieuwe Testament. Markus 8 vers 15 spreekt bijvoorbeeld van “het zuurdeeg van Herodes.” Misschien stelt dat ons voor het zoeken naar politieke macht. Als u Mattheüs 16 vers 6, 16 vers 12 en hoofdstuk 23 naleest, wat zou het “zuurdeeg van de Farizeeën” kunnen voorstellen?
………………………………………………………………………………………………………………………..
11. Wat zou men kunnen zeggen over het “zuurdeeg van de sadduceeën” (vgl. Hand. 23:8)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
12. In Galaten wordt ook over zuurdesem gesproken (Gal. 5:9); als u de inhoud van deze brief kent, kunt u misschien iets vertellen over de betekenis van zuurdeeg in Galaten:
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
13. In het Oude Testament mocht men zeven dagen geen zuurdesem in huis hebben. Hoe lang mogen wij geen “zuurdeeg” in ons leven hebben? Denk hierbij misschien aan de symbolische betekenis van het getal 7:
………………………………………………………………………………………………………………………..
14. Laten we nu eens samenvatten, wat er is behandeld. Het Pascha werd voor het eerst gevierd in het land Egypte. De engel van het oordeel kwam voorbij. Daarna was het feest een feest om te gedenken. De Israëlieten moesten niet vergeten hoe ze werden verlost. Ze “hielden zich samen bezig” als het ware met het lam, door ervan te eten. In verband met het feest moest het zuurdeeg uit het huis weggedaan worden. Is dat niet precies wat we doen, als we zondags samen zijn? We weten, dat we zijn verlost door het bloed van de Heer Jezus. We denken dan aan Hem en houden ons met Hem bezig. En als we dat willen doen, dan moet het kwaad uit ons leven verwijderd zijn.
Hoe heet die maaltijd ter gedachtenis voor de gelovigen vandaag, en waar vindt u dat in de Bijbel?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
15. Wie mochten er toen niet eten? (zie Ex. 12)
………………………………………………………………………………………………………………………..
Geef ook aan in welk vers u het antwoord gevonden hebt.
16. Wanneer mochten deze personen wel eten en waaraan moesten zij dan voldoen? (zie Ex. 12)
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
Geef ook aan in welk vers u het antwoord gevonden hebt.
17. Hoe moet men vandaag in onze bedeling zich dat voorstellen? Schrijf hier de exacte bewoording van Kolosse 2 vers 11 op:
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
Dit vers gaat dus over de “besnijdenis van Christus.” In het Oude Testament was de besnijdenis het uiterlijke teken van het verbond, dat God met Abraham en zijn volk sloot. Het vertegenwoordigt symbolisch het oordeel over het boze, zondige vlees. Deze besnijdenis werd met de hand uitgevoerd. Niet zo de “besnijdenis van Christus.” Met deze uitdrukking moeten we het oordeel over de zonde begrijpen, dat werd voltrokken aan het kruis op het lichaam van onze Heer Jezus Christus, en we hebben daaraan deel door het geloof in Hem. Het gaat niet om zonden (feitelijke zonden), maar om de zonde in onze natuur; niet wat we gedaan hebben, maar wat we van nature zijn.
Wat in het Oude Testament als voorbeeld plaats vond, vond de verwerkelijking door het werk van de Heiland. Allen die in Hem geloven, worden in Hem besneden; het “lichaam van het vlees,” de zondige oude mens, heeft in Hem zijn einde gevonden. De mens zoals hij van nature is, wordt gezien als iets wat dood is. Dit maakt – onder andere – de positie van de gelovige in Christus uit, geheel los van het feit, dat hij in Christus een nieuwe schepping geworden is. Maar het zou te ver voeren, om op dit punt op het laatste in te gaan; het zou buiten het bestek van onze cursus vallen. Let op de artikelen “Het Pascha in de woestijn” en “De geestelijke betekenis van de besnijdenis” onder de bijlagen bij de cursus.
Wat in het Oude Testament symbolisch en een afschaduwing was, vond zijn werkelijkheid in Christus. Vandaar de strijd van de apostel Paulus tegen de Joodse besnijdenis. Het heeft geen waarde meer, omdat elke gelovige nu in Christus besneden is.
Destijds mochten alleen degenen die “met handen” besneden waren, deelnemen aan de Pascha-maaltijd. De Pascha-maaltijd was als het ware een beeldende “vooruitblik”, van wat er zou gebeuren aan het kruis van Golgotha. Tegenwoordig vieren gelovige christenen de “maaltijd van de Heer” of, zoals het ook wel wordt genoemd, het avondmaal. Dit kan men een “terugblik” op de dood aan het kruis van onze Heer Jezus Christus noemen. Met het oog op de tekenen, die de Heer ons heeft nagelaten (het brood en de beker), gedenken we onze Heer en verkondigen we Zijn dood door het eten van het brood en het drinken uit de beker. De allereerste voorwaarde om aan deze maaltijd deel te kunnen nemen, is het geloof in het verlossingswerk van de Heiland. Daardoor heeft men deel aan de “besnijdenis van Christus.”
© www.bibelkurs.com
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW