In Egypte (1)
Het Pascha, dat de Israëlieten vierden in verband met hun uittocht uit Egypte en vervolgens als een jaarlijks terugkerend feest, heeft op drie manieren een voorbeeldige betekenis voor ons christenen.
Allereerst laat het Pascha ons zien, wat het kruis van Golgotha voor ons betekent. In het Paaslam zien we een beeld van het Lam van God, dat onze zonden droeg en Wiens bloed vloeide om onze zonden te vergeven. In die tijd zei God tegen Israël: “Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan” (Ex. 12:13). Het Nieuwe Testament zegt, dat we zijn verlost “door kostbaar bloed, als van een vlekkeloos en onbesmet lam, [het bloed] van Christus” (1 Petr. 1:19).
Met betrekking tot ons persoonlijk leven spreekt het Pascha over onze bekering, toen we het sterven van de Heer Jezus aan het kruis bewust als voor ons gebeurd in geloof aangenomen hebben. Vanaf dat moment wisten wij: Hij stierf ook voor mij; Zijn bloed vloeide ook om mijn zonden te verzoenen.
Ten derde verwijst het Pascha naar de maaltijd ter gedachtenis van onze Heer. De Israëlieten zouden het Pascha jaarlijks in Jeruzalem vieren als een herdenking van hun uittocht uit Egypte. Dit was de plaats die God koos om Zijn naam daar te doen wonen. Als gelovigen, zoals de vroege christenen, mogen we als gemeente samenkomen om elke eerste dag van de week brood te breken. Door de maaltijd ter gedachtenis van onze Heer, verkondigen we samen aan Zijn tafel Zijn dood. We doen dit, totdat Hij weer terugkomt. Dan hebben we deze tekenen niet meer nodig, dan zien we Hem.
In de cursus “Aanbidding” zagen we, dat er een plaats is in het Oude en Nieuwe Testament waar het volk van God kon, en nu kan komen, om offers aan God te brengen. Destijds, in het Oude Testament, reisden mensen drie keer per jaar naar Jeruzalem om bij de Heer te zijn. Mensen verzamelden zich tot Zijn naam.
In het Nieuwe Testament lezen we de woorden uit de mond van de Heer Jezus: “Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden” (Matth. 18:20). In de laatste les van de cursus “Aanbidding” hebben we gezien, hoe de Heer Jezus met Zijn discipelen het Pascha vierde en het avondmaal gegeten heeft, terwijl Hij tegen Zijn discipelen zei: “Doet dit tot Mijn nagedachtenis” (Luk. 22:19).
De vraag die we onszelf in deze cursus willen stellen is: heeft het Pascha en hebben de slachtoffers ons iets te zeggen met betrekking tot het samenkomen van gelovigen? Om deze vraag te beantwoorden, gaan we naar het boek Exodus.
* * *
1. Blader door de eerste 15 hoofdstukken van het boek Exodus en noteer ze in ‘sleutelwoorden’ (of ‘trefwoorden’), wat de aangevoerde hoofdstukken inhouden:
Hoofdstuk 1: …………………………………………………………………………….
Hoofdstuk 2: …………………………………………………………………………….
Hoofdstuk 3-4: ………………………………………………………………………..
Hoofdstuk 5-6: ……………………………………………………………………….
Hoofdstuk 7-10: ……………………………………………………………………..
Hoofdstuk 11-12: ……………………………………………………………………
Hoofdstuk 13-15: ……………………………………………………………………
2. Hoe kunt u de de inhoud van de eerste 15 hoofdstukken van dit boek in een paar woorden samenvatten?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
3. Hoe lang leefden de Israëlieten in Egypte?
………………………………………………………………………………………………………………………..
Waar vindt u dit in Exodus? Exodus ………………………………….
Tegen wie had God dit vele jaren geleden al gezegd? En wat heeft God deze man destijds voorzegd (Gen. 15:13,14)?
…………………………………………………..
4. God had met Mozes gesproken en hem de opdracht gegeven om het volk Israël uit Egypte te leiden. Wat was de eerste reactie van het volk, toen Mozes bij hen kwam (Ex. 4:31)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
5. En wat was Farao’s eerste reactie toen Mozes naar hem toe kwam (Ex. 5:6-9)? (kort samenvatten)
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
6. Wat zeiden de leiders van het volk Israël toen (Ex. 5:21)? (kort samenvatten)
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
En wat lezen we in Exodus 6 vers 8?
………………………………………………………………………………………………………………………..
7. Hoeveel plagen vindt u dan achtereenvolgens? ………………..
Geef voor elke plaag ook aan waar dit staat in Exodus!
…………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
Elke keer verhardde de farao zijn hart (of verhardde God het). Maar toen, bij de laatste plaag, veranderde alles: wat zei God Mozes van tevoren (Ex. 11:1)?
………………………………………………………………………………………………………………………..
En wat bewerkte God in de harten van de Egyptenaren?
………………………………………………………………………………………………………………………..
Waar staat dit? …………………………………………………
8. Wat wilde God doen bij deze laatste plaag?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
Waar staat dit? …………………………………………………
9. Dan komt Exodus 12: De voorschriften betreffende het lam voor het Pascha. Over wie spreekt het dit lam?
………………………………………………………….
Waar staat dit? …………………………………………………
Centraal in de hele geschiedenis van de bevrijding van het volk uit de macht van de vijand staat het Paaslam. Het bloed van dit lam en de nacht, dat het werd geslacht, waren doorslaggevend voor de verdere geschiedenis van Gods volk.
10. Wat gebeurde er die nacht (Ex. 12:29,30)? (in eigen woorden)
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
Wat zei Farao en waar staat dit?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
* * *
Dit is genoeg voor deze keer. In de volgende les gaan we wat dieper in Exodus 12.
© www.bibelkurs.com
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW